22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1893 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2014

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij vier fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Richtlijn verspreiding gegevens van aardobservatiesatellieten voor commerciële doeleinden (Kamerstuk 22 112, nr. 1892)

Fiche 2: Besluit opvolger programma interoperabiliteitoplossingen voor Europese overheidsorganisaties (ISA2)

Fiche 3: Verordening statistiek betalingsbalans, internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen (Kamerstuk 22 112, nr. 1894)

Fiche 4: Aanpassing Dublin-verordening (Kamerstuk 22 112, nr. 1895)

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: Besluit opvolger programma interoperabiliteitoplossingen voor Europese overheidsorganisaties (ISA2)

1. Algemene gegevens

a) Titel voorstel

Besluit van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling van een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)1 in Europa Interoperabiliteit als middel om de overheidssector te moderniseren.

b) Datum ontvangst Commissiedocument

26 juni 2014.

c) Nr. Commissiedocument

COM(2014) 367.

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld.

f) Behandelingstraject Raad

Telecomraad. De verwachting is dat de bespreking onder het Italiaans voorzitterschap wordt gestart en dat de besluitvorming tijdens het Lets voorzitterschap (eerste semester 2015) wordt afgerond.

g) Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

h) Rechtsbasis

Artikel 172 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

i) besluitvormingsprocedure Raad

Gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.

j) rol Europees parlement

Medebeslissing.

2. Essentie voorstel

  • a) Inhoud voorstel

    Het voorstel betreft een vijfjarig programma (2016–2020) voor de ontwikkeling en verbetering van interoperabiliteitsoplossingen voor overheidsdiensten, bedrijven en burgers in Europa. Het ISA2-programma is de opvolger van het bestaande EU-programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) dat is vastgesteld bij Besluit nr. 922/2009/EG2 en dient ter consolidering, bevordering en uitbreiding van de activiteiten daarvan.

    Al bij het ISA-programma was het risico onderkend dat ontwikkelingen op het gebied van elektronische overheid in de lidstaten, indien niet op elkaar afgestemd, zouden kunnen leiden tot elektronische barrières («e-barriers»), door het nationale karakter en door het gebrek aan interoperabiliteit op Europees niveau, waardoor burgers en ondernemingen minder gemakkelijk elektronisch kunnen communiceren met buitenlandse overheidsinstellingen dan lokale burgers en ondernemingen. Ook met het nieuwe programma wordt beoogd efficiënte en effectieve elektronische interactie (grens- of sectoroverschrijdend) tussen Europese overheidsdiensten3 te bevorderen, alsmede interacties tussen overheidsdiensten onderling en met burgers en bedrijven. Met de interoperabiliteitsoplossingen worden overheidsdiensten ondersteund bij de tenuitvoerlegging van EU-beleidsmaatregelen en -activiteiten. Oplossingen worden vervolgens ter beschikking gesteld aan nationale, regionale en lokale overheden voor onbeperkt gebruik.

    De interoperabiliteitsoplossingen in het programma bestaan uit gemeenschappelijke kaders, gemeenschappelijke diensten en generieke instrumenten ter bevordering van de samenwerking tussen overheidsdiensten. De interoperabiliteitsoplossingen zijn niet verplichtend. Het programma bevordert tevens de beoordeling van ICT implicaties van EU-wetgeving. De ontwikkeling en het beheer van de interoperabiliteitsoplossingen worden vanuit het programma gefinancierd. Het gebruik van de oplossingen wordt door de gebruikers gefinancierd.

    Het voorstel sluit aan op andere initiatieven die bijdragen aan de modernisering van overheidsdiensten, zoals de Digitale Agenda voor Europa, Horizon 2020, de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility, CEF) en netwerken als het Netwerk van Europese overheidsdiensten (EUPAN), de investeringsfondsen en de Europese structuurfondsen. De tenuitvoerlegging van het programma ligt bij de Commissie. De Commissie wordt bijgestaan door het ISA2-comité volgens de onderzoeksprocedure.

  • b) Impact assessment Commissie

    De Commissie heeft geen officiële impact assessment uitgevoerd. De effectbeoordeling is gebaseerd op verschillende evaluaties van voorgaande programma’s. De gevolgen voor de lidstaten zijn ook niet dermate ingrijpend, dat een uitgebreide impact assessment nodig is.

    In de evaluatie van het ISA-programma is geconcludeerd dat het programma in overeenstemming was met de beleidsprioriteiten van de Commissie en de behoeften van de lidstaten alsmede dat het op doeltreffende en samenhangende wijze was uitgevoerd, waarbij resultaten zijn behaald die door de diensten van de Commissie en de lidstaten zijn hergebruikt. Er zijn echter ook enkele tekortkomingen geconstateerd en aanbevelingen voor maatregelen op de volgende gebieden gedaan:

    • communicatie en voorlichting;

    • betrokkenheid van de belanghebbenden en continuïteit in het projectbeheer; en

    • het voorkomen van overlappingen en dubbel werk, verbetering van het hergebruik van de oplossingen en waarborgen van beheer.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

  • a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

    Het kabinetsbeleid is erop gericht dat burgers en bedrijven hun zaken met de overheid overwegend digitaal kunnen gaan afhandelen. In de Visiebrief over Digitale overheid4 en de kamerbrief Actualisatie Digitale Agenda5 heeft het kabinet uiteengezet hoe het deze doelstelling zal realiseren. In dit kader wordt o.a. voorzien in een generieke digitale infrastructuur. Bovendien wordt gewerkt binnen de kaders van Nederlandse Overheidsreferentie Architectuur (NORA). De acties van ISA2 ten aanzien van de promotie van open standaarden sluiten tevens goed aan bij het Nederlandse open standaarden beleid.

    De internationale interoperabiliteit stelt eisen en biedt kansen aan de nationale kaders, standaarden en voorzieningen. Geborgd dient te blijven dat deze voldoende afgestemd zijn op de Europese kaders. Het ISA2-programma voorziet in de afstemming tussen de Commissie en lidstaten, waarmee de ontwikkeling van de Nederlandse overheidsinformatieinfrastructuur binnen de Europese kaders verder bevorderd wordt.

  • b) Beoordeling en inzet ten aanzien van dit voorstel

    Nederland verwelkomt dit initiatief. Nederland zal actief betrokken zijn bij de verdere uitvoering van het programma. Het ISA2-programma voorziet in de afstemming tussen de Commissie en lidstaten, waarmee de ontwikkeling van de Nederlandse overheidsinformatieinfrastructuur binnen de Europese kaders verder bevorderd wordt.

    Nederland wil graag dat initiatieven in het kader van ISA2 complementair zullen zijn aan de bereikte resultaten en ontwikkelingen van andere, voornamelijk Europese, initiatieven die bijdragen aan de modernisering van overheidsdiensten, alsmede initiatieven in het kader van e-overheid, e-gezondheid, e-facturering, e-aanbesteding en op het gebied van douanerechten, belastingen, accijnzen en heffingen. Ook pleit Nederland ervoor dat de activiteiten van het ISA2-programma voortbouwen op de onlangs aangenomen Europese wetgeving op het gebied van elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (waaronder elektronische authenticatie en elektronische documenten), en op het gebied van hergebruik van overheidsinformatie.

    Nederland zet zich in voor verbetering van de volgende tekortkomingen:

    • communicatie en voorlichting;

    • betrokkenheid van de belanghebbenden en continuïteit in het projectbeheer;

    • het voorkomen van overlappingen en dubbel werk, verbetering van het hergebruik van de oplossingen en waarborgen van beheer;

    • het toezicht op de resultaten dient te worden voortgezet en dient de kwantificering van de voordelen van het programma te omvatten;

    • het nieuwe ISA-programma dient bij te dragen tot interoperabiliteit in een bredere context door gebruik te maken van een architectuurmodel/-instrument, zoals het «Europese interoperabiliteitskaartsysteem»; en

    • het programma dient uit te gaan van een op behoeften gebaseerde aanpak.

  • c) Eerste inschatting van krachtenveld

    Het voorstel is een vervolg op het bestaande ISA-programma, waarin alle lidstaten participeren. Bovendien heeft het Europees parlement het belang van het ISA-programma erkend in relatie met de Digitale Interne Markt. Het voorstel voor ISA2 is opgesteld in consultatie met de lidstaten. Daaruit bleek brede steun voor de contouren van het programma.

4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit

  • a) Bevoegdheid

    Artikel 172 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Hierin is geregeld dat de Unie bijdraagt aan de totstandbrenging en ontwikkeling van trans-Europese netwerken, waaronder voor telecommunicatie, door interoperabiliteit van nationale netwerken te bevorderen. Nederland kan zich vinden in de keuze voor de rechtsbasis.

  • b) Subsidiariteit

    Positief; Het programma beoogt efficiënte en effectieve elektronische interactie (grens- of sectoroverschrijdend) tussen EU-diensten van overheidsdiensten van EU-lidstaten te bevorderen. De Commissie werkt aan interoperabiliteitsoplossingen voor de lidstaten. Deze zouden niet voldoende tot stand komen zonder actie van de Commissie op dit punt.

  • c) proportionaliteit

    Positief; de bovengenoemde oplossingen zijn niet verplichtend van aard. Het laat voldoende ruimte aan Nederland om het eigen beleid uit te voeren.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

  • a) Consequenties EU-begroting

    De financiële middelen voor de uitvoering van het nieuwe ISA2-programma voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020 bedragen 131 miljoen EUR. Het voorgestelde budget is in overeenstemming met het huidige meerjarig financieel kader voor de periode 2014–2020. Daarnaast is het budget vergelijkbaar met het budget van het voorafgaande programma.

    Nederland is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.

  • b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden

    Het ontwikkelen en verbeteren van de interoperabiliteitsoplossingen binnen het ISA2-programma worden gefinancierd door de Europese Commissie. Uit het voorstel valt op te maken dat gebruik van de voorzieningen geschiedt op basis van vrijwilligheid. Waar lidstaten ervoor kiezen deze te gebruiken, worden de kosten voor het gebruik door de lidstaten zelf betaald. Ditzelfde geldt voor decentrale overheden.

    De verwachting is dat door gemeenschappelijke ontwikkeling in het kader van ISA2, de kosten lager uitvallen dan wanneer Nederland vergelijkbare diensten en producten zelf zou moeten ontwikkelen en beheren.

    Eventuele budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijk(e) departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline.

  • c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

    Geen.

  • d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger

    De Commissie stelt in de onderbouwing van het voorstel dat oplossingen die in het kader van het programma worden ontwikkeld, de financiële en administratieve lasten voor de interactie tussen Europese overheidsdiensten zullen doen verminderen. Dit wordt echter niet onderbouwd.

  • e) Gevolgen voor concurrentiekracht

    De Commissie stelt in de onderbouwing van het voorstel dat interoperabiliteit van essentieel belang is om het maatschappelijke en economische potentieel van ICT te benutten.

6. Implicaties juridisch

  • a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)

    Geen.

  • b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan

    Bij de aanvang van het ISA2-programma stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen een voortschrijdend werkprogramma vast voor de uitvoering van acties. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Hier zitten geen zware implicaties voor Nederland aan, omdat de aangedragen oplossingen niet verplichtend zijn.

  • c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

    Het besluit is van toepassing op een programma met een looptijd van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020.

  • d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

    Het programma wordt onderworpen aan een tussentijdse beoordeling en een eindbeoordeling, waarvan de resultaten uiterlijk op 31 december 2018 en 31 december 2021 aan het Europees parlement en de Raad worden meegedeeld.

7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving

De Europese Commissie zorgt voor de uitvoering van het programma. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het ISA2-comité over de tenuitvoerlegging van het programma. Voor de afstemming met de nationale activiteiten zorgen de verantwoordelijke ministeries (BZK en EZ). Voor Nederland zijn er geen gevolgen voor uitvoering en/of handhaving.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Geen.


X Noot
1

De verkorte naam van het programma zoals door de Europese Commissie voorgesteld luidt «ISA2», dus met het cijfer «2» in superscript.

X Noot
2

Interoperable Solutions for European Public Administrations (ISA).

X Noot
3

Hieronder wordt verstaan de Europese instanties en overheidsorganisaties in de lidstaten.

X Noot
4

Kamerstuk II, 26 642, nr.208.

X Noot
5

Kamerstuk II, 295151, nr.346.

Naar boven