22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1477 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-GeneraalDen Haag, 28 september 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vier fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Richtlijn strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële

belangen van de Unie schaadt (Kamerstuk 22 112, nr. 1475)

Fiche 2: Besluit «Culturele Hoofdsteden van Europa» 2020 tot 2033 (Kamerstuk 22 112, nr. 1476)

Fiche 3: Mededeling industriebeleid voor industrie voor veiligheidsproducten

Fiche 4: Wijziging verordening marktmisbruik en richtlijn strafrechtelijke

sancties marktmisbruik (Kamerstuk 22 112, nr. 1478)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Fiche : Mededeling Industriebeleid voor industrie voor veiligheidsproducten

1. Algemene gegevens

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité «Beleid op het gebied van de veiligheidsindustrie Actieplan voor een innovatieve en concurrerende veiligheidsindustrie»

Datum Commissiedocument

26 juli 2012

Nr. Commissiedocument

COM(2012) 417

Pre-lex

http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2012:0417:FIN:NL:PDF

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad

Raad voor Concurrentievermogen

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

2. Essentie voorstel

De mededeling ziet toe op het vergroten van het concurrentievermogen van de EU-veiligheidsindustrie, onder andere door de interne markt voor veiligheidsproducten te versterken. Het gaat in deze mededeling om producten die de kunnen bijdragen aan maatschappelijke veiligheid, zoals controleapparatuur (detectieapparatuur) voor luchthavens en alarmsystemen. Ook kan men denken aan nieuwe apparatuur voor operationele veiligheidsdiensten (publiek en privaat). Daarnaast kan men denken aan het ontwikkelen van software voor cameratoezicht om bijv. crowd control te kunnen doen. Nieuwe systemen voor het toezicht op trein-, bus- en tramstations. Nieuwe producten om gevaarlijke stoffen op te sporen. Systemen om crisismanagement efficiënt te kunnen laten verlopen. Ook producten die kunnen helpen bij het voorkomen van cyber aanvallen (hacks ed).

De mededeling vloeit voort uit het EU vlaggenschip initiatief EU 2020 «Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering – Concurrentievermogen en duurzaamheid centraal stellen» (COM(2010) 614 definitief).

In deze mededeling worden aanzetten gegeven om te komen tot een interne markt voor producten die bijdragen aan maatschappelijke veiligheid. De EC heeft in de mededeling 3 onderwerpen gedefinieerd die aangepakt kunnen worden:

  • 1. Het beëindigen van de fragmentatie van de markt door harmonisatie van standaarden.

  • 2. Het verkleinen van de kloof tussen onderzoek en markt

  • 3. Betere integratie van de maatschappelijke vraagstukken in de ontwikkelingsfase.

Als op deze onderwerpen stappen vooruit gezet kunnen worden, ziet de Commissie één Europese markt voor veiligheidsproducten dichterbij komen. Er worden 8 acties voorgesteld die bijdragen aan het aanpakken van de drie hierboven genoemde onderwerpen.

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

Bevoegdheidsvaststelling:

De mededeling ziet primair op industriebeleid. Dat is een aanvullende bevoegdheid van de EU (artikel 6, onder b VWEU). Daarnaast heeft de mededeling betrekking op de interne markt. Voor wat betreft de beëindiging van de fragmentatie van de markt voor veiligheidsproducten, de verkleining van de kloof tussen onderzoek en markt, kan sprake zijn van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten op grond van artikel 4, leden 2 en 3 VWEU.

Subsidiariteit:

Positief. Gelet op de fragmentatie van de markt en het beoogde level playing field, bestaat een meerwaarde voor de EU om hier op te treden. Wel zal per actie indien sprake is van concrete uitwerking of wetgevingsvoorstellen de subsidiariteit opnieuw moeten worden beoordeeld.

Proportionaliteit:

De grondhouding van Nederland ten opzichte van de proportionaliteit van deze mededeling is positief. Op dit moment zijn de voorgenomen acties nog onvoldoende helder en te weinig concreet om de proportionaliteit te toetsen. Bij de beoordeling van toekomstige voorstellen zal de proportionaliteit moeten worden beoordeeld. De Commissie geeft niet aan hoe de toekomstige voorstellen zich verhouden tot geldende Europese regelgeving zoals bijvoorbeeld Verordening 765/2008 betreffende de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en de richtlijn 764/2008 betreffende procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht.

De Europese Commissie geeft niet aan wat vanuit veiligheidsperspectief de gevolgen zullen zijn van deze acties. Nederland hecht eraan dat toekomstige voorstellen ten goede komen aan de veiligheid en in ieder geval geen negatieve effecten zullen hebben op de veiligheid.

Voor de acties op het terrein van betere integratie van de maatschappelijke dimensie zal moeten worden bezien of sprake is van onderzoek met EU-financiering of onderzoek door het bedrijfsleven en de lidstaten zelf en of rekening wordt gehouden met bestaande kaders op het terrein van privacy en bescherming persoonsgegevens.

Regeldruk: De toename van regeldruk zou alleen veroorzaakt kunnen worden door de twee geopperde voorstellen van wetgeving: een EU-breed geharmoniseerd certificatiesysteem voor controleapparatuur voor luchthavens en daarnaast het EU-breed geharmoniseerd certificatiesysteem voor alarmsystemen. De omvang van de eventuele regeldruk is vooralsnog niet te bepalen. Overigens zal een internationale (EU-) norm bijdragen tot minder regeldruk op Europees niveau, mits die normen (één op één) in de nationale regelgeving worden overgenomen. Met het invoeren van wederzijdse erkenning van certificeringssystemen neemt regeldruk ook af, omdat bedrijven slechts eenmaal hun producten behoeven te laten certificeren om op de EU markt af te kunnen zetten.

De financiële gevolgen voor de overheid hangen af van de mate van overheidsbemoeienis met zaken als certificering van detectieapparatuur. Wanneer er een systeem zou zijn waarbij de overheid de regelgevende autoriteit is en zij nieuwe regels voor certificaten op moet stellen als gevolg van Europese ontwikkelingen zal dat kosten met zich mee kunnen brengen. Daarnaast zou het kunnen zijn dat de overheid de certificerende instantie is (vergelijkbaar met de Rijksdienst voor het Wegverkeer) en als gevolg van de Europese regelgeving moet investeren in nieuwe methodes en apparatuur. Dit zou evenzeer kunnen gelden voor andere activiteiten waar de overheid de uitvoerder is van de activiteit. Budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijk(e)) departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline.

Met betrekking tot de EU begroting wil de Commissie gebruik gaan maken van middelen uit het nieuwe Horizon 2020 programma, dat in 2014 van start gaat. (Voor de Nederlandse inzet t.a.v. Horizon 2020 zie kamerstuk 22 112 nr. 1310).

4. Nederlandse positie over de mededeling

Maatschappelijke veiligheid is een verantwoordelijkheid die primair bij overheden ligt, met een aanzienlijke marktomvang (wereldwijd ong. 100 mrd. €). Het beleid dat voor de relevante industrie wordt ontwikkeld, is als onderdeel van meer algemeen industriebeleid een nationale verantwoordelijkheid. De omvang van de markt maar ook opkomende markten waarin de eigen industrie voor veiligheidsproducten zich ontwikkelt, maken dat de Europese industrie voor veiligheidsproducten beter bestand moet zijn tegen de toenemende concurrentie. Een ander kenmerk van deze markt is dat overheden, vanwege hun eigen nationale bevoegdheid voor maatschappelijke veiligheid niet afhankelijk van buitenlandse partijen willen zijn.

Nederland kan instemmen met alle 8 in de mededeling genoemde acties omdat die de interne markt voor veiligheidsproducten naderbij zal brengen.

Naar boven