23 987 Lidmaatschap van de Europese Unie

Nr. 300 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 januari 2019

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Europese Zaken van 20 december 2018 heeft de commissie verzocht om uiterlijk 11 januari 2019 een brief te ontvangen met daarin een kabinetsreactie op de aangenomen motie Van Ojik (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1396), een stand van zaken van de ontwikkelingen met betrekking tot de Brexit en een kabinetsappreciatie van de contingency plannen van de Europese Commissie.

De kabinetsreactie op de aangenomen motie van het Kamerlid Van Ojik waarin de regering wordt verzocht om uiterlijk eind januari 2019 per departement inzichtelijk te maken welke de gevolgen zijn van een no deal scenario zal ik uw Kamer uiterlijk 18 januari 2019, voorafgaand aan het AO Brexit van 23 januari 2019, doen toekomen. In deze brief zal ik uw Kamer tevens informeren over de laatste stand van zaken van de ontwikkelingen met betrekking tot de Brexit en uw Kamer een overzicht geven van de laatste stand van zaken met betrekking tot de nationale voorbereidingen voor een no deal scenario (contingency planning en preparedness).

Op 7 december 2018 heb ik uw Kamer de kabinetsappreciatie gestuurd van het op 13 november 2018 door de Europese Commissie gepubliceerde Contingency Action Plan (Kamerstuk 23 987, nr. 291). Op 19 december 2018 heeft de Europese Commissie een aanvullende Mededeling gepubliceerd over de implementatie van dit Contingency Action Plan (COM(2018) 890 final). De kabinetsappreciatie van deze Mededeling zal uw Kamer in een regulier BNC-fiche ontvangen, uiterlijk op 18 januari 2019, voorafgaand aan het AO Brexit van 23 januari 2018.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven