22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1480 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij twee fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling sociale bescherming in EU-ontwikkelingssamenwerking

Fiche 2: Aanbeveling validatie niet-formeel en informeel leren

(Kamerstuk 22 112, nr. 1481)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Fiche: Mededeling Sociale bescherming in EU-ontwikkelingssamenwerking

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s.

Sociale bescherming in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie.

Datum Commissiedocument

20 augustus 2012

Nr. Commissiedocument

COM(2012) 446

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

n.v.t.

Behandelingstraject Raad

Behandeling in Raad Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking.

2. Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Buitenlandse Zaken

3. Essentie voorstel

De agenda voor verandering beschrijft het EU-beleid voor ontwikkelingssamenwerking in de toekomst1. De agenda bepleit onder meer een omvattender aanpak van menselijke ontwikkeling met steun voor een betere toegang tot gezondheidszorg, degelijk onderwijs en een betere sociale bescherming.

De Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement, internationale organisaties en maatschappelijke organisaties hebben de Commissie verzocht een voorstel te formuleren inzake sociale bescherming in de EU-ontwikkelingssamenwerking. De mededeling beschrijft de rol van sociale bescherming in inclusieve en duurzame ontwikkeling.

De mededeling geeft een brede definitie van sociale bescherming als beleid en maatregelen die:

  • bevorderen dat mensen, met name arme en kwetsbare bevolkingsgroepen, uit de armoede geraken of er niet in terecht te komen en beter bestand zijn tegen risico's en schokken, alsmede

  • ernaar streven een hoger niveau van sociale voorzieningen te verzekeren, door inkomenszekerheid en toegang tot essentiële dienstverlening (in het bijzonder gezondheidszorg en onderwijs) zowel tijdens de actieve en niet actieve perioden en perioden van grotere behoeften.

De verplichting van de overheid om sociale bescherming te waarborgen, berusten op het recht op sociale voorzieningen als neergelegd in de universele verklaring van de rechten van de mens van 1948. De mondiale normen voor sociale voorzieningen zijn vastgesteld door de Internationale Arbeids Organisatie (ILO). Tijdens de Internationale Arbeidsconferentie van de ILO van juni 2012 is de Aanbeveling betreffende de instelling van Sociale Beschermingsniveaus (Social Protection Floors) aangenomen, die de ILO-lidstaten oproept tot de gefaseerde instelling van een sociaal beschermingsstelsel dat aangepast is aan de lokale omstandigheden en mogelijkheden.

De Commissie komt in de mededeling niet met concrete voorstellen verdergaand dan dat de Commissie sociale bescherming centraal wil stellen in de reguliere onderhandelingen met partnerlanden over het ontwikkelingsbeleid. De Commissie ziet haar bijdrage niet zozeer financieel als wel op het vlak van technische assistentie en faciliteren bij de uitwisseling van ervaringen. De Commissie wil een coördinerende rol vervullen bij de uitvoering van het beleid ten aanzien van sociale bescherming van de lokaal aanwezige vertegenwoordigingen van de lidstaten in de desbetreffende ontwikkelingslanden. De EU stelt ziet de vorming van publiek-private partnerschappen als een belangrijke modaliteit voor de vormgeving en uitvoering van het beleid ten aanzien van sociale bescherming.

4. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

De EU is op het gebied van ontwikkelingssamenwerking bevoegd op te treden en een gemeenschappelijk beleid te voeren (artikel 4VWEU). Dit belet de lidstaten niet hun eigen beleid uit te oefenen. De mededeling beoogt de rol van de EU-ontwikkelingssamenwerking te bespreken in het ondersteunen van beleid en systemen ten aanzien van sociale bescherming en doet geen voorstellen voor intensivering van de financiële ondersteuning van programma’s op het gebied van sociale bescherming in de partnerlanden.

Het subsidiariteitsoordeel is positief. Om de doelstelling van de mededeling, sociale bescherming in ontwikkelingssamenwerking, te bevorderen, heeft inzet op EU-niveau duidelijke meerwaarde. Daarnaast zijn de voorstellen van de Commissie complementair aan het Nederlandse bilaterale beleid.

Het proportionaliteitsoordeel is positief. Nederland ondersteunt de coördinerende rol die de Commissie op zich wil nemen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking met betrekking tot sociale bescherming. De voorstellen van de Commissie passen in dit beleidskader.

Voor alsnog zijn er geen financiële gevolgen of gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten mee gemoeid.

5. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland verwelkomt deze mededeling. De mededeling geeft het belang aan van sociale bescherming in internationaal ontwikkelingsbeleid. Nederland onderschrijft de productieve rol van sociale bescherming voor sociale én economische doelen: voor arbeidsmarktflexibiliteit, koopkrachtige vraag, arbeidsrust, voor armoedebestrijding en het terugdringen van ongelijkheid, en als stabilisator bij veranderingsprocessen zoals mondialisering («level playing field») en crises.

Nederland ondersteunt de coördinerende rol die de Commissie op zich wil nemen op

het gebied van ontwikkelingssamenwerking met betrekking tot sociale bescherming.

Nederland vindt het van essentieel belang dat de EU hierin nauw samenwerkt met de ILO en andere relevante internationale organisaties zoals WHO, UNDP, Wereldbank, IMF, OESO en Raad van Europa.

In de mededeling wordt gesteld dat effectieve en duurzame sociale bescherming uiteindelijk gebaseerd dient te zijn op interne inkomensverdeling in plaats van internationale inkomensverdeling. De Nederlandse regering is het met deze constatering eens. Nederland wil gelijktijdig benadrukken dat er behoefte kan zijn aan EU ODA-middelen voor financiering van de uitvoering van beleid en de opbouw van systemen voor sociale bescherming, in het bijzonder in lage inkomens landen, fragiele staten en post conflict situaties binnen de bestaande financiële kaders die voor deze landen van toepassing zijn voor de EU hulpverlening. Nationaal gefinancierde programma's dienen echter het uiteindelijke doel te zijn. Hierbij is, zoals de Commissie aangeeft, het organiseren van effectief bestuur, uitvoering en beheer van overheidsfinanciën van groot belang. Er dient daarbij aandacht gegeven te worden aan capaciteitsopbouw van lokale overheden, die veelal verantwoordelijk zijn voor het leveren van diensten op effectieve en transparante wijze. Zo kan ook worden gewerkt aan de versterking van de houdbaarheid van systemen voor sociale bescherming op langere termijn.

Het is van belang dat landen zelf de dekkingsgraad van de sociale voorzieningen en het beschermingsniveau bepalen op basis van de nationale sociaaleconomische ontwikkeling, waardoor een flexibele stap voor stap benadering mogelijk wordt, gericht op zelf-geïdentificeerde doelgroepen. De EU kan aansturen op een consultatie van alle actoren, inclusief de private sector, lokale en regionale overheden en de niet gouvernementele organisaties. Daarnaast kan de EU inzetten op specifieke aandacht voor kwetsbare en gemarginaliseerde groepen in de samenleving, zoals slachtoffers van hiv/aids (in het bijzonder kinderen) en gehandicapten. Nederland pleit er echter voor om niet de verschillende groepen in de mededeling te benoemen, maar een algemene terminologie te hanteren.

Naast de inzet van technische assistentie, is het stimuleren van samenwerking tussen ontwikkelingslanden zeer van belang. De Commissie kan een sterke rol vervullen in het bijeen brengen van verschillende partijen en in het ondersteunen van triangulaire samenwerking, zoals genoemd in de mededeling (samenwerking tussen organisaties uit het partnerland, een organisatie uit een EU-lidstaat en een derde organisatie uit een ander ontwikkelingsland).

Nederland ondersteunt de nadruk van de Commissie op het agenderen van sociale bescherming in de politieke dialoog met ontvangende landen. Een groot deel van de armen leeft in middeninkomenslanden. De regeringen van deze landen moeten, daar waar relevant, gestimuleerd worden om systemen en programma’s op het gebied van sociale bescherming op te zetten. Hierbij zou een sterk accent gelegd moeten worden op de samenhang tussen werkgelegenheidsbeleid en sociale voorzieningen. Wat Nederland betreft dienen sociale zekerheidsstelsels een activerende werking te hebben.

Daarnaast moet sociale bescherming worden gezien als een onderdeel van andere sectoren waar ontwikkelingslanden op in kunnen zetten, bijvoorbeeld als onderdeel van het landbouwbeleid.

Nederland benadrukt de rol van sociale partners, de private sector en niet-gouvernementele organisaties voor het ontwikkelen van sociale bescherming programma’s en het monitoren en evalueren van deze programma’s.


X Noot
1

Zie (COM (2011) 637: het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid vergroten: een agenda voor verandering.

Naar boven