22 343 Handhaving milieuwetgeving

28 663 Milieubeleid

Nr. 368 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2023

Als onderdeel van de kwaliteitsborging binnen het VTH-stelsel vindt iedere twee jaar op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een onderzoek plaats naar de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken. Met dank aan alle partijen voor hun inzet en zoals aangekondigd in mijn brief van 4 juli jl.1, bied ik u met deze brief het rapport «Omgevingsdiensten in Beeld 2023» aan (bijlagen 1 en 2). Ook ga ik in deze brief in op een aantal toezeggingen die ik u gedaan heb.

Dit jaar bestond het tweejaarlijks onderzoek uit een kwantitatief deel waarin de cijfers van het onderzoek «Omgevingsdiensten in Beeld» uit 2021 zijn geactualiseerd en een kwalitatief deel dat voortborduurt op de kwalitatieve onderzoeken uit 2017 en 2019. Hierbij is extra aandacht besteed aan een aantal actuele onderwerpen binnen het VTH-stelsel. Voor het eerst is naar aanleiding van een toezegging aan de Eerste Kamer ook naar de rol van de rijkspartijen gekeken en dan met name naar Rijkswaterstaat (RWS) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Daarnaast dient het onderzoek als nulmeting voor het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel (IBT VTH).

Opbouw onderzoek

Het rapport «Omgevingsdiensten in beeld» bestaat uit twee delen: een hoofdrapport en een bijlagerapport. Het hoofdrapport is opgebouwd uit vier delen:

  • a) Omgevingsdiensten in beeld: 29 «foto’s» van omgevingsdiensten

    De kwantitatieve resultaten leveren geactualiseerde «foto’s» op van de omgevingsdiensten. Waar relevant, zijn de resultaten vergeleken met de «foto’s» uit 2021.

  • b) Onderzoek VTH 2023 Kwaliteit van uitvoering

    Dit deel gaat in op de kwalitatieve uitvoering van VTH-taken door omgevingsdiensten en het Rijk op basis van de verzamelde data. In dit deel is, waar relevant, een vergelijking gemaakt tussen dit onderzoek en de eerdere onderzoeken (2017 t/m 2021).

  • c) Verdieping op thema’s

    Verdiepende analyses zijn uitgevoerd op enkele actuele onderwerpen: de milieueffectrapportage, Wet natuurbescherming, bodem, indirecte lozingen, transitie circulaire economie en energie(besparing).

  • d) Resultaten van de uitvoering van de rijkspartijen

    De onderzoeksresultaten van de uitvoering van VTH door de rijkspartijen ILT, RWS, het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Straling (ANVS).

Bijlagenrapport

Het bijlagenrapport bevat de gestuurde vragenlijsten aan de omgevingsdiensten en rijkspartijen en een weergave van de kerngegevens per omgevingsdienst.

Resultaten onderzoek

Ik ben blij dat de onderzoekers constateren dat er positieve ontwikkelingen in gang gezet zijn in het VTH-stelsel. Kwantitatief vertaalt dit zich naar een zichtbare groei van personeel en budget bij de omgevingsdiensten. Tegelijkertijd doet het rapport meerdere constateringen die aandacht behoeven, zoals de actualisatie van vergunningen, het onderbrengen van wettelijk verplichte taken bij de omgevingsdiensten en de inzet van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke sancties. Ik ga met alle partijen in het VTH-stelsel in gesprek om hier vervolg aan te geven.

De onderzoekers constateren dat de datakwaliteit binnen het VTH-stelsel zorgelijk is. Het gebrek aan uniforme registratie van gegevens door omgevingsdiensten maakt dat de onderzoekers en de omgevingsdiensten veel inspanningen moesten leveren om tot de benodigde data te komen. Ook hebben de onderzoekers de keuze gemaakt om onbetrouwbare data niet weer te geven in het rapport. De onderzoekers doen de aanbeveling om de datakwaliteit te verbeteren. Samen met alle partijen in het VTH-stelsel pak ik deze aanbeveling op.

Dit is de eerste keer dat rijkspartijen zijn meegenomen in het onderzoek. De onderzoekers constateren hier dat voor een aantal taken de systematiek voor risicoanalyse wordt toegepast en dat de Landelijke Handhavingsstrategie grotendeels wordt gevolgd. Een scherpe afbakening van de rijkstaken in het VTH-stelsel bleek lastig. De onderzoekers bevelen aan om in toekomstige onderzoeken een scherpe afbakening vast te stellen welke aspecten in het VTH-stelsel onderzocht moeten worden. Hierbij kijk ik ook naar de acties van het IBP VTH om te komen tot een toekomstige Staat van VTH.

Toezeggingen aan Kamer

Met deze brief ga ik in op een tweetal toezeggingen:

1.

de Staatssecretaris zegt toe om een bandbreedte en/of inschatting van zowel het huidige aantal vergunningen als de te verwachten vergunningaanvragen met de Kamer te delen.

In het Tweeminutendebat van 6 april jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 71, item 6) heb ik de heer Haverkort (VVD) en mevrouw Van Esch (PvdD) bovenstaande toegezegd. Met de uitvraag voor het tweejaarlijks onderzoek zijn de omgevingsdiensten gevraagd om aan te geven welke vergunningaanvragen men verwacht. Het bleek voor de omgevingsdiensten niet mogelijk om een dergelijke voorspelling te doen.

Ik kan u wel een indicatie geven van de uit het tweejaarlijks onderzoek wel beschikbaar gekomen gegevens.

De omgevingsdiensten verschillen sterk in de grootte van het werkgebied, het aantal inrichtingen en het aantal vergunningverleners. Het tweejaarlijks onderzoek heeft zich gebaseerd op gegevens uit 2022. Op basis van deze onderzoeksgegevens variëren de verstrekte vergunningen in 2022 voor het basistakenpakket van 27 verstrekte vergunningen bij omgevingsdienst West-Holland tot 557 verstrekte vergunningen bij omgevingsdienst DCMR Rijnmond. Gemiddeld komt het neer op 153 verstrekte vergunningen per omgevingsdienst in 2022. Afgezet tegen het totaal aantal inrichtingen, komt dit gemiddeld neer op één vergunde vergunningaanvraag per vier inrichtingen in 2022.

2.

In dit onderzoek wordt de vraag meegenomen hoeveel aanvragen er momenteel per omgevingsdienst in behandeling zijn.

Ik heb de heer Haverkort (VVD) toegezegd om in het tweejaarlijks onderzoek nader te kijken naar het vergunningsproces. Mede hiervoor is de energietransitie als verdiepend thema opgenomen in het onderzoek. De onderzoekers constateren dat omgevingsdiensten het risico erkennen van doorlooptijden in het vergunningsproces die de energietransitie potentieel vertragen. Tegelijkertijd wijzen de bevraagde omgevingsdiensten ook op de algemene knelpunten bij vergunningverlening zoals onvolledige aanvragen en verschil van inzicht over te toe te passen best beschikbare technieken.

De onderzoekers zien dat omgevingsdiensten initiatieven ondernemen om het vergunningsproces te versnellen. Dit is ter aanvulling op de extra middelen die het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) beschikbaar stelt aan gemeenten en provincies hiervoor. Voorbeeld van een versnellingsinitiatief is een versnellingskamer waarin door een intensieve samenwerking tussen bedrijf en overheden knelpunten snel opgelost kunnen worden.

De onderzoekers geven aan dat omgevingsdiensten een toename zien van aanvragen die verband houden met de energietransitie. Een exact aantal kan niet worden gegeven omdat hiervoor geen aparte registratie wordt bijgehouden door de omgevingsdiensten. Ook kan geen voorspelling gedaan worden van toekomstige aanvragen.

Het IBP VTH werkt aan robuuste omgevingsdiensten met voldoende kennis en kunde om goed toegeruste omgevingsdiensten voor de opgaven van de toekomst te garanderen.

Tot slot

Het rapport toont aan dat alle partijen in het VTH-stelsel de afgelopen periode veel aandacht en energie in het VTH-stelsel hebben gestoken. Ik vind het belangrijk om deze voortgang te continueren. Daarom wil ik ook zorg dragen dat afdoende opvolging gegeven wordt aan de resultaten en aanbevelingen uit het onderzoeksrapport.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstukken 22 343 en 28 663, nr. 360.

Naar boven