23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 375 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juni 2014

Inleiding

Op 19 en 20 mei jl. heb ik een bezoek gebracht aan Israël. Het verslag daarvan bied ik u hierbij aan. Met mijn Israëlische ambtgenoot Ya’alon ben ik overeengekomen nadere afspraken te maken over de status van het bezoekende defensiepersoneel en over uitvoeringsaspecten die daarmee samenhangen, zoals de financiën. Wij hebben daartoe maandag 19 mei een gezamenlijke verklaring getekend die ik u dezelfde dag heb aangeboden (Kamerstuk 23 432, nr. 372). Ik heb verder met Minister Ya’alon de ontwikkelingen in het Midden-Oosten besproken. Tevens had ik op 20 mei een kort onderhoud met Minister Lieberman van Buitenlandse Zaken. Op de Nederlandse ambassade in Tel Aviv heb ik gesproken met de Nederlandse Senior National Representatives (SNR’s) bij UNTSO, USSC, UNDOF en MFO.

Op 19 mei heb ik een bezoek gebracht aan Yad Vashem, de officiële staatsinstelling van Israël in Jeruzalem voor onderzoek naar en ter herinnering aan de Holocaust. Na een rondleiding door het historisch museum en het park voor de «Rechtvaardigen onder de Volkeren» heb ik een krans gelegd in de herdenkingsruimte. Het tweedaagse programma behelsde op 20 mei ook bezoeken aan Elbit, het defensie-elektronicabedrijf, en Israel Aerospace Industries (IAI), dat zowel de civiele als de militaire markt bedient. Beide internationaal georiënteerde bedrijven zijn betrokken bij de ontwikkeling en productie van onderdelen van de F-35. Elbit ontwikkelt de hypermoderne vliegerhelm en IAI produceert vleugels van het toestel.

Ontwikkelingen in de regio

De Israëlische regering is zeer bezorgd over de ontwikkelingen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. In Libië ontbreekt een effectief staatsgezag, Irak heeft te kampen met aanhoudende gewelddadigheden en in buurland Syrië woedt een gewelddadig conflict met desastreuze humanitaire gevolgen. Er is volgens de Ministers Ya’alon en Lieberman een nieuwe geopolitieke situatie ontstaan waarmee niet alleen Israël maar de hele internationale gemeenschap wordt geconfronteerd. Israël volgt de ontwikkelingen nauwlettend, maar kan er weinig invloed op uitoefenen. Het kijkt daarvoor vooral naar het Westen, dat wil zeggen de Verenigde Staten en de Europese Unie, en naar Rusland.

Israël volgt met grote aandacht de strijd tussen sjiieten en soennieten die de gewapende conflicten in de regio in hoge mate bepalen. Het sjiitische Iran en het sjiitische deel van de opstandelingen in Syrië worden – net als bijvoorbeeld de moslimbroederschap in Egypte – als zeer bedreigend ervaren voor Israël, terwijl het soennitische Egypte doorgaans een constructieve partner is. Egypte en Israël zijn er beide bij gebaat terroristische activiteiten in de Sinaï te voorkomen en te bestrijden en zij werken daarbij samen. Beide Ministers spraken de hoop uit dat de relatie met Turkije na lange tijd weer beter zal worden. De conflicten die nu in de regio razen, doen gematigder machthebbers beseffen dat niet Israël maar extreme sjiitische groeperingen een existentiële bedreiging vormen, zo stelde met name Lieberman. Ondanks de ernst en de omvang van de conflicten in de regio vergt de Israëlisch-Palestijnse kwestie onverminderd de aandacht, aldus beide Ministers. Ik heb de Nederlandse steun voor de veiligheid van de Staat Israël onderstreept en de Nederlandse zienswijze op het Israëlisch-Palestijnse conflict naar voren gebracht.

Volgens de Ministers Ya’alon en Lieberman hebben de strijdende partijen in Syrië niet de intentie Israël bij het conflict te betrekken. De Israëlische krijgsmacht is echter gereed om op te treden als dat nodig is en uiteraard volgt zij de gang van zaken op de voet. Vooralsnog biedt Israël vooral humanitaire en medische hulp aan Syrische burgers in het grensgebied die het slachtoffers zijn van gewelddadigheden. Zowel de Minister van Defensie als zijn ambtgenoot van Buitenlandse Zaken wees op het verschijnsel van de Europese jihadstrijders in Syrië. Vroeger of later zullen de naar schatting 6.000 strijders terugkeren naar hun land van herkomst, waar zij volgens beide bewindslieden een groot veiligheidsprobleem zullen vormen. De beëindiging van het conflict in Syrië en van de humanitaire ramp die zich daar voltrekt, is in Israëlische visie dan ook van groot belang voor Europa. De Israëlische regering volgt nauwlettend de ontwikkelingen in Oekraïne, waar een aanzienlijke Joodse gemeenschap leeft. De crisis in het buurland van de EU heeft een toename van de immigratie van Joodse Oekraïners naar Israël tot gevolg gehad.

Nederlandse militairen in de regio

Maandag 19 mei sprak ik op de Nederlandse ambassade de Senior National Representatives (SNRs) van de internationale operaties in de regio waarin Nederlandse militairen actief zijn, te weten MFO, UNDOF, USSC en UNTSO. De Nederlandse SNR bij de Multinational Force of Observers (MFO) die in de Sinaï toeziet op het vredesverdrag tussen Egypte en Israël, is sinds januari 2014 werkzaam als Section Head Force Protection van de MFO. Hij vertelde dat de Nederlandse bijdrage (vier personen) zeer wordt gewaardeerd. Vooral op het gebied van force protection zijn met behulp van Nederlandse adviezen grote stappen gezet. Dat was ook nodig gelet op de recente, gewelddadige ontwikkelingen in de Sinaï. Omwille van de veiligheid is de bewegingsvrijheid van MFO-medewerkers, waaronder het Nederlandse contingent, ingeperkt. Door de komst van een uitgebreid contingent van een ander land, begin 2015, komt er een einde aan de Nederlandse deelneming aan de MFO.

De UN Disengagement Observer Force (UNDOF) ziet toe op het troepenscheidingsakkoord tussen Israël en Syrië op de Golan-hoogte. De Nederlandse deelneming bestaat uit één liaison aan Syrische zijde en één aan Israëlische zijde. Volgens de SNR, die werkzaam is aan de Syrische kant, neemt UNDOF velerlei oorlogshandelingen aan Syrische zijde waar met veel dodelijke slachtoffers, maar ook activiteiten zoals mine harvesting, dat wil zeggen het oogsten van antitankmijnen om deze alternatief (bijvoorbeeld als IED’s) in te zetten tegen de regeringstroepen. UNDOF neemt ook waar dat de Israëlische strijdkrachten medische hulp verlenen aan Syrische burgers en rebellen, mede om de hearts and minds van de bevolking te winnen. De SNR toonde zich ingenomen met het feit dat er voor Nederlanders in UNDOF geen caveats gelden, wat hun inzetbaarheid zeer ten goede komt.

De SNR bij de US Security Coordinator (USSC) is als Strategic Engagement Advisor werkzaam in de staf van de USSC-commandant in Jeruzalem. Nederland levert sinds 2011 drie officieren aan deze Amerikaanse missie met als doelstelling de Palestijnse veiligheidssector te professionaliseren. Begin 2014 is de Nederlandse bijdrage uitgebreid tot vijf officieren van wie er twee in Ramallah en drie in Jeruzalem werken. De Amerikaanse commandant van de USSC heeft onlangs in een brief zijn waardering voor het werk van de Nederlanders tot uitdrukking gebracht. Door een gebrek aan vooruitgang in het vredesproces in het Midden-Oosten staat het budget voor de missie mogelijk onder druk in het Amerikaanse Congres.

De SNR bij de UN Truce Supervision Organization (UNTSO), is sinds februari 2014 in Libanon werkzaam als Chief Observer Group Lebanon. Nederland neemt al sinds 1956 deel aan deze missie, momenteel met twaalf officieren. Dit maakt ons land tot een van de grotere troepenleveranciers. Ook in UNTSO bevordert het ontbreken van caveats de inzetbaarheid van de Nederlandse officieren, aldus de SNR. Hun wordt overal toegang verschaft, ook omdat het een ongewapende missie is. Ook UNTSO neemt het toegenomen geweld aan Syrische zijde waar, maar het is niet tegen VN-troepen gericht. Nochtans zijn procedures aangescherpt om de veiligheid, inclusief medische hulp, voor de troepen te vergroten.

Ten slotte

Ik kijk met voldoening terug op een informatief bezoek dat in goede sfeer is verlopen en zal u in de jaarlijkse rapportage over de stand van zaken van de internationale militaire samenwerking ook informeren over de belangrijkste aspecten van de samenwerking met Israël.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven