22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1682 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2013

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij zes fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Verordening tot instelling van het Europees Openbaar Ministerie (Kamerstuk 22 112, nr. 1681)

Fiche 2: Mededeling verbetering bestuur van OLAF

Fiche 3: Verordening betreffende het EU-Agentschap voor justitiële

samenwerking in strafzaken (Eurojust) (Kamerstuk 22 112, nr. 1683)

Fiche 4: Stroomlijning richtlijn drukapparatuur (Kamerstuk 22 112, nr. 1684)

Fiche 5: Mededeling en verordening emissies maritiem vervoer (Kamerstuk 22 112, nr. 1685)

Fiche 6: Verordening einde-afval-criteria teruggewonnen papier (Kamerstuk 22 112, nr. 1686)

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: Mededeling verbetering bestuur van OLAF

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: «De governance van OLAF en de procedurele waarborgen bij onderzoeken versterken: stapsgewijze benadering ter flankering van de instelling van een Europees Openbaar Ministerie»

Datum ontvangst Commissiedocument

18 juli 2013

Nr. Commissiedocument

COM(2013)533

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet beschikbaar.

Behandelingstraject Raad

ECOFIN

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Veiligheid en Justitie

2. Essentie voorstel

De voorliggende mededeling maakt onderdeel uit van het op 17 juli 2013 door de Commissie gepresenteerde pakket van maatregelen inzake de verbetering van de bestrijding van EU-fraude, dat wil zeggen fraude waardoor de financiële belangen van de EU worden geschaad, waarbij de nadruk ligt op de inzet van het strafrecht. Het voorstel voor de oprichting van een Europees Openbaar Ministerie (COM(2013)534) en het voorstel inzake het agentschap van de EU voor strafrechtelijke samenwerking (Eurojust) (COM (2013) 533) maken eveneens deel uit van dat pakket. Hierover zijn separate fiches opgesteld.

OLAF, het Europees Bureau voor fraudebestrijding, is opgericht in 1999 om de strijd tegen fraude en andere onwettige activiteiten waardoor de belangen van de Unie worden geschaad, doeltreffender aan te pakken. In de mededeling stelt de Commissie dat de rol van OLAF ingrijpend zal veranderen als gevolg van de oprichting van het Europees OM (hierna: EOM). In gevallen waarin sprake is van een vermoeden van strafbare feiten zal OLAF de zaak voortaan moeten overdragen aan het EOM, dat verantwoordelijk is voor het strafrechtelijke onderzoek en eventueel de vervolging. OLAF zal het EOM daarbij ondersteunen, zoals het dat nu doet in de relatie tot de nationale autoriteiten. De fundamentele verschuiving van administratieve onderzoeken door OLAF naar strafrechtelijke onderzoeken door het EOM brengt volgens de Commissie mee dat de OLAF-verordening op een aantal punten zal moeten worden aangepast. Hervorming van de OLAF-verordening is al geruime tijd onderwerp van onderhandelingen. In 2006 deed de Commissie een voorstel, dat in 2010 werd herzien en waarover onlangs een akkoord is bereikt. De nieuwe verordening is nog niet in werking getreden. Dat zal naar verwachting op 1 oktober a.s. het geval zijn.

De Commissie kondigt in de onderhavige mededeling twee concrete acties aan in aanvulling op de recente hervorming van de OLAF-verordening te weten:

  • de aanstelling van een onafhankelijke controleur voor het toezicht op de naleving van procedurele waarborgen. Deze zal administratief bij de Commissie worden ondergebracht. Doel hiervan is dat personen die in OLAF-onderzoeken zijn betrokken een nieuw verhaalsrecht krijgen bij vermeende procedurele onregelmatigheden van OLAF, en

  • de versterking van procedurele waarborgen in het geval van door OLAF uitgevoerde onderzoeksactiviteiten die naar hun aard vergelijkbaar zijn met huiszoekingen en inbeslagnames.

Daarnaast kondigt de Commissie voorstellen aan om de OLAF-verordening in overeenstemming te brengen met de verordening inzake het EOM.

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

Op basis van artikel 325 VWEU heeft de EU de bevoegdheid om maatregelen te nemen ter bestrijding van EU-fraude. De subsidiariteit en proportionaliteit beoordeelt het kabinet vanuit een positieve grondhouding. Aanpassingen binnen een EU-instelling zoals OLAF zijn alleen op EU-niveau mogelijk. De voorgestelde maatregelen lijken in verhouding te staan tot het doel, maar de concrete uitwerking door de Commissie wordt afgewacht. Voor de beoordeling van de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten wacht het kabinet de concrete voorstellen van de Commissie ter uitwerking van de onderhavige mededeling af.

De Commissie verwacht dat dit voorstel de begroting van OLAF met € 0,5 miljoen per jaar zal doen stijgen (vier medewerkers). Aan de andere kant is er een daling van het OLAF-budget door overheveling van OLAF-staf naar het nieuw op te richten EOM (zie hiervoor het fiche over de verordening tot instelling van het EOM).

4. Nederlandse positie over de mededeling

Het kabinet staat welwillend tegenover de twee concrete voorstellen van de Commissie ter uitwerking van de onderhavige mededeling en wacht de uitwerking daarvan met belangstelling af. Uiteraard zal het kabinet bij de beoordeling daarvan bijzondere aandacht besteden aan de relatie van die voorstellen tot (de uitkomst van de onderhandelingen over) het voorstel voor de verordening inzake het EOM.

Naar boven