24 095 Frequentiebeleid

Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2015

In het Algemeen Overleg Telecommunicatie van 2 juli jl. heb ik met uw Kamer gesproken over de toekomst van de vergunningen voor commerciële radio-omroepen die op 31 augustus 2017 aan het eind van hun looptijd komen (Kamerstuk 24 095, nr. 390). Het gaat om vergunningen voor gebruik van het spectrum in de AM-band (middengolf 526,5 – 1606,5 kHz), de FM-band (87,5 – 108 MHz) én vergunningen voor digitale etherdistributie (174 – 230 MHz) via DAB+. Uw Kamer heeft het kabinet verzocht1 deze vergunningen te verlengen.

Hierbij informeer ik u over de wijze waarop ik uitvoering geef aan de wens van uw Kamer. Ik ben van plan de vergunningen na 31 augustus 2017 voor vijf jaar te verlengen tot 2022. Om de voorwaarden waaronder deze verlenging kan plaatsvinden, zoals de prijsberekening via het SEO-model, goed vorm te kunnen geven, heb ik de termijn die op 1 september zou verstrijken met een jaar opgeschort. De bestaande vergunninghouders zijn hierover geïnformeerd.

Randvoorwaarden voor verlenging

Ik zal de komende periode gebruiken om drie cruciale voorwaarden voor verlenging goed te regelen.

Ten eerste moet een beroep op de uitzonderingsgrond in de wet deugdelijk worden onderbouwd. In mijn brief van 26 juni jl.2 heb ik aangegeven dat de wet als voorkeursinstrument een veiling voorschrijft voor vergunningen die aan het eind van hun looptijd zijn gekomen. Het is alleen mogelijk hiervan af te wijken indien dit bijdraagt aan de bevordering van de overgang van analoge naar digitale techniek. Om met recht gebruik te kunnen maken van deze uitzonderingsgrond is een robuust digitaliseringsplan van de sector nodig. Dit plan zal een overtuigende versnelling van de digitalisering moeten aantonen. De landelijke partijen hebben een voorstel gedaan om onder meer de indoordekking te verbeteren voor 1 januari 2016 en om de marketinginspanningen te verhogen teneinde de consument te overtuigen over te stappen naar de digitale ether. Ik zal advies inwinnen bij onafhankelijke experts om zeker te stellen dat de versnelling van digitalisering bij een verlenging deugdelijk is onderbouwd. Zoals aangekondigd zal ik ter ondersteuning van de digitalisering in elk geval extra spectrum beschikbaar stellen. Dit zal in het voorjaar van 2017 worden geveild.

Ten tweede wil ik voorkomen dat opnieuw jarenlange discussies en zelfs gerechtelijke procedures worden gestart over de prijs die bij verlenging voor de vergunningen moet worden betaald. Ik heb de betrokken partijen daarom gevraagd of er draagvlak bestaat voor het opnieuw toepassen van het huidige SEO-model. Dat draagvlak blijkt er in beginsel te zijn. Ook erkennen partijen dat een verlengingsprijs kan verschillen van een veilingprijs en dat zij bereid zijn eventuele verschillen daartussen in de toekomst te accepteren.

Dit laat onverlet dat er thans procedures lopen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) over het SEO-model en de uitgifte van kavel A7. Nu het CBb naar verwachting in september al uitspraak doet, acht ik het verstandig die uitspraken af te wachten, zodat daar in de benodigde vervolgstappen rekening mee kan worden gehouden. Na de uitspraak zal ik het model voor het berekenen van de verlengingsprijs in overleg met de sector definitief actualiseren. Vervolgens zal SEO de benodigde gegevens om de prijs te kunnen berekenen moeten verzamelen (er zal onder andere een nieuwe inschatting gemaakt moeten worden van de advertentiemarkt). Hiermee zal op zijn vroegst tegen het eind van het jaar een indicatie te geven zijn van de verlengingsprijs. Ik verwacht dat de partijen de nieuwe verlengingsprijs zullen accepteren, omdat die dan zorgvuldig zal zijn bepaald op grond van het SEO-model met geactualiseerde gegevens.

Ten derde zal ik de verlenging gepaard laten gaan met een verruiming van de eigendomsbeperkingen. Dit is juridisch niet onmogelijk, omdat de huidige beperkingen niet in de vergunning, maar in wet- en regelgeving zijn vastgelegd.

Dit ligt anders voor de programmatische clausuleringen. Zoals eerder aangegeven3 is het versoepelen daarvan bij een verlenging juridisch zeer kwetsbaar. Verlenging van een vergunning is een verlenging van hetzelfde product. Alleen na een verdeling kan aan de eigenschappen van dit product worden getornd. Ik zie daarom geen mogelijkheden iets te veranderen aan de clausulering.

In samenspraak met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zal de regelgeving worden gewijzigd om de eigendomsbeperkingen te verruimen. Bij de actualisatie van het SEO-model wordt de beoogde verruiming meegenomen. Zodoende wordt het effect van de verruiming op de waarde van de kavels op een eerlijke manier tot uitdrukking gebracht in de verlengingsprijs.

Voor de duidelijkheid, de meer technisch-inhoudelijke vergunningsvoorwaarden, bijvoorbeeld over het uitzenden binnen het afgesproken gebied, zullen onverkort van kracht blijven en dienen ook nageleefd te gaan worden.

Vervolg

Ik streef ernaar de verlenging van de FM- en DAB+ vergunningen nog dit jaar af te wikkelen in goed overleg met de sector. Indien gewenst zal de verlenging ook gelden voor de huidige vergunninghouders voor de middengolf. Deze bestaande vergunningen zullen dan, net als de bij de FM, gekoppeld blijven aan een digitale vergunning. De middengolfvergunningen die momenteel niet zijn uitgegeven of waarvoor geen verlenging wordt aangevraagd, wil ik bestemmen voor (nieuwe) partijen die willen uitzenden op laag vermogen (bedoeld voor zogeheten doelgroepenradio en evenementen). Ik zal hiertoe de nodige wijzigingen van het Frequentieplan in gang zetten. Deze vergunningen zullen worden uitgegeven «op volgorde van binnenkomst».

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Kamerstuk 24 095, nr. 385

X Noot
2

Kamerstuk 24 095, nr. 384

X Noot
3

Kamerstuk 24 095, nr. 388

Naar boven