24 077 Drugbeleid

Nr. 309 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2013

In reactie op de Regeling van werkzaamheden van 26 maart, 14 mei en 21 mei 2013 over het coffeeshopbeleid, en mede naar aanleiding van de actualiteiten in Maastricht, bericht ik u als volgt.

Landelijk coffeeshopbeleid

Bestrijding van overlast en criminaliteit rondom coffeeshops is en blijft een kabinetsdoelstelling, zoals afgesproken in het regeerakkoord. Het ingezetenencriterium maakt in dit kader per 1 januari 2013 onderdeel uit van het landelijk kader van het Nederlandse gedoogbeleid, de Aanwijzing Opiumwet. Hiermee is het ingezetenencriterium onderdeel geworden van het landelijke gedoogbeleid coffeeshops. Uitgangspunt is dat het lokale bestuur het coffeeshopbeleid – binnen het landelijke kader – vaststelt en de regie voert.

De handhaving van het ingezetenencriterium geschiedt in overleg met betrokken gemeenten en zo nodig gefaseerd, waarbij wordt aangesloten bij het lokale coffeeshop- en veiligheidsbeleid zodat er sprake is van lokaal maatwerk.

Zoals ik u eerder meldde in de brief van 19 november jl. aan uw Kamer (TK 2012–2013, 24 077, 293) is de invoering van het ingezetenencriterium succesvol. De toestroom van drugstoeristen is afgenomen en coffeeshops zijn de facto kleiner en meer beheersbaar geworden. Dit beeld is onlangs nog bevestigd in een onderzoek van de Politieacademie over Maastricht en ook in Zeeland en Brabant wordt dit beeld bevestigd door onderzoek van de Politieacademie.

Toezegging

Zoals toegezegd aan de Tweede Kamer kom ik voor het zomerreces met een tussenstand over de invulling van de handhaving (lokaal maatwerk) in de coffeeshopgemeenten in Nederland. In die brief zal ik ook ingaan op het kwantitatieve beeld over 2013 met betrekking tot drugsgerelateerde overlast op basis waarvan het debat gevoerd kan worden.

Actuele situatie in Limburg

Sinds in mei 2013 de coffeeshops in Maastricht – naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Maastricht van 25 april jl. – weer zijn gaan verkopen aan niet-ingezetenen, is het succesvolle beeld ten aanzien van de invoering van het ingezetenencriterium verstoord. Tegen de uitspraak van de rechtbank wordt door de gemeente Maastricht hoger beroep ingesteld. We moeten niet terug naar de oude situatie, waarin drugstoeristen de stad overspoelden en veel overlast met zich meebrachten. Het is dan ook terecht dat het lokale gezag van Maastricht het ingezetenencriterium handhaaft. Ik ga 1 juni a.s. op bezoek in Maastricht om mij persoonlijk op de hoogte te stellen van de situatie.

Ook in de andere coffeeshopgemeenten volgt de politie de situatie nauwgezet en waar nodig zullen OM, politie en gemeenten optreden. Het coffeeshopbeleid wordt langs twee sporen gehandhaafd: zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk. Langs deze twee sporen wordt politiecapaciteit ingezet om het coffeeshopbeleid, inclusief het ingezetenencriterium integraal aan te pakken. Dit betekent dat politiecapaciteit zowel wordt ingezet om de dealers op straat aan te pakken als het ingezetenencriterium te handhaven in de coffeeshops.

Limburgse coffeeshopgemeenten hebben de behoefte aan extra capaciteit uitgesproken. Ik heb gezegd steun te verlenen waar dat nodig is en dit zal ik dan ook doen.

Ik heb alle vertrouwen in de aanpak van de coffeeshopgemeenten in het zuiden, het Openbaar Ministerie en de politie.

De minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven