23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 479 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2020

In de Kamervragen (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3821) wordt gevraagd om het jaarrapport over 2019, het financiële rapport over 2019, de audit opinion en audit rapport over 2019 en alle kwartaalrapportages vanaf Q3 2019. Tevens vroeg Uw Kamer in de Kamervragen (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3820) om de laatste twee audits van UAWC alsmede alle jaarrekeningen of stukken waarmee de Nederlandse subsidie aan UAWC verantwoord is over de jaren 2017–2020. Bij de beantwoording van deze vragen op 20 augustus jl. heeft het kabinet aangegeven dat de gevraagde stukken na enkele stappen gedeeld zouden worden.

Met deze brief deelt het kabinet de gevraagde documenten die de leden Van Helvert en Van Omzigt vroegen in hun Kamervragen (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nrs. 3820 en 3821). Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de nieuwe kabinetslijn (nader rapport inzake advies Afdeling advisering van de Raad van State over ministeriële verantwoordelijkheid (Bijlage bij Kamerstuk 35 570, nr. 47), waarbij het kabinet gerichte verzoeken om specifieke documenten, binnen bepaalde kaders, honoreert.

Zoals gezegd in de antwoorden van 20 augustus jl. wil het kabinet deze stukken delen, met inachtneming van onder meer de gedrags- en beroepsregels van de auditorganisaties. Aangezien deze regels openbare verstrekking van de audits en de audit opinions verbieden, maar het kabinet wel zoveel mogelijk aan het verzoek van Uw Kamer tegemoet wil komen, worden de audits en bijbehorende audit opinions U hierbij vertrouwelijk aangeboden1.

Aangezien met UAWC op 21 juni 2019 is afgesproken dat er uitsluitend op jaarbasis wordt gerapporteerd, zijn er geen kwartaalrapportages vanaf Q3 2019.

De gevraagde jaarlijkse financiële rapportages worden U hierbij aangeboden en openbaar verstrekt2. In de financiële rapporten is bepaalde informatie weggelakt vanwege de bescherming van persoonsgegevens.

In de bijgevoegde inhoudelijke rapportage is eveneens informatie weggelakt ter bescherming van persoonsgegevens. Tevens is bepaalde informatie weggelakt, indien het informatie betreft waarvan openbaarmaking tot het risico leidt van mogelijke vernielingen of confiscaties door de Israëlische autoriteiten en inwoners van nederzettingen. Conform de motie Knops (Kamerstuk 23 432, nr. 435) vraagt Nederland bij dergelijke gevallen om compensatie.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven