Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 december 2023
Met deze brief informeer ik de Tweede Kamer dat de bilaterale onderhandelingen tussen
de Europese Commissie (Commissie), namens de Europese Unie (EU), en het Verenigd Koninkrijk
(VK) over de vangstmogelijkheden voor 2024 zijn afgerond en dat vandaag het akkoord
hierover is getekend. Specifiek informeer ik de Tweede Kamer met deze brief over de
vangstmogelijkheid voor tong, mede in relatie tot de aangenomen motie van het lid
Flach van de SGP-fractie c.s. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1603).
De vangstmogelijkheden voor tong voor 2024 houden een korting van -60% in ten opzichte
van dit jaar. De totaal toegestane vangst (Total Allowable Catch, TAC) is hiermee
vastgesteld overeenkomstig het wetenschappelijk advies voor tong en de geldende regelgeving.
Ik realiseer me terdege dat dit grote negatieve gevolgen voor de Nederlandse demersale
sector inhoudt, nu voor het derde jaar op rij een korting voor tong plaatsvindt. Daarnaast
hebben ook andere ontwikkelingen in de afgelopen tijd, waaronder de gestegen brandstofprijzen
als gevolg van de inval in Oekraïne, grote invloedgehad op de visserijsector. Zoals
ik in het tweeminutendebat over de Landbouw- en Visserijraad (LVR) 20 november en
11-12 december 2023 van 7 december jongstleden heb aangegeven zal ik hierover in januari
in gesprek gaan met de sector.
Voornoemde aangenomen motie van het lid Flach c.s. verzoekt dat ik mij tijdens de
LVR van 10-11 december aanstaande sterk maak voor halvering van de voorgenomen korting
op het tongquotum voor de Noordzeevisserij. Zoals ik ook al in mijn appreciatie op
de motie-Flach aangaf is, nu het akkoord met het VK is gesloten, het niet langer mogelijk
voor mij om deze uitkomst te beïnvloeden. Wel zal ik tijdens de komende LVR mijn zorgen
uiten over de gevolgen voor de Nederlandse demersale sector en een verklaring afgeven
bij de vaststelling van de Verordening vangstmogelijkheden voor de Atlantische Oceaan
en Noordzee voor 2023.
Ik heb op diverse momenten de sociaaleconomische gevolgen van dalende quota in de
LVR én bij de Europees Commissaris aan de orde gesteld. Ook in mijn bilaterale contacten
met collegaministers heb ik hierover gesproken. Ik ben dan ook blij dat op initiatief
van Frankrijk tijdens de LVR van november 2023 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1602) is gesproken over een aantal aspecten in de huidige inrichting van het systeem waaronder
de sociaaleconomische gevolgen, zoals ik gisteren in voornoemd tweeminutendebat ook
heb aangegeven. Daarnaast zal ik trachten in beeld te brengen wat de sociaaleconomische
gevolgen voor de tongvissers zullen zijn. Ik vind het namelijk van groot belang dat
er een goede balans is tussen wetenschappelijke adviezen en de sociaaleconomische
effecten. Voor de vissers die door deze uitkomst worden geraakt biedt dat nu geen
oplossing, maar ik hoop dat die balans in de toekomst tot andere resultaten kan leiden.
Tot slot verwacht ik dat de trilaterale onderhandelingen tussen de EU, VK en Noorwegen
en de bilaterale onderhandelingen tussen de EU en Noorwegen op zeer korte termijn
zullen worden afgerond en gepubliceerd. Ik zal de Tweede Kamer met het verslag van
de komende LVR nader informeren over de uitkomsten van alle onderhandelingen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema