nr. 20
MOTIE VAN HET LID APOSTOLOU C.S.
Voorgesteld 21 maart 1995
De Kamer,
gehoord de beraadslaging;
overwegende, dat door Aruba en Nederland in november 1993 een protocol
is gesloten, waarin is bepaald, dat het wetsvoorstel tot voortzetting van
de in het Statuut voor het Koninkrijk geregelde rechtsorde met betrekking
tot Aruba in werking zal treden, zodra de in het Protocol neergelegde afspraken
zijn nagekomen;
overwegende, dat uit de meest recente rapportage blijkt dat sedert het
aantreden van de regering Eman voortgang is gemaakt en nieuw beleid op de
rails is gezet, maar nog geen concrete resultaten zijn geboekt;
overwegende, dat er dus geen sprake van is dat de in het protocol neergelegde
afspraken nu al zijn nagekomen;
overwegende, dat de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse
Zaken te kennen heeft gegeven voornemens te zijn desondanks op korte termijn
daadwerkelijk tot inwerkingstelling van de Rijkswet waarmee de onafhankelijkheidswording
van Aruba wordt geschrapt te willen overgaan;
overwegende, dat wel te verwachten is dat op basis van een volgende kwartaalrapportage
een deugdelijke beslissing ten aanzien van de schrapping van artikel 62 van
het Statuut genomen zal kunnen worden;
verzoekt de regering de rijkswet tot wijziging van het Statuut voor het
Koninkrijk in verband met het voortzetten van de in het Statuut neergelegde
rechtsorde ten aanzien van Aruba (Rijkswet dd 15 december 1994) niet in werking
te stellen, voordat andermaal door de Commissie Aarts/Muyale zal
zijn gerapporteerd en de Tweede Kamer zich naar aanleiding daarvan over de
inwerkingtreding van die rijkswet zal hebben uitgesproken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Apostolou
Van Oven
Lilipaly
Rehwinkel
Noorman-Den Uyl