22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1429 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij drie fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Richtlijn BTW op vouchers (Kamerstuk 22 112, nr. 1428)

Fiche 2: Mededeling betreffende het Europees innovatiepartnerschap Water (EIP Water)

Fiche 3: Mededeling intergouvernementele overeenkomst en fonds GMES 2014–2020 (Kamerstuk 22 112, nr. 1430).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Fiche: Mededeling Europees innovatiepartnerschap water (EIP Water)

1. Algemene gegevens:

Voorstel: Mededeling betreffende het Europees innovatiepartnerschap water (EIP Water).

Datum Commissiedocumenten: 10 mei 2012

Nr. Commissiedocument: COM(2012)216

Pre-lex:

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=en&DosId=201562

Behandelingstraject Raad: Hoogstwaarschijnlijk de Raad voor Concurrentievermogen (RvC) en mogelijk de Milieuraad.

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Infrastructuur en Milieu in nauwe samenwerking met Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

2. Essentie voorstel

Europese Innovatie Partnerschappen (aangekondigd door de Commissie in 2010, in de Innovatie Unie) (hierna: EIP’s) moeten het bestaande Europese onderzoek- en innovatiebeleid stroomlijnen. De doelstelling is tweeledig: het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen en het versterken van de Europese concurrentiekracht.

De partnerschappen vormen een gezamenlijk platform van samenwerking en zijn niet een nieuw financieringsprogramma – of instrument, niet een nieuwe juridische entiteit, en komen niet in de plaats van bestaande besluitvormingsprocessen.

De mededeling Europese Innovatie Partnerschap Water betreft een eerste opzet voor een nieuw EIP. Eerder zijn mededelingen over EIP «actief en gezond ouder worden1», «productiviteit en duurzaamheid in de landbouw2» en «grondstoffen3» verschenen. Hierover is de Tweede Kamer in een brief van 5 april 2012 geïnformeerd (Kamerstuk 22 112, nr. 1391). In deze brief zijn ook de algemene doelstellingen van de EIP’s verwoord.

Doelstellingen EIP Water

Het EIP Water draagt bij aan de algemene doelstellingen van het waterbeleid van de EU als omschreven in de Kaderrichtlijn Water (KRW) en het stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik4. Ook uitdagingen ten aanzien van waterveiligheid, efficiëntiewinsten en interacties water en energie en water en landbouw kunnen aan de orde komen.

Daarnaast streeft het EIP Water naar het vergroten van de innovatiekracht en concurrentievermogen van de Europese watersector. Het beoogt dat in 2 030 de omzet van bedrijven in de Europese watersector met 20% is verhoogd, en hun aanbod aan arbeidsplaatsen met 2%. Een hiervoor relevante nevendoelstelling is het verkorten van de tijd die nodig is om innovaties op het gebied van water op de markt te brengen, door het wegnemen van barrières voor marktdoorbraken.

Het EIP sluit hiermee aan bij de beleidsdoelstellingen van de Europa 2020-vlaggenschepen: de Innovatie-Unie5 , Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen6 en Efficiënt gebruik van hulpbronnen7. De Commissie werkt momenteel aan een Blauwdruk voor het behoud van de Europese wateren, de watermijlpaal van het stappenplan voor efficiënt gebruik van hulpbronnen. De blauwdruk en het EIP zullen in nauwe coördinatie worden ontwikkeld om te garanderen dat bij de opstelling en de uitvoering van EU-beleid inzake het beheer van de waterreserves innovatieve benaderingen en op de innovatiebehoefte gerichte maatregelen op elkaar worden afgestemd. Voorts zal ook voortgebouwd worden op het Actieplan voor eco-innovatie8.

Werkwijze

De Europese Commissie stelt voor om acties te ontplooien rond drie werkpakketten: stedelijk waterbeheer, waterbeheer in het landelijk gebied en industrieel waterbeheer. Daarnaast stelt de Commissie voor om een aantal transversale thema’s te omschrijven (bijvoorbeeld stroomgebiedbeheer, klimaatverandering en water, watergerelateerde ontwikkelingssamenwerkingfinancieringsinstrumenten en water en energie), die van belang zijn voor meerdere werkpakketten. Er zal afstemming en samenwerking plaatsvinden met andere relevante EIP’s.

Governance

Nederland zal een plaats mogen innemen in de high level stuurgroep. Deze stuurgroep zal een taakgroep benoemen die verantwoordelijk zal zijn voor het uitwerken van een strategisch uitvoeringsplan (SIP). Het SIP zal het uitgangspunt vormen voor concrete resultaten van het EIP en zal daarbij rekening houden met de Blauwdruk. Het EIP zal de medewerking en betrokkenheid van alle belanghebbende partijen uit de hele innovatiewaardeketen vereisen.

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

In dit fiche is ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling, financiële gevolgen en regeldruk en administratieve lasten aangesloten bij de standpunten zoals uiteen gezet in het eerder verschenen fiche over de EIP’s (Kamerstuk 22 112, nr. 1391).

Bevoegdheidsvaststelling

De EU heeft een gedeelde bevoegdheid met de lidstaten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling. De uitoefening van de bevoegdheden van de EU belet de lidstaten niet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen (artikel 4, lid 3 VWEU). Op basis daarvan is de Commissie bevoegd tot het nemen van initiatieven die onderzoeks- en innovatie-inspanningen van lidstaten aanvullen en coördineren.

Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

Europese publiek-publieke en publiek-private partnerschappen dragen bij aan vermindering van fragmentatie van onderzoeksinspanningen op Europees niveau en het tegengaan van duplicatie. Een gezamenlijke aanpak om focus en bundeling van krachten binnen Europa te realiseren, versnippering van inspanningen te voorkomen en grensoverschrijdende samenwerking te stimuleren biedt meerwaarde. Er is sprake van een duidelijke afbakening van verantwoordelijkheden. Het Nederlandse oordeel over de subsidiariteit luidt positief.

Nederland beoordeelt de proportionaliteit eveneens positief. De Europese Commissie wil slimmere verbindingen creëren in de bestaande innovatiepraktijk. De gekozen aanpak staat in verhouding tot het doel dat moet worden bereikt. De lidstaten maken zelf de afweging of wordt deelgenomen aan dit partnerschap.

Financiële gevolgen

De mededeling heeft geen directe financiële gevolgen voor de nationale begroting. Lidstaten maken uiteindelijk zelf de afweging of ze vanuit nationale begrotingen een bijdrage willen leveren aan de partnerschappen. Indien er sprake is van een Nederlandse bijdrage, dan zullen de budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijk(e) departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline.

De mededeling heeft geen directe financiële gevolgen voor de Europese begroting. De Commissie overweegt om middelen ter beschikking te stellen uit het zevende kaderprogramma en mogelijk diens opvolger (Horizon 2020). De lidstaten worden aangemoedigd om het EIP Water zoveel mogelijk te koppelen aan programma’s in het kader van de Structuurfondsen 2014 – 2020.

De onderhandelingen over Horizon 2020 maken voor wat betreft de financiële aspecten integraal onderdeel uit van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK). In dit licht hecht Nederland eraan dat besprekingen over Horizon 2020 niet vooruitlopen op de integrale besluitvorming betreffende het MFK. De beleidsmatige inzet van Nederland ten aanzien van Horizon 2020 zal ondersteunend moeten zijn aan de Nederlandse inzet in de MFK-onderhandelingen, te weten een substantiële vermindering van de Nederlandse afdrachten aan de EU en een hervormde begroting die is toegespitst op de prioriteiten van dit decennium. Binnen dit kader blijft vanzelfsprekend de ruimte bestaan om op de inhoud actief in te spelen op het verloop van de onderhandelingen. In het licht van het streven naar een moderne begroting is het wenselijk dat er voldoende middelen worden vrijgespeeld om binnen het krappere budgettaire kader meer te kunnen investeren in concurrentievermogen en innovatie (in lijn met de Europa 2020-strategie).

Regeldruk en administratieve lasten

Europese Innovatiepartnerschappen hebben de doelstelling om het Europese onderzoeks- en innovatiebeleid gericht op een bepaalde maatschappelijke uitdaging te stroomlijnen. Dit moet een efficiënter en effectiever Europees onderzoeks- en innovatielandschap opleveren. De partnerschappen willen belemmeringen in het innovatieproces tegengaan waaronder vermindering van de administratieve lasten en een lagere regeldruk. Dit sluit aan op de Nederlandse inzet en de doelstelling van de Europese Commissie voor administratieve lastenverlichting voor de deelnemers aan het Europese onderzoek- en innovatieprogramma Horizon 2020 (COM (2011) 808–812).

Ten aanzien van de governance structuur van EIP’s zal Nederland kritisch blijven volgen dat dit niet zal leiden tot verhoging van de regeldruk en administratieve lasten. Nederland hecht aan lichte efficiënte coördinatiestructuren.

4. Nederlandse positie over de mededeling

In lijn met de Nederlandse positie ten aanzien van de eerdere mededelingen over de Europese Innovatiepartnerschappen, de conclusies van de Europese Raad van 6 december 2011 en de Raadsconclusies van 30/31 mei 2012 steunt het kabinet de nieuwe mededeling over het EIP Water.

Het EIP sluit goed aan bij de onderwerpen die voor het Nederlandse onderzoeks- en innovatiebeleid van belang zijn, en bij de innovatiethema’s van het Innovatieprogramma KRW en de topsector Water. Als zodanig biedt het perspectief voor de Nederlandse topsector Water, daarnaast zijn er duidelijke dwarsverbanden met andere topsectoren. Er zijn grote overeenkomsten tussen de (beoogde) aanpak van het EIP en de topsector Water met betrekking tot probleemanalyse, actieagenda en ideeën over publiek-private samenwerking. Belangrijke gemeenschappelijke uitdagingen zijn het verminderen van de time to market, het versterken van de vraagsturing vanuit het bedrijfsleven, het verminderen van versnippering in kennis en technologie in de watersector, het betrekken van MKB-bedrijven en eindgebruikers en het weghalen van belemmeringen op het gebied van wet- en regelgeving. Tevens sluit het EIP goed aan bij de doelstellingen op het gebied van water in ontwikkelingssamenwerking en het buitenlandbeleid. Het ondersteunt het streven van het kabinet om de synergie tussen de topsector Water en het beleid voor water in ontwikkelingssamenwerking te vergroten. Daarnaast sluit het EIP goed aan bij het Nederlandse duurzaamheidsbeleid.

Het kabinet benadrukt, in lijn met de Raadsconclusies van 30/31 mei 2012, het belang van een goede betrokkenheid van het bedrijfsleven, met name het MKB, bij het EIP. Het borgen van deze betrokkenheid zal helder in het strategisch uitvoeringsplan (SIP) uiteengezet moeten worden. Het SIP zal daarnaast uitwerking moeten geven aan de verdere ontwikkeling van het EIP in relatie tot de blauwdruk voor het behoud van de Europese wateren. Ook benadrukt het kabinet het belang van goede monitoring van de voortgang in het behalen van de maatschappelijke en economische doelen van het EIP Water.

Het kabinet verwelkomt de probleemgerichte aanpak en het streven naar een verbeterde afstemming tussen vraag en aanbod, waarbij het doorbreken van innovatiebarrières centraal staat. Ook staat het kabinet positief tegenover het inrichten van innovatiegebieden (zowel fysiek als netwerken), het zoveel mogelijk gebruikmaken van bestaande Europese en nationale netwerken en instrumenten en het inrichten van een marktplaats op internet. Het kabinet benadrukt een goede afstemming en samenwerking met de andere EIP’s en het gezamenlijk programmeringsinitiatief «Water uitdagingen9» (JPI Water Challenges).

Het EIP Water kan bijdragen aan marktontwikkeling voor Nederlandse bedrijven, onder meer door partnering met buitenlandse bedrijven en kennisinstellingen en versterkt de branding van Nederland als Partner voor Water.

Het kabinet vindt het terecht dat de Commissie ook haar eigen wetgevingsprogramma bij het partnerschap betrekt, maar wacht bij eventuele herziening van relevante EU-wetgeving de concrete voorstellen van de Commissie af en zal daar afzonderlijk BNC-fiches over opstellen.

Het kabinet staat positief tegenover de oproep van de Europese Commissie om het EIP Water, en specifiek de fysieke innovatiegebieden, zoveel mogelijk te koppelen aan de structuurfondsen. Deze oproep is in lijn met het kabinetsstandpunt over de inzet van structuurfondsen voor de topsectoren.


X Noot
1

COM(2012) 83

X Noot
2

COM(2012) 79

X Noot
3

COM(2012) 82

X Noot
4

COM(2011) 571 Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa

X Noot
5

COM(2010) 546 definitief over Innovatie-Unie

X Noot
6

COM(2010) 682 definitief «Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen: een Europese bijdrage aan

volledige werkgelegenheid»

X Noot
7

COM(2011) 21 definitief Efficiënt gebruik van hulpbronnen

X Noot
8

COM(2011) 899 definitief

X Noot
9

Kamerbrief Verslag van de Raad voor Concurrentievermogen, 5-6 december 2011

Naar boven