22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1503 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij zes fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Verordening Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire

hulpverlening (Kamerstuk 22 112, nr. 1499)

Fiche 2: Mededeling aanboren van het potentieel van cloud computing in

Europa (Kamerstuk 22 112, nr. 1500)

Fiche 3: Mededeling steun aan de culturele en creatieve sector (Kamerstuk 22 112, nr. 1501)

Fiche 4: Mededeling en verordeningen medische hulpmiddelen en in-vitro

Diagnostiek (Kamerstuk 22 112, nr. 1502)

Fiche 5: Verordening openbaarmaking begunstigden Gemeenschappelijk

Landbouwbeleid, EL&I 551

Fiche 6: Mededeling extern EU luchtvaartbeleid (Kamerstuk 22 112, nr. 1504)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Fiche : Verordening openbaarmaking begunstigden Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Wijziging van voorstel COM(2011) 628 definitief/2 van de Commissie voor een Verordening van het Europees Parlement en van de Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (onderdeel openbaarmaking GLB begunstigden).

Datum Commissiedocument

25.9 2012

Nr. Commissiedocument

COM (2012)551

Prelex

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=en&DosId=200808

Nr. Impact Assessment Commissie en Opinie Impact Assessment Board

n.v.t.

Behandelingstraject Raad

Dit onderwerp zal worden behandeld in de Landbouwraad.

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Rechtsbasis, besluitvormingsprocedure Raad, rol Europees Parlement, gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

  • a) Rechtsbasis

    Artikel 43, lid 2 VWEU

  • b) Besluitvormingsprocedure Raad en rol Europees Parlement

    In de Raad wordt hierover gestemd met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Het Europees Parlement heeft medebeslissingsrecht.

  • c) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

    Volgens het voorstel krijgt de Commissie de bevoegdheid volgens de onderzoeksprocedure uitvoeringsregels vast te stellen over de vorm van de publicatie, over de kennisgeving aan begunstigden en over de samenwerking tussen Commissie en lidstaten op dit terrein.

2. Samenvatting BNC-fiche

Door het arrest van het Hof van Justitie in de gevoegde zaken C-92/09 en C93/09 zag de Commissie zich in 2010 genoodzaakt de publicatieplicht van GLB-begunstigden te beperken tot rechtspersonen. Met het nu voorliggende voorstel beoogt de Commissie de plicht tot openbaarmaking voortaan ook weer te laten gelden voor natuurlijke personen. Door de namen van kleine begunstigden niet onder de publicatieplicht te laten vallen, wordt daarbij in lijn met de uitspraak van het Hof gekozen voor een bekendmaking die het recht op bescherming van de persoonsgegevens minder aantast. Nederland kan zich in grote lijnen vinden in het Commissievoorstel, maar staat open voor ideeën over een andere invulling van de de-minimisdrempel als daarmee het gewenste evenwicht tussen openbaarmaking en bescherming van persoonlijke gegevens nog beter gewaarborgd kan worden. Nederland zal aandringen op verbetering van de motivering bij het voorstel. Met het voorstel om op maatregelniveau te publiceren, kan worden ingestemd. Om de kosten van openbaarmaking binnen de perken te houden, is het wel van belang voorschriften over een al te grote mate van gedetailleerdheid te voorkomen.

3. Samenvatting voorstel

• Inhoud voorstel

Openbaarmaking begunstigden

Met dit voorstel beoogt de Commissie de plicht tot openbaarmaking van GLB-begunstigden voortaan ook weer te laten gelden voor natuurlijke personen, met uitzondering van kleine begunstigden. Door het arrest van het Hof van Justitie in de gevoegde zaken C-92/09 en C93/09 zag de Commissie zich in 2010 genoodzaakt de publicatieplicht te beperken tot rechtspersonen. Volgens het Hof hadden Raad en Commissie vormen van publicatie in overweging moeten nemen die het recht op de bescherming van de persoonsgegevens minder zouden aantasten en waarmee toch de doelstelling van openbaarmaking bereikt zou worden.

In het nu voorliggende Commissievoorstel wordt aan de bezwaren van het Hof tegemoet gekomen door:

  • de publicatieplicht duidelijker te baseren op de noodzaak van een publieke controle op de besteding van de landbouwgelden.

  • per begunstigde meer informatie te verstrekken over de maatregelen waarvoor de steun werd ontvangen.

  • Een de-minimisdrempel in te stellen: de naam van de begunstigde wordt alleen bekend gemaakt als deze een jaarlijks steunbedrag van 500 à 1 000 euro (verschilt per lidstaat) overschrijdt. Voorgesteld wordt bij de publicatie van rechtspersonen dezelfde drempel te hanteren.

De Commissie wil de nieuwe regels laten ingaan bij de inwerkingtreding van het nieuwe GLB op 1 januari 2014. Het voorstel betreft een nadere uitwerking van artikel 31 (over de openbaarmaking van begunstigden van EU-fondsen) van het Financieel Reglement.

• Impact assessment Commissie

In september 2011 hebben de diensten van de Commissie een raadpleging van belanghebbenden georganiseerd. Op deze conferentie is naar het oordeel van de Commissie gebleken dat bekendmaking van de namen van natuurlijke personen een noodzakelijk middel is om tot een betere bescherming van de financiële belangen van de Unie te komen, de transparantie te vergroten en te wijzen op de prestaties van de begunstigden bij de levering van collectieve goederen, zonder daarbij verder te gaan dan hetgeen nodig is om deze legitieme doelen te bereiken.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

  • a) Bevoegdheid

    De Commissie is bevoegd dit voorstel in te dienen bij artikel 43 lid 2 van het VWEU. Nederland kan zich hierin vinden.

  • b) Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

    T.a.v. subsidiariteit beoordeelt Nederland dit voorstel positief, omdat het voorstel strekt ter bescherming van de financiële belangen van de EU dienen de algemene uitgangspunten en criteria voor openbaarmaking op EU-niveau te worden vastgesteld. Aan deze voorwaarde wordt voldaan.

    T.a.v. proportionaliteit beoordeelt Nederland dit voorstel ook positief. Het voorstel bevat een geldig criterium, namelijk de omvang van de steunverlening, op grond waarvan onderscheid kan worden gemaakt m.b.t. de begunstigden over wie persoonsgegevens bekend gemaakt moeten worden. Dit is één van de vier wijzen die het Hof in zijn uitspraak van 9 november 2010 in de zaken C-92/09 en C-93/09 had genoemd als optie om aan de evenredigheidseis te kunnen voldoen.

  • c) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

    De Nederlandse autoriteiten kunnen instemmen met uitvoeringshandelingen overeenkomstig de onderzoeksprocedure, zoals voorgesteld in artikel 110 quinquies. Daarmee is de inbreng van de lidstaten voldoende verzekerd.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

  • a) Consequenties EU-begroting

    Voor het onderdeel openbaarmaking voorziet de Commissie geen consequenties voor de EU-begroting.

  • b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden

    Aan dit voorstel zijn geen kosten verbonden voor de decentrale overheden. De openbaarmaking wordt verzorgd door het ministerie van EL&I, Dienst Regelingen en Dienst Landelijk Gebied. Aangezien de te publiceren gegevens reeds beschikbaar zijn en de gegevens voor rechtspersonen reeds op maatregelniveau worden gepubliceerd, zullen de additionele kosten in verband met de nieuwe voorschriften naar verwachting beperkt blijven. De precieze hoogte daarvan is afhankelijk van de nadere uitwerking van de publicatievoorschriften die via de uitvoeringshandelingen van de Commissie in een later stadium worden vastgesteld. Eventuele budgettaire gevolgen zullen worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.

  • c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

    Geen

  • d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger

    Het voorstel leidt niet tot administratieve lasten voor decentrale overheden, bedrijfsleven en burger.

    De publicatie van begunstigden wordt centraal uitgevoerd door het ministerie van EL&I en de betrokken betaalorganen.

6. Implicaties juridisch

  • a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)

    De nieuwe voorschriften moeten worden verwerkt in de jaarlijkse besluiten openbaarmaking subsidiegegevens gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid

  • b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

    De voorziene datum van inwerkingtreding is 1 januari 2014. Dat betekent dat de eerste publicatie op basis van de gewijzigde voorschriften op zijn vroegst op 30 april 2015 moet plaatsvinden. De ministeriële regelingen kunnen tijdig worden aangepast.

  • c) wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

  • a) Uitvoerbaarheid

    Het Commissievoorstel zorgt ervoor dat bij de openbaarmaking van subsidiegegevens geen onderscheid meer gemaakt behoeft te worden tussen natuurlijke personen en rechtspersonen. Dit is een vereenvoudiging. Ook het verstrekken van informatie over de maatregelen waarvoor de begunstigde steun heeft gekregen, behoeft geen probleem te zijn. Nederland publiceert nu reeds op vrijwillige basis op maatregelniveau de subsidiegegevens van rechtspersonen. Of de nieuwe voorschriften op dit punt tot extra kosten zullen leiden, zal afhangen van de mate van gedetailleerdheid waarin gerapporteerd moet worden. Een de-minimisdrempel is gemakkelijk in de systemen in te bouwen. Uitvoeringstechnisch levert het Commissievoorstel, voor zover dat nu kan worden overzien, dus geen administratieve of financiële bezwaren op.

  • b) Handhaafbaarheid

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Geen.

9. Nederlandse positie

Nederland publiceert vanaf 2005 op eigen initiatief op grond van de Wet openbaarheid van Bestuur de subsidiegegevens van ontvangers van subsidie in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Dit betrof zowel de gegevens van rechtspersonen als die van natuurlijke personen. Sinds 2010 is de openbaarmaking van subsidiegegevens van natuurlijke personen in het kader van het GLB opgeschort in verband met het arrest van het Hof. Voor het GVB gebeurde dat niet, omdat het arrest alleen betrekking had op de juridische basis in het GLB.

Nederland hecht aan de openbaarmaking van subsidiegegevens. Door openbaarmaking van deze gegevens wordt de gelegenheid geboden om te beoordelen op welke wijze deze publieke gelden worden besteed. Tegelijkertijd is zorgvuldigheid vereist met het oog op het recht van begunstigden op bescherming van persoonsgegevens.

Nederland constateert dat het Hof publicatie van gegevens van natuurlijke personen niet categorisch afwijst, maar vraagt om vormen van bekendmaking te overwegen die rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel het recht op bescherming van persoonsgegevens minder aantasten. Beperking van de publicatie op grond van het feit dat een begunstigde relatief weinig ontvangt, wordt door het Hof als één van de mogelijke oplossingsrichtingen aangedragen.

In dat licht staat Nederland in hoofdlijnen positief tegenover de voorstellen van de Commissie. Door de namen van kleine begunstigden niet onder de publicatieplicht te laten vallen, wordt in lijn met de uitspraak van het Hof gekozen voor een bekendmaking die het recht op bescherming van de persoonsgegevens minder aantast. Nederland kan zich daarom vinden in een de-minimisdrempel, maar staat open voor ideeën voor een andere invulling daarvan als daarmee het gewenste evenwicht tussen openbaarmaking en bescherming van persoonlijke gegevens nog beter gewaarborgd kan worden. Bij een drempel van 1000 euro zou in Nederland driekwart van de natuurlijke personen binnen de publicatieplicht vallen. In lijn met het advies van de European Data Protection Supervisor (EDPS) zal Nederland aandringen op verbetering van de motivering bij het voorstel. De EDPS is van mening dat de noodzaak tot publieke controle niet verantwoord kan worden vanuit economische beperkingen. Er moet beter verantwoord worden waarom minder inbreuk makende maatregelen niet volstaan om aan de doelstelling van transparantie te kunnen voldoen en waarom andere manieren van bekendmaking als minder passend worden beschouwd. Met het voorstel om op maatregelniveau te publiceren, kan worden ingestemd. Om de kosten van openbaarmaking binnen de perken te houden, is het wel van belang voorschriften over een al te grote mate van gedetailleerdheid te voorkomen.

Naar boven