22 831 De Hoorn van Afrika

Nr. 64 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2011

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 12 september 2011 inzake de humanitaire crisis in de Hoorn van Afrika. De vaste commissie verzocht verder om een verslag van mijn bezoek aan Mogadishu. Dit is uw Kamer op 16 september 2011 toegegaan in de brief met Kamerstuk 22 831, nr. 63 over de Nederlandse inzet op bevordering stabiliteit Somalië.

De Hoorn van Afrika kampt met een buitengewoon ernstige humanitaire crisis. Volgens de Verenigde Naties hebben ruim 13 miljoen mensen humanitaire hulp nodig in Somalië, Kenia, Ethiopië en Djibouti. De belangrijkste noden zijn op dit moment voedsel, speciale (therapeutische) voeding voor ernstig ondervoeden (waaronder veel kinderen), medische zorg, veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen.

Somalië

Somalië is het hardst getroffen. Door de aanhoudende droogte, het voortdurende conflict en steeds hoger wordende voedselprijzen is er nu in zes regio’s sprake van hongersnood. Ruim 4 miljoen mensen, meer dan de helft van de bevolking, hebben humanitaire hulp nodig. Bijna één op de drie Somaliërs is binnenlands ontheemd of gevlucht naar een van de buurlanden.

Het voortdurende conflict tussen enerzijds de Somalische overgangsregering (Transitional Federal Government) ondersteund door de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM), en anderzijds de radicaalislamitische groepering Al Shabaab, zorgt voor onveiligheid voor burgers en hulporganisaties. Hulpverlening in gebieden die onder controle staan van Al Shabaab is aan beperkingen onderhevig. Hulpverleners worden bedreigd en lopen het risico om ontvoerd te worden voor losgeld.

De toegang voor hulporganisaties tot de gebieden die hulp het hardst nodig hebben blijft derhalve moeilijk, vanwege onveiligheid en logistieke beperkingen. Toch er is sprake van een duidelijke verbetering. In augustus bereikten hulporganisaties ruim 1 miljoen mensen in de zuidelijke regio’s van Somalië. Dit is ruim een verdrievoudiging van het aantal bereikte mensen in de maand juli. Deze positieve trend zet zich ook door in de maand september.

Grote aandacht gaat uit naar het voorkomen dat hulpgelden of -goederen in verkeerde handen terechtkomen. Hulporganisaties hebben onderling goede en harde afspraken gemaakt dat zij geen geld geven aan Al Shabaab. Er kan echter vanwege de onveiligheid in Somalië niet met absolute zekerheid vastgesteld worden of er door lokale partners en contractpartijen van internationale organisaties in het geheel geen afdrachten worden gedaan aan Al Shabaab. Ik verwacht echter van Nederlandse en internationale hulporganisaties dat zij alles in het werk stellen om dit te voorkomen. Nederland zal hier aandacht voor blijven vragen en zal hen hierop blijven aanspreken.

Ook tijdens mijn bezoek aan Mogadishu heb ik hierover met tientallen hulpverleners gesproken en hen aangemoedigd maximaal alert te blijven om te voorkomen dat hulp in verkeerde handen valt. Tevens is dit besproken tijdens het bezoek op 7 september jl. van Josette Sheeran, Uitvoerend Directeur van het Wereldvoedselprogramma (WFP) aan Nederland. Mevrouw Sheeran verzekerde mij dat WFP hieraan de hoogste prioriteit geeft.

Ethiopië

In Ethiopië worden de 4,5 miljoen hulpbehoevenden bereikt door het Wereldvoedselprogramma (WFP) en een ngo-consortium. In de kampen rond Dollo Ado in Ethiopië verblijven nu ongeveer 120 000 vluchtelingen, waaronder veel kinderen. De dagelijkse instroom van Somalische vluchtelingen in Ethiopië is in de afgelopen weken gedaald van 1500 naar 200 mensen per dag. De sterftecijfers onder kinderen jonger dan 5 jaar in de kampen zijn zorgwekkend: veel kinderen komen ernstig ondervoed en verzwakt aan.

Kenia

Het vluchtelingenkamp in Dadaab, Kenia, is momenteel het grootste vluchtelingenkamp ter wereld met ongeveer 450 000 vluchtelingen, en nog steeds komen er per dag ongeveer 1000 nieuwe mensen aan. In juli bracht ik een bezoek aan Dadaab kamp en heb ik aandacht gevraagd voor de humanitaire situatie in het kamp en de gehele getroffen regio. Het VN-Kinderfonds UNICEF is momenteel bezig om watervoorziening te organiseren op verschillende plekken langs de route die de vluchtelingen van de Somalische grens naar de Keniaanse kampen nemen. De hulpverlening in de kampen verloopt goed en er zijn inmiddels drie uitbreidingen van vluchtelingenkampen in gebruik genomen, zodat de druk op de hoofdkampen is afgenomen. In Kenia ondersteunen WFP en zijn partners momenteel bijna 2 miljoen mensen met voedsel. Zij intensiveren hun activiteiten om hulp te kunnen geven aan nog eens 1 miljoen mensen.

De vaste kamercommissie van Buitenlandse Zaken heeft in augustus een bezoek gebracht aan Dadaab kamp om zich van de humanitaire situatie op de hoogte te stellen.

Internationale respons

De Afrikaanse Unie (AU) organiseerde op 25 augustus jl. een bijeenkomst voor haar lidstaten om steun te mobiliseren voor de Hoorn van Afrika. Het was de eerste keer dat de AU een dergelijke bijeenkomst organiseerde voor een humanitaire crisis. Tijdens deze conferentie, die door een aantal Afrikaanse regeringsleiders en staatshoofden werd bijgewoond, zegden de Afrikaanse landen 350 miljoen dollar toe voor noodhulp, waarvan het grootste deel door de Afrikaanse Ontwikkelingsbank is bijgedragen.

Het gezamenlijke VN-noodhulpverzoek voor de Hoorn van Afrika bedraagt 2,48 miljard dollar. Op dit moment hebben donoren ongeveer 63% daarvan gefinancierd, maar is er nog ruim 924 miljoen dollar nodig. Opvallend is dat veel landen aan de rampenrespons hebben bijgedragen die normaal gesproken zelden humanitaire hulp geven, vooral Arabische landen. Sommige donoren hebben grote bedragen toegezegd, zoals tijdens de AU conferentie, waarvan nog niet duidelijk is wanneer deze beschikbaar komen, en in welke vorm.

Het kabinet heeft 25,3 miljoen euro bijgedragen aan de humanitaire crisis in de Hoorn van Afrika. Via de jaarlijkse bijdrage aan de Europese Unie heeft Nederland daarnaast ook bijgedragen aan ruim de 157 miljoen euro aan humanitaire hulp die de Europese Commissie voor de Hoorn van Afrika heeft ingezet. Daarnaast heeft Nederland dit jaar 40 miljoen euro bijgedragen aan het Centrale Noodhulpfonds van de VN (CERF), dat al ruim 117 miljoen dollar heeft gegeven aan de crisis in de Hoorn. Ten slotte kunnen organisaties als UNHCR, WFP en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) de jaarlijkse ongeoormerkte bijdrage van Nederland, die dit jaar in totaal ruim 100 miljoen euro bedraagt, ook in de Hoorn van Afrika inzetten.

Structurele oplossingen

Hoge voedselprijzen, politieke onrust en conflict in de regio en uitzonderlijke droogte, in combinatie met structurele problemen als bodemerosie en overbevolking, hebben tot deze ramp geleid. Daarom is noodhulp nu hard nodig. Dit leidt evenwel niet tot een structurele oplossing.

Nederland zal er bij zijn partners op aan blijven dringen dat naast het geven van humanitaire hulp ook voldoende moet worden gedaan om de weerbaarheid en zelfredzaamheid van de bevolking tegen natuurrampen en andere crises te vergroten. Ook Nederland zal hieraan een bijdrage blijven leveren.

Begin oktober zal een brief naar de Kamer worden gestuurd met de voornemens van Nederland voor de beleidsintensivering op gebied van voedselzekerheid.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Naar boven