22 452 Internationalisering van het onderwijs

Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2013

Op 12 december aanstaande spreek ik met uw Kamer over internationalisering in het onderwijs. Voor hoger onderwijs staan het thema «de aantrekkelijkheid van Nederland voor internationale studenten» en de EU Mededeling over internationalisering van het hoger onderwijs en de kabinetsreactie hierop (Kamerstuk 22 112, nr. 1693) geagendeerd.

Met betrekking tot het agendapunt «de aantrekkelijkheid van Nederland voor buitenlandse studenten» heb ik u op 8 juli jl. de kabinetsreactie gezonden op het SER-advies over dit thema (Kamerstuk 22 452, nr. 34). In die brief kondigde ik aan om samen met Nuffic, onderwijsinstellingen, werkgevers, studentenorganisaties en vele andere partijen te werken aan een gezamenlijk actieplan voor de binding van internationale studenten aan Nederland. Werving en binding van talentvolle internationale studenten zijn van groot belang voor de Nederlandse kenniseconomie. Het verhoogt de kwaliteit van het onderwijs en het studiesucces van zowel Nederlandse als internationale studenten, verbetert de studie-ervaring van internationale studenten, versterkt de internationale profilering van het Nederlandse hoger onderwijs, het draagt bij aan de beschikbaarheid van personeel in sectoren als bèta-techniek en het levert stevige economische baten op. Met andere woorden: binding van internationaal talent zorgt voor een versterking van de internationale kenniseconomie van Nederland.

Het gezamenlijk actieplan, «Make it in the Netherlands!», is op 23 november jl. gelanceerd op het Nuffic-congres NL4Talents en treft u aan als bijlage bij deze brief1. In het actieplan is een scala aan maatregelen bijeengebracht om de binding van internationale studenten aan Nederland te versterken. Het actieplan zal de komende jaren de leidraad vormen voor acties van overheid, onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en andere organisaties voor hun activiteiten op het gebied van binding.

Internationalisering heeft aanzienlijke positieve effecten op de kwaliteit van hoger onderwijs en onderzoek en de voorbereiding van Nederlandse studenten op een steeds internationaler wordende arbeidsmarkt. Het actieplan «Make it in the Netherlands!» is wat mij betreft een stap naar een bredere visie op internationalisering, waarin ook aandacht zal zijn voor andere internationale trends en ontwikkelingen. Het gaat dan onder andere om de stimulering van uitgaande mobiliteit, de opkomst van open online onderwijs, de samenhang van onderwijs en onderzoek met buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, de start van het nieuwe EU-programma Erasmus+ en het toenemende belang van internationale positionering. Ook zal in de Toekomstvisie Wetenschapsbeleid aandacht worden besteed aan internationalisering van de wetenschap. De aanleiding voor het opstellen van deze visie is de constatering dat er gelukkig al veel gebeurt bij veel instellingen maar meer focus en afstemming gewenst is.

Op dit moment ben ik in gesprek met de VSNU, de Vereniging Hogescholen en de Nuffic over deze te ontwikkelen gezamenlijke visie. Ik verwacht uw Kamer voor de zomer 2014 over deze visie te kunnen informeren.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven