22 343 Handhaving milieuwetgeving

Nr. 332 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2022

In het Tweeminutendebat Publicatie Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021 van 1 juni 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 86, Tweeminutendebat Publicatie Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021) heeft het lid Van Esch (PvdD) een motie ingediend die verzoekt om onmiddellijk alle dieren afkomstig van het illegale fokbestand van de Somalische doornstaarthagedis in beslag te nemen en onder te brengen bij opvangcentra, en om ervoor te zorgen dat er geen vergunningen meer mogen worden afgegeven voor dieren waarvan niet kan worden vastgesteld dat het fokbestand bestaat uit rechtmatig verkregen dieren (Kamerstuk 22 343, nr. 325). Hierbij stuur ik uw Kamer mijn appreciatie als verantwoordelijk Minister voor de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES).

Het eerste verzoek vraagt om onmiddellijke inbeslagname van het illegale fokbestand. Inbeslagname is niet zomaar mogelijk en daarom moet ik de motie ontraden. Er wordt in verschillende EU-lidstaten met deze soort gekweekt. In het verleden zijn er CITES-exportvergunningen afgegeven op basis waarvan EU-lidstaten CITES-importvergunningen hebben afgegeven. Ik wil binnen de EU bespreken hoe er EU-breed mee om kan worden gegaan in het licht van de richtsnoeren «Proof of legal acquisition for live animals of annex B species and necessary documentary evidence» en de aankomende richtsnoeren «Captive Breeding».

Indien de motie wordt beperkt tot het tweede verzoek, zou ik de motie oordeel Kamer kunnen geven. Indien de legale herkomst niet kan worden aangetoond, kunnen er geen CITES-vergunningen afgegeven worden.

De Minister voor Natuur en Stikstof, C. van der Wal-Zeggelink

Naar boven