22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1187 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2011

In haar brief van 31 mei 2011 meldt de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie dat in haar procedurevergadering van 25 mei 2011 het BNC-fiche inzake de Mededeling Huwelijksvermogensrecht (Kamerstukken 2010/11, 22 112, nr. 1167) aan de orde is geweest. Dit BNC-fiche betreft een tweetal voorstellen voor verordeningen die regels bevatten ten aanzien van de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van (i) huwelijksvermogensstelsels en (ii) de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen.

De leden van de vaste commissie vragen mij de Kamer te zijner tijd te informeren over de resultaten van het onderzoek van de voorstellen door de Staatscommissie voor het Internationaal Privaatrecht.

Zodra de Staatscommissie advies heeft uitgebracht, zal ik dat advies uiteraard zo spoedig mogelijk aan de Kamer doen toekomen.

Voorts vraagt de vaste commissie mij te voldoen aan de verplichtingen uit hoofde van het parlementair instemmingsrecht en in aanvulling daarop de Kamer vroegtijdig en regelmatig te betrekken bij de inhoudelijke besprekingen van de voorstellen voorafgaand aan het formele moment van instemming.

Vanzelfsprekend zal ik voldoen aan de verplichtingen uit hoofde van het parlementair instemmingsrecht. De inhoudelijke besprekingen van de voorstellen bevinden zich thans nog in een verkennend stadium. Omdat ik het van belang vind zo veel mogelijk rekening te houden met het gevoelen van de Kamer ten aanzien van deze belangrijke materie zal ik, indien daar aanleiding voor bestaat en zo mogelijk in het kader van de algemene overleggen over de JBZ-raad, de Kamer vanzelfsprekend informeren over de inhoudelijke bespreking van de voorstellen.

De vaste commissie vraagt mij voorts uiteen te zetten hoe ik van plan ben het veld te betrekken bij de oordeelsvorming over de beide voorstellen.

Hierboven kwam al aan de orde dat de voorstellen ter advisering zijn voorgelegd aan de Staatscommissie voor het Internationaal Privaatrecht. Deze commissie is breed samengesteld uit deskundigen uit praktijk, rechterlijke macht en wetenschap. Ook de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie zal worden gevraagd haar mening over de voorstellen te geven. Het advies van de Staatscommissie voor het Internationaal Privaatrecht, alsmede het oordeel van de Notariële beroepsorganisatie zullen bij de standpuntbepaling van Nederland over dit dossier worden betrokken. Op deze wijze zal bij de besprekingen over de voorstellen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels en de vermogensrechtelijke gevolgen voor geregistreerde partnerschappen rekening worden gehouden met de mening van het veld over dit dossier.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Naar boven