23 987 Lidmaatschap van de Europese Unie

Nr. 166 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2016

Conform uw verzoek op 29 september 2016 komt u hierbij de kabinetsreactie toe op het rapport van de Europese Rekenkamer (ERK) over de pretoetredingssteun van de Europese Unie voor het versterken van de bestuurlijke capaciteit in de Westelijke Balkan, dat op 13 september jl. werd gepubliceerd.

Steun aan de Westelijke Balkan

Het onderzoek van de ERK richt zich op 52 nationale projecten en drie regionale programma’s in de programmeringsperiode 2007–2013 van het Instrument voor Preaccessiesteun I (IPA). De Europese Rekenkamer stelt in haar rapport vast dat in het kader van IPA er tussen 2007 en 2014 ongeveer 5,1 miljard euro beschikbaar is gesteld.

De ERK onderzocht of het beheer van IPA in de Westelijke Balkan door de Commissie doeltreffend was en of dit bij heeft gedragen aan het versterken van de bestuurlijke capaciteit in de regio.

Bevindingen en aanbevelingen

De ERK stelt vast dat over het algemeen de pretoetredingssteun van de Europese Unie (EU) doeltreffend was en dat deze heeft geleid tot een gedeeltelijke versterking van de bestuurlijk capaciteit in de regio. Ook stelt de ERK dat de steun voor rechtsstatelijkheid en de hervormingen van het openbaar bestuur gedeeltelijk een duurzaam effect had. In de gevallen waarin dit in mindere mate het geval was, kwam dit door de onvoldoende financiële middelen, gebrekkige coördinatie door Commissie en een gebrek aan politieke wil bij de begunstigden om de instellingen daadwerkelijk te hervormen.

Tevens stelt de ERK vast dat de politieke dialoog heeft geleid tot vooruitgang op het gebied van hervormingen in het openbaar bestuur. Op gebied van rechtsstatelijkheid was de impact minder groot.

Wat het beheer van de projecten betreft, concludeert het rapport dat IPA over het algemeen doeltreffend was, maar dat de Commissie het formuleren van specifieke doelstellingen zou kunnen verbeteren. Ook paste de Commissie bij bepaalde projecten niet systematisch strikte voorwaarden toe en gaf zij niet stelselmatig follow-up aan de projecten.

Tenslotte heeft de ERK een aantal tekortkomingen geconstateerd en doet op een aantal punten aanbevelingen om het programma te verbeteren. Deze aanbevelingen betreffen de doelstellingen, de voorwaarden, het track record en regionale samenwerking en politieke dialoog. De Commissie heeft deze aanbevelingen inmiddels ter harte genomen en grotendeels verwerkt in programmeringsperiode van 2014–2020.

Doelstellingen

De ERK heeft geconstateerd dat de Commissie niet systematisch strikte voorwaarden heeft toegepast op bepaalde projecten en niet stelselmatig follow-up heeft gegeven aan de projecten. De ERK beveelt de Commissie aan om specifieke doelstellingen vast te stellen op basis van de gerangschikte prioriteiten en meetbare streefcijfers. De Commissie heeft werk gemaakt van deze aanbevelingen. Onder de nieuwe begrotingscyclus van IPA II 2014–2020 worden er Country Strategy Papers geformuleerd die als strategisch kader dienen voor de IPA projecten. Ook werkt de Commissie nu met concrete indicatoren waardoor de efficiëntie, impact en duurzaamheid van de projecten beter meetbaar worden. In zijn algemeenheid zet het kabinet sterk in op verbeterde resultaatmeting en steunt deze ontwikkelingen dan ook. Nederland zal er bij de EU op aandringen dat deze aanpassingen worden meegenomen in de Mid-Term review van de externe instrumenten.

Voorwaarden

Volgens de ERK heeft de Commissie bij rechtsstaatsprojecten de conditionaliteit niet in alle gevallen voldoende heeft toegepast en betrekkelijk weinig IPA financiering toegewezen op gebieden zoals mediavrijheid, capaciteitsopbouw van openbare ministeries en de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad. Nederland vindt deze constatering zorgelijk gezien de zorgelijke situatie op het gebied van de vrijheid van meningsuiting en mediavrijheid in een aantal landen op de Westelijke Balkan en verwelkomt dan ook dat de Commissie werk heeft gemaakt van deze aanbeveling. Zo wordt er via technische assistentie ingezet op het opbouwen van het openbaar bestuur in de regio.

Ook Nederland zet zich in de (potentiële) kandidaat-lidstaten in voor het verbeteren van de rechtsstaat en fundamentele rechten. Zo wordt via rechtsstaatsexperts op de ambassades in de Westelijke Balkan bijgedragen aan het verbeteren van de rechtsstaat in deze landen. Daarnaast wordt met het Matra-programma bijgedragen aan de capaciteitsopbouw en institutionele versterking van het maatschappelijk middenveld, de overheid en de rechterlijke macht. Wel moet rekening worden gehouden met de absorptiecapaciteit die bij rechtsstaatsprojecten traditioneel beperkt is. Een belemmering die het rapport zelf ook constateert.

Track record

De ERK benadrukt het belang van het opbouwen van een track record door de landen in de Westelijke Balkan op het gebied van vervolgingen en veroordelingen in corruptie- en georganiseerde misdaadzaken op hoog niveau. De Commissie heeft deze aanbeveling ter harte genomen en legt in de programmeringsperiode 2014–2020 meer nadruk op implementatie en monitoring. Het kabinet hecht veel waarde aan implementatie van rechtsstaatshervormingen en zet zich in Europees verband hier consequent voor in, bijvoorbeeld bij het uitonderhandelen van Raadsconclusies over de (potentiële) kandidaat-lidstaten.

Regionale samenwerking en politieke dialoog

De ERK concludeert tot slot dat aanvullende maatregelen nodig zijn om de regionale samenwerking tussen landen op de Westelijke Balkan te ondersteunen en om de politieke dialoog met deze landen te gebruiken om hervormingen van het openbaar bestuur in het kader van IPA te ondersteunen. De Commissie heeft ook deze aanbeveling opgepakt. Zoals reeds vermeld in de kabinetsappreciatie van het uitbreidingspakket 2015 (Kamerstuk 23 987 nr. 154) is connectiviteit in de Westelijke Balkan een speerpunt voor de Commissie-Juncker. Het kabinet steunt deze aanpak. Connectiviteit verbetert immers de fysieke en sociale verbindingen in de regio.

Vervolgstappen

Het kabinet hecht in algemene zin grote waarde aan de onafhankelijke onderzoeken die de ERK conform haar mandaat uitvoert en verwelkomt de reactie van de Commissie op het ERK-rapport. In haar reactie heeft de Commissie expliciet aangegeven de aanbevelingen van de ERK ter harte te nemen. Veel van deze aanbevelingen worden al geaddresseerd in de nieuwe programmeringsperiode van 2014–2020.

Het kabinet is van mening dat de effectiviteit van IPA-steun essentieel is zodat de Unie effectief hervormingen op het gebied van democratie en rechtsstaat, en concurrentievermogen en groei kan ondersteunen en zal zich in aanloop naar de mid-term review van de externe instrumenten hier voor blijven inzetten.

Naar aanleiding van de motie van de leden Roemer en Seegers (Kamerstuk 32 824, nr.158) over het bevorderen dat de pretoetredingssteun aan Turkije wordt opgeschort, deel ik uw Kamer mee dat Nederland dit via verschillende kanalen in Europees verband aan de orde heeft gesteld. Voor het opschorten van pretoetredingssteun aan Turkije bestaat op dit moment geen draagvlak. Zowel de Commissie als lidstaten vinden het prematuur om de pretoetredingssteun voor Turkije op te schorten, wel toont de Commissie zich bereid om de IPA-fondsen meer te richten op terreinen zoals rechtsstaat en democratische instellingen. Alhoewel het ERK-rapport niet ziet op IPA-steun aan Turkije, is het kabinet van oordeel dat de aanbevelingen in het rapport ook waar mogelijk toegepast moeten worden op Turkije.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven