22 343 Handhaving milieuwetgeving

Nr. 399 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 september 2024

Op verzoek van de vaste Kamercommissie Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur geef ik reactie op de brief van stichting Natuurwet m.b.t. legale handel in illegale gifkikkers (zie bijlage). In de brief vraagt de stichting aandacht voor de situatie waarbij CITES-beschermde gifkikkersoorten het land van herkomst worden uitgesmokkeld naar de EU en gefokte nakomelingen vervolgens met formele CITES-documenten weer worden uitgevoerd uit de EU.

Allereerst wil ik graag benadrukken dat de Nederlandse CITES-uitvoering en inzet gericht is op duurzame internationale handel in beschermde soorten en het tegengaan van iedere vorm van illegale handel. Handel in specimen of nakomelingen daarvan, waarvan pas later blijkt dat deze illegaal zijn verkregen, heeft al langer de aandacht. Dit probleem treft niet enkel de gifkikkers waar de stichting aan refereert, maar ook diverse andere soorten, zoals eerder al beschreven in de Kamerbrief «Schriftelijk overleg over Publicatie Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021» (Kamerstuk 22 343, nr. 316) en de Kamerbrief Appreciatie motie van Esch (Kamerstuk 22 343 nr. 332).

In EU-verband is besproken hoe met dit probleem kan worden omgegaan. Daarbij zijn aanvullend op de Richtsnoeren «Bewijs van legale verwerving voor levende dieren van in bijlage B genoemde diersoorten en vereiste bewijsstukken1» op 8 augustus 2022 de Richtsnoeren voor «in gevangenschap gefokte levende dieren in het kader van de EU-verordeningen inzake de handel in wilde dieren en planten2» gepubliceerd. Verificatie bij het land van oorsprong en aandachtspunten bij verkoop van inbeslaggenomen dieren3 komen daarin aan de orde. De werkwijze voor vergunningverlening in Nederland is hierop aangepast: bij vergunningaanvragen van soorten waarbij er over de legale fok twijfels zijn wordt nader onderzoek gedaan in samenwerking met de handhaving en bij twijfels over legale uitvoer en invoer wordt, indien nodig, contact opgenomen met de CITES autoriteiten in het land van oorsprong.

Nederland is ook van oordeel dat er meer nodig is op EU-niveau om echt effectief te zijn. Als maatregel heeft Nederland de EU CITES Expert Group voorgesteld een gezamenlijke lijst op te stellen met soorten die zonder de juiste CITES documenten de EU zijn binnengebracht. Dit om te voorkomen dat onbedoeld uitvoervergunningen worden verstrekt door CITES autoriteiten van EU-lidstaten die geen weet hebben van de illegale herkomst of risico’s daaromtrent. De noodzaak hiervoor wordt binnen de EU gedeeld. Hoe een dergelijke lijst toegankelijk en actueel gehouden kan worden, wordt nu onderzocht. Een conceptlijst staat op de agenda van de eerstvolgende EU CITES-vergadering (2 oktober 2024).

Daarnaast is de inzet van Nederland om gezamenlijk te bepalen of aanscherping van de huidige EU richtsnoeren nodig en uitvoerbaar is, vooral als het gaat om de verkoop of plaatsing bij particulieren van inbeslaggenomen Bijlage B specimen.

Op het moment dat er sprake is van wijziging van de EU CITES verordeningen, zullen de EU-lidstaten beoordelen of aspecten uit richtsnoeren (beter) kunnen worden geborgd in de verordening.

De Nederlandse CITES Management Autoriteit zal de punten aangedragen door de stichting Natuurwet delen met de EU-lidstaten bij verdere besprekingen in EU verband.

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie

Naar boven