23 987 Lidmaatschap van de Europese Unie

Nr. 353 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2019

In reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van 28 maart jl. om een reactie te ontvangen op de brief van de Coalitie voor Veiligheid (d.d. 28 maart 2019) over de gevolgen van de Brexit voor de veiligheid in Nederland meld ik u graag het volgende.

De samenwerking met het Verenigd Koninkrijk (VK) zal in ieder Brexit scenario complexer en tijdrovender worden. Het kabinet bereidt zich dan ook conform Rijksbrede afspraken actief voor op het vertrek van het VK uit de EU. De inzet is daarbij steeds gericht op het komen tot een deal scenario, maar tegelijkertijd is ook vanaf een vroeg stadium rekening gehouden met een mogelijke no deal. Uw Kamer is over deze voorbereidingen onder andere geïnformeerd per brief van 18 januari jl. (Kamerstuk 23 987, nr. 302) en in een besloten technische briefing op 26 maart jl. Ik ga hieronder graag nog eens in op deze voorbereidingen, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Defensie, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Financiën.

Op het terrein van politie en justitie vervallen de EU-instrumenten voor samenwerking en informatie-uitwisseling in relatie tot het VK. Zonder deze instrumenten zal bijvoorbeeld de «real time» informatie-uitwisseling met het VK zoals die nu plaatsvindt via het Schengen Informatiesysteem (SIS) vervallen en zullen opsporingsonderzoeken met het VK tijdrovender worden. Wel zal deels kunnen worden teruggevallen op beschikbare multilaterale verdragen. Zo kan voor uitlevering en wederzijdse rechtshulp worden teruggevallen op verdragen van de Raad van Europa die worden toegepast met veel landen buiten de EU. Daarnaast zal nog gebruik kunnen worden gemaakt van Interpol, dat ook nu de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen Nederland en landen buiten de EU ondersteunt, en van de liaisons – zowel in het VK als in Nederland.

Deze samenwerkingsvormen zijn over het algemeen complexer en tijdrovender en vergen maatwerk. Om ook in die situatie de samenwerking en het veiligheidsniveau zoveel mogelijk te bestendigen, zijn op het terrein van politie en justitie een aantal maatregelen genomen. Zo is de inzet om de verwerking van Interpolsignaleringen te automatiseren en is de plaatsing van de zittende Nederlandse liaison officer in het VK verlengd. Een tweede operationele liaison wordt binnenkort in het VK geplaatst. Daarnaast wordt lokale ondersteuning in Londen geworven evenals in Nederland bij het Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum (LIRC) ter ondersteuning van de Nederlandse liaisons in het VK. Het LIRC wordt ook versterkt voor de verwerking van de toename van Interpolsignaleringen doordat Britse SIS-signaleringen in Interpolsignaleringen worden omgezet. Daarbij, net als bij alle internationale meldingen die via de verschillende informatiekanalen binnenkomen, wordt een triagemethode toegepast om ervoor zorg te dragen dat acute meldingen direct worden opgepakt en verwerkt. Het LIRC heeft ook een helpdesk ingericht voor de interne informatieverschaffing en dagelijkse ondersteuning van politiemedewerkers en om hen bewust te maken van de gewijzigde situatie na de Brexit.

Daarnaast wordt de Zeehavenpolitie (ZHP) versterkt om de gevolgen van een gewijzigde douaneafhandeling en grenscontroles op te vangen. De Coalitie voor Veiligheid geeft in haar brief aan te verwachten dat de Brexit tot problemen kan leiden op de ankerplaatsen. Vooralsnog verwachten wij geen groot effect van de Brexit op de ankerplaatsen en lijkt de capaciteit van de ankerplaatsen toereikend. De ontwikkelingen in de praktijk zullen nauwlettend worden gevolgd om eventuele aanvullende maatregelen te nemen.

Voor de KMar en ZHP geldt inderdaad dat Britse burgers na de Brexit bij de grensovergangen van de EU moeten worden onderworpen aan een grondige controle in plaats van een minimale controle conform de Schengengrenscode. De duur van de grenscontrole van Britse burgers uit het VK zal hierdoor toenemen. Ook zal Nederland na de terugtrekking van het VK de passagiersgegevens van vluchten afkomstig uit het VK opvragen op basis van de API-richtlijn (Advance Passenger Information). Dit vergt meer personeel voor grenscontroles aan de grensdoorlaatposten en voor de verwerking van passagiersgegevens. Om deze gevolgen van de terugtrekking van het VK uit de EU zoveel mogelijk op te vangen voorziet de KMar een extra capaciteitsbehoefte van 22 fte, waarvan 14 fte grenswachters en 8 fte voor de verwerking van de passagiersgegevens op basis van de API-richtlijn. Om de impact op de samenwerking en de informatie-uitwisseling voor de KMar op te vangen voorziet de KMar een extra capaciteitsbehoefte van 2 fte, een operationele liaison in het VK en een liaison in het LIRC.

In verband met de groei die de KMar reeds doormaakt als gevolg van de eerder door het kabinet toegekende middelen voor capaciteit, zal de benodigde extra capaciteit in het kader van de terugtrekking van het VK na 2019 gefaseerd worden ingevuld. Ter voorbereiding op de Brexit neemt de KMar in samenwerking met de luchtvaart- en maritieme sector tevens operationele en infrastructurele maatregelen met het doel om negatieve effecten voor grenspassanten zoveel mogelijk te beperken. Daarbij gaat het onder andere om flexibele inzet van het personeel en het verbeteren van de doorstroom van passagiers door ze te verdelen over de verschillende grensfilters op de luchthaven. Tot slot kunnen Britse burgers op uitreis op Schiphol blijvend gebruik maken van de automatische grenscontrole poortjes, waardoor de doorstroom van Britse burgers op uitreis wordt bevorderd.

De Coalitie voor Veiligheid heeft in haar brief aangegeven dat vanwege langere wachtrijen aan de maritieme buitengrenzen er mogelijk meer vluchtelingen per vrachtverkeer zullen proberen ongezien via Nederland het VK te bereiken. Dit vraagstuk heeft al enige tijd de aandacht van het kabinet en er zijn reeds maatregelen in gang gezet om dit tegen te gaan. Zo zijn de controles van de KMar en de ZHP geïntensiveerd en worden zij in hun controles ondersteund door de inzet van migratiehonden, cameratoezicht en helikopter. Door de verscherping van de controles wordt het merendeel van deze zogenaamde inklimmers nu in Nederland aangetroffen.

De Douane werft als voorbereiding op een no deal scenario momenteel totaal 928 douaniers. Omdat nog niet alle voor de terugtrekking benodigde douaniers in 2019 inzetbaar zijn, kiest de Douane in overleg met de opdrachtgevende beleidsdepartementen ervoor om de handhaving geleidelijk aan op te bouwen. Het jaar 2019 wordt gebruikt om beter zicht te krijgen op de risico’s in de goederenstroom VK – Nederland en om een gerichte handhaving geleidelijk aan op te bouwen naar de mate waarin meer douaniers inzetbaar worden. De Douane is een risicogerichte handhavingsorganisatie, die werkt in de actualiteit. Dit betekent dat wanneer risico’s veranderen de Douane de handhaving en planningen daarop aanpast, dit geldt zowel voor de goederen die afkomstig zijn uit het VK als de goederen die doorgevoerd worden via het VK. Dit geschiedt in overleg met de opdrachtgevende beleidsdepartementen. Uitgangspunt is daarbij dat de grootste risico’s de meeste aandacht krijgen. Indien er bijvoorbeeld onverwachte grote risico’s zijn in de goederenstroom tussen het VK en Nederland, dan zal de Douane in overleg met de opdrachtgevende beleidsdepartementen bespreken tot welke andere keuzes in de handhaving dit moet leiden.

De Coalitie voor Veiligheid wijst er in haar brief op dat schaars personeel van de ene organisatie op het vlak van veiligheid, controle en toezicht (zoals politie, Koninklijke Marechaussee, Douane) naar de andere overstapt. De Tweede Kamer nam in dat kader op 2 oktober 2018 met algemene stemmen de motie-Van Dam c.s. (Kamerstuk 29 628, nr. 810) aan. Ter uitvoering van deze motie kan ik u melden dat door de betrokken organisaties gezamenlijk overleg wordt gevoerd. Zodra er concrete resultaten zijn, zal ik vanzelfsprekend de Kamer hierover informeren.

Ondanks een zorgvuldige voorbereiding door Nederland op een no deal Brexit zullen niet alle ongunstige gevolgen van de terugtrekking van het VK uit de EU volledig kunnen worden opgevangen. De Nederlandse voorbereidingen zijn er evenwel op gericht om de politiële en justitiële samenwerking met het VK en de grenscontroleprocessen ook bij een no deal Brexit zo soepel mogelijk te laten verlopen en het veiligheidsniveau zoveel mogelijk te bestendigen. Daartoe worden alle noodzakelijke maatregelen getroffen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven