22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1224 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2011

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij drie fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

  • Fiche 1: Verordening bijzondere voeding voor zuigelingen, peuters en medisch gebruik (kamerstuk 22 112, nr. 1222)

  • Fiche 2: Verordeningen aanpassing cofinancieringsniveau cohesie, platteland en visserij (kamerstuk 22 112, nr. 1223)

  • Fiche 3: Mededeling bestrijding van corruptie in de Europese Unie.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Fiche: mededeling bestrijding van corruptie in de Europese Unie

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, bestrijding van corruptie in de Europese Unie.

Datum Commissiedocument: 6 juni 2011

Nr. Commissiedocument: COM(2011)308

Pre-lex: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2011:0308:FIN:EN:PDF

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: N.v.t.

Behandelingstraject Raad: Raadswerkgroep DROIPEN, CATS, JBZ-raad

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Veiligheid en Justitie

2. Essentie voorstel

De mededeling over corruptiebestrijding in de Europese Unie is een aanvulling op de initiatieven die worden genomen in het kader van de bestrijding van fraude1 en is een rechtstreeks uitvloeisel van het Stockholmprogramma.

De mededeling behelst een viertal beleidslijnen, te weten:

  • 1. beter toezicht op de inspanningen van Lidstaten op het gebied van corruptiebestrijding,

  • 2. een betere tenuitvoerlegging van bestaande instrumenten ter bestrijding van corruptie,

  • 3. meer aandacht voor corruptiebestrijding op de interne EU-beleidsterreinen, en

  • 4. meer aandacht voor corruptiebestrijding op de externe EU-beleidsterreinen.

De mededeling bevat onder andere:

  • de aankondiging van de invoering van een nieuw monitoringsmechanisme in de vorm van het «EU-corruptiebestrijdingsverslag», op te stellen door de Europese Commissie;

  • een stappenplan voor toetreding van de Europese Unie tot GRECO;

  • een verslag over de implementatie van de lidstaten van het Kaderbesluit ter bestrijding van corruptie in de private sector (2003/568/JBZ).

Toelichting

Het EU-corruptiebestrijdingsverslag is een nieuw evaluatiemechanisme en is er op gericht om de inspanningen van de lidstaten in de bestrijding van corruptie te volgen en te evalueren. Ook moet het zorgen voor meer samenhang in hun corruptiebestrijdingbeleid en -maatregelen. Het tweejaarlijkse verslag zal een thematisch deel bevatten, landenanalyses en zal voorts trends en ontwikkelingen op EU-niveau signaleren. Het verslag zal mede worden opgesteld aan de hand van onderzoek door een nog op te richten expertgroep en een netwerk van lokale onderzoekers.

Het EU-corruptiebestrijdingsverslag zal vanaf 2013 door de Commissie worden opgesteld op basis van diverse bronnen, waaronder de evaluaties op het terrein van corruptiebestrijding die plaatsvinden in het kader van reeds bestaande toezichtmechanismen (van de Raad van Europa (GRECO), de OESO en de Verenigde Naties). Tegelijkertijd zal de Europese Unie toetreden tot GRECO, teneinde synergie tussen de werkzaamheden van GRECO en de Europese Unie te bewerkstelligen.

De Commissie zal later dit jaar een voorstel presenteren voor uitbreiding van de regelgeving inzake de confiscatie van crimineel vermogen. In 2012 zal voorts een strategie worden bepaald ter verbetering van het strafrechtelijk financieel onderzoek en accurate misdaadstatistieken. De Commissie zal samen met Europol, Eurojust, CEPOL en met OLAF, inzetten op betere opleiding(smogelijkheden) voor opsporingsambtenaren op het vlak van financieel onderzoek.

Ten slotte zal de Commissie in het externe beleid van de Unie een sterkere klemtoon leggen op de bestrijding van corruptie; die geldt zowel het uitbreidingsproces van de Unie, als de ontwikkelingssamenwerking en de handelspolitiek.

3. Kondigt de Commissie maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen, de gevolgen in op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

In de Mededeling wordt nogmaals het eerder aangekondigde voorstel van nieuwe regelgeving op het vlak van de confiscatie van crimineel vermogen aangekondigd. Het voorstel voor een nieuwe confiscatierichtlijn, waarvan de presentatie wordt verwacht in oktober 2011, staat echter op zichzelf. In de Mededeling wordt verder aangegeven dat bij voorgenomen nieuwe regelgeving op het terrein van EU-overheidsopdrachten aandacht zal worden besteed aan maatregelen om fraude en belangenverstrengeling te voorkomen. Tot slot kondigt de Commissie aan dat op basis van de resultaten van de voorgenomen EU-corruptiebestrijdingsverslagen zal worden nagegaan of er behoefte bestaat aan aanvullende voorstellen, waaronder materieel strafrechtelijke regelgeving op het terrein van corruptie.

Ten aanzien van het voornemen om te komen tot nieuwe regelgeving op het vlak van confiscatie heeft het kabinet zijn standpunt reeds kenbaar gemaakt in het BNC-fiche bij de Mededeling inzake opbrengsten van georganiseerde criminaliteit (Kamerstukken II 2008/09, 22 112, nr. 790). Op het voornemen van nieuwe regelgeving op het terrein van EU-overheidsopdrachten is door het kabinet gereageerd in de kabinetsreactie op het Groenboek betreffende de modernisering van het EU-beleid inzake overheidsopdrachten (COM (2011) 15); zie Kamerstukken II 2010/11, 31 144, nr. 8). De proportionaliteit en subsidiariteit van overige maatregelen die mogelijk in de toekomst volgen zal worden beoordeeld indien, en op het moment dat, de Commissie daar een meer concrete inhoud aan geeft. Voor wat betreft subsidiariteit kan in algemene zin wel worden gesteld dat Nederland een positieve grondhouding heeft ten aanzien van meer en betere maatregelen, ook indien nodig op Europees niveau, om corruptie EU-wijd aan te pakken.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Het kabinet staat positief tegenover de in de Mededeling vervatte voornemens.

De totstandkoming van deze Mededeling inzake de bestrijding van corruptie is een uit het Stockholm Programma voortvloeiende prioriteit.

Nederland is van oordeel dat deze mededeling zinvol is omdat dit de lidstaten zal helpen om met behulp van het nieuw in te richten evaluatiemechanisme de wetgeving beter te handhaven, internationale verbintenissen volledig na te komen en te zorgen voor meer samenhang in corruptiebestrijdingsbeleid en -maatregelen. Daarbij moet oog worden gehouden voor een zo effectief mogelijke inrichting van dit mechanisme, waarbij extra rapportageverplichtingen ten aanzien van reeds bestaande verplichtingen moeten worden voorkomen. De Commissie geeft immers aan dat zij voor de totstandkoming van het EU-corruptiebestrijdingsverslag gebruik zal maken van de bestaande toezichts-en evaluatiemechanismen ter vermijding van extra administratieve lasten en dubbel werk voor de lidstaten.

Nederland zal zich dan ook richten op de voorstellen van de Commissie die zien op het opzetten en uitwerken van het EU-brede anti-corruptie rapportage systeem.

Daarnaast zal de toetreding tot GRECO de nodige aandacht vragen. Hierbij is een belangrijk vraagstuk of EU-instellingen bij een toetreding tot GRECO geëvalueerd worden door het mutual evaluation mechanism van GRECO of dat de EU enige vorm van waarnemersstatus zal krijgen. De Nederlandse inzet is erop gericht om, waar mogelijk, de EU onderdeel te laten zijn van mutual evaluations. Nederland zal meer concrete voorstellen op hun merites beoordelen.


X Noot
1

COM(2011)293, COM(2011)135, COM(2011)376

Naar boven