22 831 De Hoorn van Afrika

Nr. 129 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juli 2017

Tijdens het debat «Eritrea en de invloed van Eritrea in Nederland» (30 juni 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 103, item 11)) is een aantal toezeggingen gedaan over Europese ontwikkelingssamenwerkingsgelden voor Eritrea, welke zijn vastgelegd in de brief van 15 december 2016 met de titel «Integrale aanpak van Eritrea en de invloed van Eritrea in Nederland (Kamerstuk 22 831, nr. 125). Met deze brief wil het kabinet uitvoering geven aan de toezegging om «de Kamer te informeren, zo veel mogelijk voorafgaand aan besluitvorming over het geven van tranches binnen de 200 miljoen».

Op 18 juli 2017 komen de EU-lidstaten bijeen in het Europees ontwikkelingsfonds-comité (EOF) om een besluit te nemen over de eerste twee voorstellen onder het Nationaal Indicatief Programma (NIP) voor Eritrea. Dit EU-meerjarenprogramma voor Eritrea met een voorziene omvang van 200 miljoen euro is goedgekeurd in november 2015. De Nederlandse zorgen zijn destijds vastgelegd in de notulen door de Europese Commissie te verplichten zich te houden aan de zogenaamde «principes van engagement». Dit betreft een «meer-voor-meer» benadering, waarbij uitgaven van de Europese Unie gepaard gaan met daadwerkelijke, zichtbare verbeteringen op vier resultaatgebieden. Dit zijn

  • 1. de hervorming van de dienstplicht tot 18 maanden,

  • 2. vooruitgang op de mensenrechtenaanbevelingen in het kader van de «Universal Periodic Review»,

  • 3. samenwerking met Eritrea onder het Khartoum Proces,

  • 4. vooruitgang op economisch bestuur.

De Europese Commissie heeft met de Eritrese overheid op basis van deze principes twee projectvoorstellen ontwikkeld die nu voorliggen in het EOF-comité. Het EOF-comité besluit hierover met gekwalificeerde meerderheid.

Het eerste projectvoorstel is genaamd het «Raamwerk voor versnelde uitvoering van Mensenrechten»; FAIR1. In het kader van de «Universal Periodic Review» (UPR) – een peer review mensenrechtenbeoordeling van en door VN-lidstaten – heeft Eritrea 92 van de 200 aanbevelingen geaccepteerd om uit te voeren. Het FAIR-project stelt de overheid in staat om deze UPR-aanbevelingen uit te voeren door in te zetten op de vrijheid van meningsuiting, vrouwenrechten en het functioneren van de rechtsorde. Hiermee wordt een eerste stap gezet om tot verbeteringen op deze terreinen te komen. Naast de bijdrage van de EU ter waarde van 5 miljoen euro, stelt de Eritrese overheid zelf een bedrag van 2.1 miljoen euro ter beschikking. De uitvoering van dit project wordt internationaal aanbesteed.

Het kabinet staat onverminderd kritisch ten opzichte van Eritrea. Het kabinet verwelkomt de kleine stap van de Eritrese autoriteiten om 92 van de 200 UPR-aanbevelingen te implementeren. Daarom wil het kabinet het FAIR projectvoorstel van de Europese Commissie steunen. De uitvoering van de UPR-aanbevelingen past binnen het beleid van de Nederlandse overheid om met Eritrea kritisch-constructief te engageren. De verbetering in de mensenrechtensituatie is van belang voor de inwoners van Eritrea en past in het beleid gericht op het aanpakken van grondoorzaken van migratie. De Europese Commissie heeft voor dit project een gedegen structuur opgezet om nauwgezet toe te zien op de besteding.

Het tweede projectvoorstel betreft het verbeteren van de toegang van lokale gemeenschappen tot duurzame energievoorzieningen alsmede de reparatie van de Hirghigo Energiecentrale2, afgekort REACH. Dit project beoogt door de aanleg van hybride zonne-energiesystemen, 225.000 huishoudens/bedrijven aan te sluiten op het elektriciteitsnetwerk. Elektriciteit is een belangrijke katalysator voor economische groei door bijvoorbeeld de verweking van landbouwgoederen mogelijk te maken alsmede de koudeopslag van vis. Daarnaast geeft het kinderen de kans om in de avonduren bij lamplicht te studeren. REACH heeft een uitgebreide duurzaamheidsstrategie door aan de ene kant de consumenten voor energie te laten betalen en anderzijds op technisch vlak door de versterking van de kennis om onderhoud te plegen. De omvang van REACH behelst 73.9 miljoen euro.

Het kabinet zal het projectvoorstel REACH niet steunen in het EOF-comité. Zonder substantiële vooruitgang aan Eritrese zijde op de genoemde vier resultaatgebieden (waaronder mensenrechten) is het kabinet is van mening dat een project van deze aard en omvang voorbarig is.

Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken,

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Framework for the Accelerated Implementation of Human Rights – FAIR.

X Noot
2

Rural Energy Access for Communities and Households – REACH & Rehabilitation of Hirghigo Power Plant.

Naar boven