22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1259 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2011

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij acht fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Verordening betreffende een programma van de Europese Unie voor sociale verandering en innovatie (Kamerstuk 22 112, nr. 1255)

Fiche 2: Mededeling over maatschappelijk verantwoord ondernemen (Kamerstuk 22 112, nr. 1256)

Fiche 3: Richtlijn uitoefening kiesrecht EP vanuit andere EU lidstaat (Kamerstuk 22 112, nr. 1257)

Fiche 4: Mededeling werken aan een strafrechtbeleid van de EU (Kamerstuk 22 112, nr. 1258)

Fiche 5: Verordeningen bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen uit Midden Amerika, Colombia en Peru

Fiche 6: Verordening Europees Globaliseringsfonds 2014–2020 (Kamerstuk 22 112, nr. 1260)

Fiche 7: Mededeling toekomst Solidariteitsfonds (Kamerstuk 22 112, nr. 1261)

Fiche 8: Verordening Europese Energie-infrastructuur (Kamerstuk 22 112, nr. 1262)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Fiche: Verordeningen bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen uit Midden Amerika, Colombia en Peru

1. Algemene gegevens

Titel voorstellen:

  • Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen in de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden Amerika, anderzijds.

  • Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen in de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Colombia en Peru.

Vanwege de gemeenschappelijke inhoudelijke strekking van deze twee voorstellen voor een verordening is gekozen voor een samengevoegde weergave van de Nederlandse positie in één BNC-fiche.

Datum Commissiedocumenten: 3 oktober 2011

Nr. Commissiedocumenten: COM (2011) 599 en COM (2011) 600

Prelex:

http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2011:0599:FIN:NL:PDF

http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2011:0600:FIN:NL:PDF

Nr. Impact Assessment Commissie en Opinie Impact Assessment Board: Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad: Raad voor Buitenlandse Zaken

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie

Rechtsbasis, besluitvormingsprocedure Raad, rol Europees Parlement, gedelegeerdeen/of uitvoeringshandelingen:

  • a) Rechtsbasis: Artikel 207, lid 2, VWEU

  • b) Besluitvormingsprocedure Raad en rol Europees Parlement: Gewone wetgevingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid in de Raad en medebeslissingsrecht van het Europees Parlement (artikel 294 VWEU).

  • c) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen:

    De Europese Commissie wordt de bevoegdheid verleend om uitvoeringshandelingen vast te stellen. De Europese Commissie wordt bijgestaan door het comité dat is ingesteld bij artikel 4, eerste lid, van verordening (EG) nr. 260/2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling.

2. Samenvatting BNC-fiche

– Korte inhoud van de voorstellen:

De Associatieovereenkomst tussen de EU en haar lidstaten enerzijds en een aantal Midden-Amerikaanse landen (Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama) anderzijds is op 22 maart 2011 geparafeerd.

De Handelsovereenkomst tussen de EU en de landen Colombia en Peru is op 23 maart 2011 geparafeerd. In beide overeenkomsten is een gelijkluidende bilaterale vrijwaringsclausule en een stabilisatiemechanisme voor bananen opgenomen.

De vrijwaringsclausule voorziet in de mogelijkheid om het meestbegunstigingsdouanerecht opnieuw in te voeren, wanneer de invoer door de liberalisering van de handel in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige voorwaarden plaatsvindt, dat de bedrijfstak van de EU, die een soortgelijk of rechtstreeks concurrerend product vervaardigt, ernstige schade ondervindt (of dreigt te ondervinden).

Hetstabilisatiemechanisme voor bananen dat geldig is tot 1 januari 2020 biedt de EU de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden het preferentieel douanerecht op te schorten wanneer een bepaald jaarlijks invoervolume op de EU markt wordt bereikt. De eerder genoemde Midden-Amerikaanse landen en Peru en Colombia zijn geoorloofd ieder jaar een bepaalde hoeveelheid bananen op de EU-markt tegen preferentiële douanerecht te exporteren (zie de bijlagen bij de voorstellen voor een verordening).

– Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

Bevoegdheid:

De Europese Commissie baseert de bevoegdheid voor dit voorstel op artikel 207, lid 2, VWEU. Dit betreft een exclusieve bevoegdheid van de Unie. De EU is immers op basis van artikel 3, eerste lid, sub e, VWEU exclusief bevoegd als het gaat om de gemeenschappelijke handelspolitiek. Deze voorstellen voor een verordening zijn het rechtsinstrument waarmee uitvoering wordt gegeven aan de bepalingen uit de associatieovereenkomst en het handelsakkoord die betrekking hebben op de vrijwaringclausule en het stabilisatiemechanisme.

Subsidiariteit: nvt

Proportionaliteitoordeel: positief.

Implicaties/risico’s/kansen: geen

– Nederlandse positie en eventuele acties:

De beide voorstellen betreffen een noodzakelijke nadere uitwerking van de bilaterale vrijwaringsclausules en stabilisatiemechanismen in de overeengekomen associatieovereenkomst en handelsovereenkomst. Deze afspraken worden noodzakelijk geacht om in te kunnen stemmen met verdergaande liberalisering van de handel met Midden Amerika en Colombia en Peru. Nederland is positief over deze voorstellen.

3. Samenvatting voorstel

– Inhoud voorstel:

De associatieovereenkomst tussen de EU en haar lidstaten enerzijds en Midden Amerika anderzijds en de handelsovereenkomst tussen de EU en Colombia en Peru, die respectievelijk op 22 en 23 maart 2011 zijn geparafeerd, omvatten een gelijkluidende bilaterale vrijwaringsclausule en een stabilisatiemechanisme voor bananen. De bilaterale vrijwaringsclausule voorziet in de mogelijkheid om het meestbegunstigingsdouanerecht opnieuw in te voeren wanneer de invoer in de EU door de liberalisering van de handel in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige voorwaarden plaatsvindt, dat de bedrijfstak van de EU, die een soortgelijk of rechtstreeks concurrerend product vervaardigt, ernstige schade ondervindt (of dreigt te ondervinden). De genoemde overeenkomsten omvatten ook een stabilisatiemechanisme voor bananen dat toelaat dat het preferentiële douanerecht tot 1 januari 2020 geschorst kan worden wanneer een bepaald jaarlijks invoervolume wordt bereikt.

Om operationeel te zijn, moeten de bilaterale vrijwaringsclausules en de stabilisatiemechanismen in de wetgeving van de Europese Unie worden omgezet en moeten de procedurele aspecten van hun toepassing en de rechten van de belanghebbenden worden gespecificeerd. Met deze twee voorstellen voor een verordening wordt hier invulling aan gegeven.

– Impact assessment Commissie: Niet opgesteld

Deze voorstellen voor uitvoeringsverordeningen zijn rechtstreeks afgeleid van de teksten van de met Midden-Amerika respectievelijk Colombia en Peru gesloten overeenkomsten. Bijgevolg is geen afzonderlijke raadpleging van de belanghebbende partijen of een effectbeoordeling nodig.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

a) Bevoegdheid:

Het voorstel is gebaseerd op artikel 207, lid 2, VWEU. Dit betreft een exclusieve bevoegdheid van de EU. De EU is immers op basis van artikel 3, eerste lid, sub e, VWEU exclusief bevoegd als het gaat om de gemeenschappelijke handelspolitiek. Het voorstel voor een verordening is het rechtsinstrument waarmee uitvoering wordt gegeven aan de bepalingen uit de associatieovereenkomst en het handelsakkoord die betrekking hebben op de vrijwaringclausule en het stabiliteitsmechanisme.

Nederland kan zich vinden in de rechtsbasis voor de voorstellen voor een verordening die als rechtsinstrument dienen en uitvoering geven aan de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen.

b) Subsidiariteitsoordeel: Nvt

Het omzetten van de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme in de wetgeving van de EU betreft een exclusieve bevoegdheid van de EU. Voor de uitvoering van deze overeenkomsten zijn verordeningen noodzakelijk. Dit kan niet worden overgelaten aan de wetgeving of praktijk van de lidstaten.

Proportionaliteitsoordeel: positief

De proportionaliteit wordt positief beoordeeld. Het voorstel gaat niet verder dan noodzakelijk is. De voorstellen leggen de noodzakelijke interne EU-procedures vast die nodig zijn voor de toepassing van de bilaterale vrijwaringsclausules, een onderdeel van het bestaand handelspolitieke instrumentarium van de EU.

c) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen:

Beide voorstellen voorzien in de bevoegdheid voor de Europese Commissie om in concrete gevallen via uitvoeringshandelingen toepassing te kunnen geven aan de vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen. Voor de vaststelling van voorlopige vrijwaringsmaatregelen stelt de Europese Commissie voor de raadplegingsprocedure toe te passen zoals voorzien in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011/EG (Comitologieverordening). Gelet op artikel 2, tweede lid, onderdeel b, sub iv) van de Comitologieverordening waarin is bepaald dat de onderzoeksprocedure met name van toepassing is op de vaststelling van uitvoeringshandelingen op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek, ligt de keuze voor de onderzoeksprocedure meer in de rede. De argumentatie van de Europese Commissie, zoals neergelegd in overweging 16 van beide voorstellen, om hiervan af te wijken overtuigt niet. Ook is Nederland tegen instemmen met de voorgestelde mogelijkheid om in geval van dwingende redenen van urgentie onmiddellijk toepasselijke voorlopige vrijwaringsmaatregelen vast te stellen (conform art. 8 van de Comitologieverordening) in combinatie met de raadgevingsprocedure. Hierbij zet Nederland ook in op de onderzoeksprocedure (artikel 5 van de Comitologieverordening. Daarmee wordt voor Nederland een betere waarborging van de handelsbelangen gerealiseerd, ook in geval van spoedeisendheid. Voor definitieve vrijwaringsmaatregelen en de toepassing van het stabilisatiemechanisme wordt de onderzoeksprocedure voorgesteld zoals voorzien in artikel 5 van de Comitologieverordening. Nederland kan zich hierin vinden.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

  • a) Consequenties EU-begroting: geen

  • b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden: geen

  • c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger: geen

  • d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger: geen

6. Implicaties juridisch

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid inclusief toepassing van de lex silencio positivo): Geen

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: De verordeningen zullen de dag na de bekendmaking ervan in het publicatieblad van de EU in werking treden. De verordeningen zijn rechtstreeks van toepassing in elke lidstaat

Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: nee

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

  • a) Uitvoerbaarheid: geen

  • b) Handhaafbaarheid: geen

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden:

Het stabilisatiemechanisme voor bananen is gunstig voor de ACP-landen en andere ontwikkelingslanden die bananen exporteren naar de EU. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat zij op een geleidelijke wijze blootgesteld worden aan toenemende concurrentie op de EU-markt voor bananen.

9. Nederlandse positie

De beide voorstellen betreffen een noodzakelijke nadere uitwerking van de bilaterale vrijwaringsclausules en stabilisatiemechanismen in de overeengekomen associatieovereenkomst en handelsovereenkomst. Deze afspraken worden noodzakelijk geacht om in te kunnen stemmen met verdergaande liberalisering van de handel met Midden Amerika en Colombia en Peru. Met behulp van deze instrumenten wordt namelijk voorkomen dat de bedrijfstak van de EU, dus ook de Nederlandse, die een soortgelijke of rechtstreeks concurrerend product vervaardigt, ernstige schade ondervindt of dreigt te ondervinden. Hiermee krijgt de bedrijfstak van de EU de mogelijkheid om tijdig in te spelen op de veranderende omstandigheden. Nederland is in beginsel positief over deze voorstellen. Wel zal kritisch gekeken worden naar eventuele afwijkingen van de algemene vrijwaringsregels (Vol 260/2009), aangezien hierin het WTO Vrijwaringsverdrag is geïmplementeerd. Uitgangspunt van het Nederlandse beleid is immers dat bilaterale handelsovereenkomsten in het verlengde dienen te liggen van de in WTO-verband afgesproken disciplines. Dit houdt in dat ernaar gestreefd wordt om bilateraal verdergaande disciplines af te spreken en dat ervoor gewaakt wordt dat afbreuk wordt gedaan aan het multilaterale acquis.

Naar boven