24 095 Frequentiebeleid

Nr. 355 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2013

In het VAO van 6 juni 2013 is door de leden Schouw en Verhoeven een motie ingediend (Kamerstuk 24 095, nr. 349) waarin werd overwogen dat uit de notities van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) valt op te maken dat het college enkel uit de voeten kan met expliciete toestemming bij het lezen/plaatsen van cookies, terwijl de minister van Economische Zaken de huidige cookiewetgeving zo interpreteert dat impliciete toestemming volstaat. Tegen deze achtergrond werd in de motie de minister van Economische Zaken gevraagd het CBP om advies te vragen of bij de huidige stand van de Telecommunicatiewet en de Wet Bescherming Persoonsgegevens impliciete toestemming volstaat.

Uiteindelijk hebben genoemde leden de motie ingetrokken onder de toezegging dat ik het punt van de toestemming nog eens (expliciet) zou bespreken met het CBP en verslag zal doen van dat gesprek aan de Tweede Kamer. Dat doe ik hierbij.

In het contact met het CBP werd bevestigd dat het CBP de door mij in het conceptwetsvoorstel tot aanpassing van artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet gegeven uitleg van toestemming, en de daarvan gegeven samenvatting in de brief aan uw Kamer van 20 mei jongstleden (Kamerstuk 24 095, nr. 344), onderschrijft.

Het CBP heeft bevestigd dat inderdaad onder omstandigheden ook uit het gedrag van de betrokkene diens toestemming kan worden afgeleid, waarbij geldt dat toestemming altijd moet zijn gebaseerd op een vrije, specifieke en geïnformeerde keuze van de bezoeker en moet blijken uit een actieve handeling. Toestemming kan niet worden afgeleid uit het uitblijven van een actie. Wil er sprake zijn van ondubbelzinnige toestemming, dan dient elke twijfel te zijn uitgesloten over de vraag of de bezoeker zijn toestemming heeft gegeven en voor welke specifieke verwerkingen. Dat betekent, zoals ook in de toelichting wordt uitgelegd, dat het duidelijk moet zijn dat de internetter een keuze heeft gehad om in te stemmen of te weigeren.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven