23 908 (R1519) Voornemen tot het sluiten van uitvoeringsverdragen

AJ/ Nr. 98 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 26 augustus 2011.

De wens dat één of meer van deze uitvoeringsverdragen aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door of namens een van de kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 25 september 2011.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 augustus 2011

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel b, van die Rijkswet, heb ik de eer U mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot het sluiten van de volgende uitvoeringsverdragen:

  • 1. Wijziging van een aantal reglementen behorende bij de op 20 maart 1958 te Genève tot stand gekomen ECE-Overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige goedkeuringsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorrijtuigen (Trb. 1959, 83). Een overzicht terzake is gegeven in de bijlage bij deze brief1.

  • 2. Wijziging van een aantal Global Technical Regulations (GTR) behorende bij de op 25 juni 1998 te Genève tot stand gekomen ECE-Overeenkomst betreffende de vaststelling van mondiale technische reglementen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen (Trb. 2001, 78). Een overzicht terzake is gegeven in de bijlage bij deze brief.

  • 3. Aanvaarding van een nieuw Reglement 2 behorende bij het op 13 november 1997 te Wenen tot stand gekomen Verdrag betreffende het aannemen van eenvormige voorwaarden voor periodieke technische keuringen van motorvoertuigen en de wederzijdse erkenning van dergelijke keuringen (Trb. 1998, 58). Dit nieuwe reglement regelt de uitbreiding van de keuringseisen met niet-milieu onderwerpen.

Wat het Koninkrijk betreft, zullen de voornoemde uitvoeringsverdragen alleen voor het Europese deel van Nederland gelden.

  • 4. Aanvaarding van de Maatregelen die in 2011 op basis van artikel IX van het op 1 december 1959 te Washington tot stand gekomen Verdrag inzake Antarctica (Trb. 1965, 148) door de jaarlijkse Antarctic Treaty Consultatieve Meeting (ATCM) zijn aangenomen. Een overzicht van deze maatregelen is gegeven in de bijlage bij deze brief.

Wat het Koninkrijk betreft, zullen deze uitvoeringsverdragen, evenals het verdrag, voor het gehele Koninkrijk gelden.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven