22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2459 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 januari 2018

Hierbij wil ik reageren op het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken van 7 december 2017, om een kabinetsappreciatie van de contributies en de conclusies van de LVIII COSAC in Tallinn van 26 tot 28 november 2017.

Uit de vele contributies blijkt het belang van interparlementaire samenwerking en de waarde van de uitwisseling van ideeën en ervaringen in de parlementaire context in de Europese Unie. Nationale parlementen hebben immers een bijzondere verantwoordelijkheid binnen het institutioneel kader van de EU, zoals onder andere vastgelegd in de Verdragen van de Europese Unie. Dit blijkt ook uit de conclusies van de LVIII COSAC; nationale parlementen leveren een onmisbare bijdrage aan het vergroten van begrip, vertrouwen en draagvlak voor Europese samenwerking.

Met het oog op uw verzoek om speciale aandacht te besteden aan transparantie, beperkt deze appreciatie zich tot de conclusies in hoofdstuk twee «Bringing the European Union closer to its citizens».

Het kabinet is blij met de recente inspanningen van de Eerste en Tweede Kamer binnen de COSAC ten behoeve van het vergroten van transparantie binnen de Europese besluitvorming. Het slagen van een ambitieuze Europese transparantieagenda is enkel mogelijk indien transparantie door alle instellingen en lidstaten als gedeelde verantwoordelijkheid wordt beschouwd. Het kabinet zet daarom de proactieve transparantieagenda, die het vorige kabinet heeft ingezet voort. Uitgangspunt hierbij is het in 2015 op Nederlands initiatief tot stand gekomen non-paper over transparantie in de EU, waarbij Nederland samen met Denemarken, Estland, Finland Slovenië en Zweden opgetrokken is (Zie Kamerstuk 21 501-02, nrs. 1495 en 1512). In de afgelopen jaren zijn aan de hand van de onderdelen van dit non-paper verschillende stappen gezet. Meest recent is in december 2017 binnen de Raad overeenstemming bereikt over toetreding van de Raad tot een verplicht transparantieregister van de drie instellingen. In dit kader zal de Raad binnenkort met de andere instellingen in onderhandeling treden voor het afsluiten van een interinstitutioneel akkoord. Tevens is in december het register voor gedelegeerde handelingen gerealiseerd (https://webgate.ec.europa.eu/regdel/#/home). Met het oog op het Europees krachtenveld ten aanzien van transparantie in de EU, waarbij de zes hierboven genoemde gelijkgezinde landen een voorhoede vormen op andere lidstaten, acht het kabinet het van belang dat ook via parlementaire weg verdere aandacht aan het belang van vergroting van transparantie in de EU wordt gegeven in lidstaten.

In de nationale context zet het kabinet zich ervoor in dat het parlement steeds actief en tijdig wordt geïnformeerd over Europese ontwikkelingen, binnen de kaders van de Grondwet en het EU-recht. De Kamer wordt op velerlei wijze geïnformeerd over discussies en besluitvorming aangaande Europese zaken. Hierbij moet gedacht worden aan BNC-fiches, geannoteerde agenda’s van Raden en de Europese Raad, alsook de verslagen hiervan. Dit geldt ook voor informele Europese bijeenkomsten en de EU uittredingsonderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk. Het kabinet is van mening dat de huidige afspraken enerzijds passen bij de wens van de Kamer om in de openbaarheid het kabinet te kunnen controleren, en anderzijds recht doen aan de noodzaak om bepaalde gevoelige informatie niet openbaar maar vertrouwelijk met het parlement te delen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra

Naar boven