24 095 Frequentiebeleid

Nr. 395 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 november 2015

Uw Kamer heeft mij gevraagd om voor het algemeen overleg Telecommunicatie, dat is verplaatst naar 18 november a.s., met een reactie te komen op de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) van 8 oktober jl. in de door Sky Radio, Radio 538 en Q-Music ingestelde hogere beroepen tegen de in 2011 opgelegde verlengingsprijzen van de landelijke commerciële FM-vergunningen.1 Zij vonden deze bedragen te hoog. Verder vonden deze partijen dat het gelijke speelveld op de radiomarkt was verstoord, doordat Radio 10 voor het in 2013 geveilde kavel A7 een aanzienlijk lager bedrag heeft betaald, dan de door hen betaalde verlengingsbedragen.2

Het CBb heeft de eenmalige bijdragen van Sky Radio, Q-Music en Radio 538 in stand gelaten.3 In deze brief ga ik met name in op de elementen uit de uitspraken die relevant zijn voor het beleid voor de periode na 1 september 2017 en bezie ik de consequenties van deze uitspraak voor mijn voornemen om de commerciële radiovergunningen opnieuw te verlengen.

Uitspraken CBb

Ten aanzien van de berekening van de in 2011 opgelegde eenmalige bedragen stelt het CBb onder meer vast dat bij de verlenging de waarde niet werd bepaald op basis van marktwerking, maar dat de Minister de te betalen bedragen moest berekenen aan de hand van een economisch model. Het door SEO Economisch Onderzoek ontwikkelde model dat hiervoor is gebruikt, kan de juridische toets doorstaan op alle door de radiopartijen bestreden punten. Over de vraag of de lagere veilingprijs voor kavel A7 noopt tot een verlaging van de in 2011 opgelegde verlengingsprijzen, oordeelt het CBb dat dit niet het geval is. Het te betalen bedrag voor de verlengde vergunningen is berekend op basis van de situatie in 2011. De radiostations hebben hun vergunningen vanaf 2011 kunnen exploiteren. Kavel A7 is in 2013 geveild en kon pas vanaf 2013 worden geëxploiteerd. Het CBb concludeert dat geen sprake is van een verstoring of beperking van de concurrentie door de bijdrage voor de radiostations te baseren op de situatie in 2011 en voor kavel A7 op de situatie in 2013. De in 2011 opgelegde eenmalige bedragen blijven dus in stand. Mijn ambtsvoorganger had toegezegd dat na de uitgifte van kavel A7 beoordeeld zou worden of de verlengingsprijzen aangepast moesten worden.4 Uit de uitspraken van het CBb volgt dat deze niet aangepast hoeven te worden. Het CBb is eindrechter in de ingestelde hoger beroepen en de uitspraken zijn daarmee dus definitief.

Gevolgen voor het voorgenomen verlengingsbesluit

Nu de hoger beroepen tegen de in 2011 opgelegde verleningsbedragen zijn afgewezen, zie ik me gesteund in mijn voornemen om wederom het SEO-model te gebruiken voor het berekenen van de nieuwe verlengingsprijzen voor de FM-vergunningen over de periode 2017–2022. Ik heb SEO inmiddels gevraagd om deze berekeningen aan de hand van geactualiseerde gegevens over onder meer de advertentiemarkt uit te voeren. De sector wordt bij de verdere uitwerking van deze berekeningen betrokken.

Hierbij wil ik het volgende opmerken. Ten eerste moet naar aanleiding van een eerdere uitspraak van het CBb van 8 januari 20155 voor het geclausuleerde kavel A2 (Radio Veronica) een nieuw eenmalig bedrag worden vastgesteld voor de periode 2011–2017. Het CBb was namelijk van oordeel dat het onderzoek naar de waarde van dit kavel een wezenlijk gebrek kende. Volgens het CBb is geen rekening gehouden met de clausulering die geldt voor kavel A2 en die een waarde drukkend effect kan hebben. Daarom heeft zij het eenmalig bedrag voor kavel A2 vernietigd. Nu duidelijk is dat het SEO-model voor het overige in stand is gebleven, zal een nieuw bedrag voor kavel A2 worden vastgesteld. Binnen het SEO-model wordt een methode ontwikkeld, die dan tevens de basis zal vormen voor het berekenen van de verlengingsprijzen voor de geclausuleerde vergunningen in de periode 2017–2022.

Een tweede opmerking betreft de verzoeken van uw Kamer om de verlenging gepaard te laten gaan met een verruiming van de eigendomsbeperkingen, waarbij in het laatste verzoek is gevraagd om verruiming van de eigendomsbeperkingen van landelijke radiokavels van maximaal één ongeclausuleerd en één geclausuleerd kavel naar maximaal vier kavels via een ministeriële regeling per 1 januari 2016 te regelen.6 De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft bij het indienen van deze laatste motie aangegeven dat hij zal bekijken hoe de verruiming van de eigendomsbeperkingen op een juridisch goede manier kan gebeuren en dat de verruiming ook mee moet worden genomen in de te berekenen verlengingsprijzen. Over de wijze waarop dit plaatsvindt, ben ik nog in overleg met de Staatssecretaris. Ik zal uw Kamer binnenkort informeren over de uitkomst.

Vervolgproces

In mijn brief van 1 september jl.7 heb ik aangegeven dat er drie belangrijke voorwaarden zijn om de door uw Kamer gewenste verlenging goed te regelen. Ook gaf ik in die brief aan ernaar te streven de verlenging van de FM- en DAB+ vergunningen nog dit jaar in goed overleg met de sector te willen afwikkelen.

Op twee van deze drie voorwaarden – de acceptatie van het opnieuw toepassen van het SEO-model, waarbij rekening wordt gehouden met de uitspraak van het CBb, en de mogelijkheid om de verlenging gepaard te laten gaan met een verruiming van de eigendomsbeperkingen – ben ik hierboven ingegaan. De derde voorwaarde betrof een deugdelijke onderbouwing om een beroep te kunnen doen op de uitzonderingsgrond in de wet dat schaarse vergunningen worden geveild. Dit kan alleen met robuuste en voortvarend uitgevoerde digitaliseringsplannen, waarmee een verlenging een overtuigende versnelling van de digitalisering betekent ten opzichte van dit effect bij een veiling. De landelijke radiopartijen hebben een voorstel gedaan om nog voor 1 januari 2016 onder meer de indoordekking te verbeteren en om de marketinginspanningen te verhogen teneinde de consument over te doen stappen naar de digitale ether. Van de niet-landelijke partijen en de vergunninghouders van de middengolf, voor zover die een verlenging wensen, heb ik nog geen voorstellen ontvangen. Ik heb er bij hen op aangedrongen om nu ook snel met robuuste digitaliseringsplannen te komen. Ik laat de plannen van de sector beoordelen door een onafhankelijke expert. Deze beoordeling vormt onderdeel van een reeds eerder aangekondigde evaluatie van het sinds 2011 gevoerde digitaliseringsbeleid.8 Om niet met lege handen te staan in het geval de conclusie van die expert is dat de keuze van een verlenging onvoldoende kan worden gemotiveerd, heb ik onafhankelijk advies ingewonnen over de meest optimale veilingmodellen. Dit advies betreft ook de veiling van de ruimte die momenteel nog beschikbaar is in Band III voor digitale radio.

De afwikkeling van de door mij voorgenomen verlenging van de FM-vergunningen en de uitgifte van de daaraan gekoppelde en DAB+ vergunningen kost meer tijd dan ik in september voorzag. Ik hecht echter aan zorgvuldigheid en goede afstemming met de sector. Ook hebben de door mij ingeschakelde externe bureaus meer tijd nodig om tot gedegen berekeningen en afgewogen adviezen te komen. Ik verwacht uw Kamer in het voorjaar van 2016 nader te kunnen informeren over mijn definitieve besluit inzake de verlenging van de commerciële radiovergunningen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Commissieverzoek van 8 oktober 2015.

X Noot
2

Zie ook: Kamerstuk 24 095, nr. 361.

X Noot
3

Zie voor een samenvatting van de uitspraken van het CBb het persbericht dat het CBb heeft uitgegeven: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie/CBb/Nieuws/Pages/CBb-laat-eenmalige-bijdragen-Sky-Radio,-Q-Music-en-Radio-538-in-stand.aspx

X Noot
4

Kamerstuk 24 095, nr. 285.

X Noot
5

ECLI:NL:CBB:2015:2.

X Noot
6

Motie van het lid Gesthuizen c.s., voorgesteld 2 juli 2015, Kamerstuk 24 095, nr. 38 en motie van de leden Rutte en Mohandis, voorgesteld 8 oktober 2015, Kamerstuk 34 264, nr. 27.

X Noot
7

Kamerstuk 24 095, nr. 391.

X Noot
8

Kamerstuk 24 095, nr. 241.

Naar boven