22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2677 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juli 2018

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij drie fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche: Mededeling onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises

Fiche: Mededeling EU strategie tegen illegale vuurwapens en munitie (Kamerstuk 22 112, nr. 2678)

Fiche: Herziening controleverordening visserij (Kamerstuk 22 112, nr. 2679)

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Fiche: Mededeling onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Europese Raad over onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises.

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    18 mei 2018

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM (2018) 304

  • d) EUR-Lex

    https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52018DC0304&rid=1

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing

    Niet opgesteld

  • f) Behandelingstraject Raad

    Raad Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking (RBZ/OS)

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Buitenlandse Zaken

2. Essentie voorstel

In het licht van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties voor 2030 presenteert de Commissie een geactualiseerd kader met beleidsuitgangspunten waarmee zij de toenemende uitdagingen wil aanpakken op het terrein van onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises buiten de EU.

In haar benadering wil de Commissie de coördinatie, complementariteit en politieke actie versterken tussen de relevante externe EU-instrumenten voor onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises zowel op het terrein van humanitaire hulp als op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Daarbij hanteert de Commissie een breed onderwijsbegrip (van voorschools onderwijs tot tertiair onderwijs). Ook kiest de Commissie voor een brede benadering van noodsituaties en aanhoudende crises waartoe bijvoorbeeld ook noodsituaties op het terrein van de publieke gezondheid, het voorbereid zijn op rampen en conflicten en het herstel daarvan behoren.

De Commissie wil gezamenlijke en gecoördineerde programmering en planning bevorderen binnen de Commissie zelf, met de EU-lidstaten en met andere donoren en partners. Ook wil de Commissie steun geven aan wereldwijd gecoördineerde, tijdige, voorspelbare en flexibele financiering voor onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises.

De Commissie streeft ernaar vanaf 2019 10 procent van haar humanitaire hulp voor onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises te bestemmen. De Commissie zet ook in haar bilaterale ontwikkelingssamenwerking in op onderwijs in fragiele staten en in crisissituaties, want fondsen vanuit noodhulp alleen zullen niet voldoende zijn om de plannen te realiseren. Daarnaast steunt de Commissie mondiale initiatieven, zoals het Global Partnership for Education (GPE) en Education Cannot Wait (ECW). De Commissie is een belangrijke donor op het terrein van onderwijs in respons op de crisis in de regio rondom Syrië.

De Commissie wil zich richten op:

  • 1. Het versterken van systemen en partnerschappen voor een snelle, efficiënte, effectieve en innovatieve respons inzake onderwijs;

  • 2. Het bevorderen van toegang tot inclusief onderwijs dat gelijke kansen biedt;

  • 3. Het aanmoedigen van onderwijs gericht op vrede en bescherming;

  • 4. Het ondersteunen van kwaliteitsonderwijs gericht op betere leerresultaten.

De Commissie noemt hiertoe een groot aantal acties, zoals het steunen van onderwijsinitiatieven die mondiale coordinatie van financiering, transparantie en accountability ondersteunen; een focus in onderwijssteun op de meest kwetsbare en achtergestelde groepen, zoals vluchtelingen, ontheemden, kinderen en jongeren die niet naar school gaan; steun voor vredesonderwijs en psycho-sociale hulp; verbetering van curricula en diploma-erkenning, het opleiden van meer goede leraren en steun aan relevant beroepsonderwijs.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

In de beleidsnota Investeren in Perspectief. Goed voor de wereld, goed voor Nederland1 van mei 2018 geeft het kabinet aan ontwikkelingssamenwerking meer te richten op het voorkómen van conflicten en het tegengaan van instabiliteit en onveiligheid. In de nabijheid van Europa heeft een groeiend aantal landen hiermee te kampen, met name in West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Bovendien concentreert extreme armoede in de wereld zich vooral in fragiele regio’s. Het is in ieders belang om de grondoorzaken hiervan in samenwerking met de landen zelf aan te pakken. De snelgroeiende groep jongeren in deze regio’s heeft perspectief nodig op een toekomst met werk, onderwijs, gelijke kansen en veiligheid. Versterking van de positie van vrouwen en meisjes is daarbij een cruciale factor.

Het kabinet kondigt daarom in de nota Investeren in perspectief (bijlage bij Kamerstuk 34 952, nr. 1) extra investeringen aan in programma’s voor (beroeps)onderwijs voor jongeren en vrouwen in de focusregio’s. Zo gaat Nederland via het Global Partnership for Education (GPE) een nieuwe bijdrage leveren aan ondersteuning van het onderwijsbeleid in de armste landen, waarbij de fondsen vooral worden ingezet in landen die achterblijven, zoals in de Sahel en de Hoorn van Afrika. Het GPE is in 2002 mede door Nederland opgericht en heeft sindsdien meer dan zestig ontwikkelingslanden geholpen bij het verbeteren van hun onderwijssystemen en het uitvoeren van hun onderwijsplannen. Nederland steunt ook Education Cannot Wait, een mondiaal fonds voor onderwijs in noodsituaties, en zal meer gaan investeren in beroepsonderwijs om jongeren en vrouwen meer kans te geven op de lokale arbeidsmarkt.

Daarnaast geeft het kabinet in de nota Investeren in perspectief (bijlage bij Kamerstuk 34 952, nr. 1) opvang en bescherming van vluchtelingen in de regio hoge prioriteit. Nederland steunt onderwijs- en trainingsprogramma’s voor vluchtelingenkinderen en jongeren en hun gastgemeenschappen in Jordanië en Libanon en breidt dit uit naar Irak en de Hoorn van Afrika. Door het aanbieden van opleidingen en trainingen bevordert Nederland zowel dat het lokale bedrijfsleven meer vluchtelingen in dienst neemt als dat vluchtelingen in staat zijn zelf een inkomen te verwerven. Ten slotte werkt Nederland ook met organisaties en instanties die gastgemeenschappen helpen voorzieningen voor vluchtelingen uit te breiden en te integreren in hun planning. Het kabinet vindt ook dat bescherming van kwetsbare groepen (zoals minderheden, slachtoffers van seksueel geweld en kinderen) integraal onderdeel moet zijn van programma’s die Nederland ondersteunt, zowel in bilateraal als multilateraal verband.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Nederland vindt de mededeling van de Commissie opportuun in het licht van de prioriteit die Nederland geeft aan het voorkómen van uitsluiting en armoede en daarmee aan het tegengaan van instabiliteit en conflicten. Prioriteit in het beleid van de Commissie voor meer onderwijs om de snelgroeiende groepen (vluchtelingen)kinderen en jongeren in instabiele, fragiele en crisisgebieden meer perspectief te geven acht Nederland zeer wenselijk. Dat ook rampen op het terrein van de publieke gezondheid, het voorbereid zijn op rampen en conflicten en het herstel daarvan deel uitmaken van de benadering van de Commissie draagt bij aan de doelstellingen van de Internationale Gezondheidsregeling (Wereldgezondheidsorganisatie, 2005).

Nederland verwelkomt het streven van de Commissie vanaf 2019 10 procent van haar humanitaire hulp voor onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises te bestemmen.

Nederland kan zich in het algemeen goed vinden in de uitgangspunten die de Commissie hanteert voor onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises:

  • Nederland deelt de inzet van de Commissie om gezamenlijke en gecoördineerde onderwijsprogrammering en -planning te bevorderen en om bij te dragen aan wereldwijd gecoördineerde, tijdige, voorspelbare en flexibele financiering voor onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises.

  • Het bevorderen van toegang tot inclusief onderwijs dat gelijke kansen biedt behoort tot de kern van het Nederlandse beleid op dit terrein.

  • Nederland deelt de visie van de Commissie dat onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises mede gericht moet zijn op het voorkómen van conflicten en op vaardigheden voor conflicthantering (vredesonderwijs). Aandacht voor publieke gezondheidsaspecten in het onderwijs past hierbij. Nederland onderschrijft dat scholen en leerkrachten in de betrokken landen een veilige omgeving moeten bieden met speciale aandacht voor kwetsbare groepen, zoals minderheden en slachtoffers van seksueel geweld.

  • Ook de steun van de Commissie voor kwaliteitsonderwijs met betere leerresultaten dat de kansen op de lokale arbeidsmarkt in de betrokken landen vergroot, sluit aan bij de visie van Nederland. Het kabinet wijst erop in de Nota Investeren in perspectief (bijlage bij Kamerstuk 34 952, nr. 1) dat relevant onderwijs de kans op werk en inkomen vergroot en jonge vrouwen en meisjes meer keuzevrijheid geeft.

Het kabinet geeft in de Nota Investeren in perspectief (bijlage bij Kamerstuk 34 952, nr. 1) prioriteit aan de regio’s Midden-Oosten en Noord-Afrika, Hoorn van Afrika en de Sahel. Ook hecht het kabinet eraan dat onderwijs in deze regio’s de kansen op de lokale arbeidsmarkt vergroot. Nederland zal zich ervoor inzetten dat deze punten bij de verdere uitwerking van de Commissievoorstellen en het opstellen van toekomstige Raadsconclusies prioriteit krijgen.

Nederland zou graag verscherpte inzet zien in de Mededeling voor de positie van vrouwen en meisjes en zal zich ervoor inzetten dat gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes hoge prioriteit krijgen bij de verdere uitwerking van de Commissievoorstellen en het opstellen van eventuele Raadsconclusies.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Onbekend.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

De Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De mededeling heeft betrekking op het terrein van ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp. Op dit terrein heeft de EU een gedeelde bevoegdheid met de lidstaten en geldt dat de lidstaten (parallel aan de Unie) bevoegd blijven hun eigen beleid te voeren (art. 4, lid 4, VWEU).

b) Subsidiariteit

Het Nederlandse grondhouding ten opzichte van subsidiariteit is positief. De mededeling bevat een voorstel voor een geactualiseerd EU-beleidskader om -via het externe optreden van de EU- toenemende uitdagingen op het terrein van onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises buiten de EU aan te pakken. Deze uitdagingen kunnen beter aangepakt worden wanneer (ook) de Unie deelneemt, aangezien de EU als geheel een grotere slagkracht (op politiek en economisch niveau) heeft dan de lidstaten afzonderlijk.

c) Proportionaliteit

Het Nederlandse grondhouding ten opzichte van de proportionaliteit is positief. De acties die de Commissie voorstelt laten voldoende ruimte voor nationale inzet en staan inhoudelijk in de juiste verhouding tot de geformuleerde doelstellingen. De voorgestelde aanpak is passend ten opzichte van het beoogde doel. Het voorstel van de Commissie om coördinatie en complementariteit te versterken kan bijdragen tot een effectievere inzet van externe EU-instrumenten voor onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises, zowel op het terrein van humanitaire hulp als op het terrein van ontwikkelingssamenwerking.

d) Financiële gevolgen

Nederland zal de Commissie vragen precies aan te geven wat het financieel beslag van de toekomstige voorstellen zal zijn. Nederland is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.

In mei 2018 heeft de Commissie een voorstel gepresenteerd voor het Meerjarig Financieel Kader 2021–2027 (MFK). In dat kader zal door de lidstaten worden besloten hoeveel fondsen beschikbaar worden gesteld voor het EU extern beleid. EU-steun aan onderwijs in noodsituaties en aanhoudende crises gefinancierd uit middelen voor humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking maakt daarvan deel uit. Besluitvorming over de toekomstige EU-middelen voor dit beleidsterrein is onderdeel van de integrale besluitvorming over het MFK, die op een later moment zal volgen.

e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht

Geen


X Noot
1

Bijlage bij Kamerstuk 34 952, nr. 1.

Naar boven