22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1127 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 januari 2011

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vier fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • Fiche 1: Verordening contractuele betrekkingen in sector melk en zuivelproducten (kamerstuk 22 112, nr. 1124)

  • Fiche 2: Verordening inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten (kamerstuk 22 112, nr. 1125)

  • Fiche 3: Verordening inzake handelsnormen landbouw (kamerstuk 22 112, nr. 1126)

  • Fiche 4: Mededeling Europees vrijwilligerscorps voor humanitaire hulpverlening.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Fiche: Mededeling Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad

Hoe uitdrukking geven aan de solidariteit van de EU-burger via vrijwilligerswerk: eerste beschouwingen over een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

Datum Commissiedocument

23 november 2010

Nr. Commissiedocument

COM(2010) 683 final

Pre-lex

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=199905

Behandelingstraject Raad

De Raadswerkgroep Humanitaire hulp en voedselhulp (COHAFA) zal dit onderwerp bespreken ter voorbereiding van Raadsconclusies in 2012. Op dit moment is geen behandeling in de Raad voorzien in 2011.

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Buitenlandse Zaken

2. Essentie voorstel

In het Verdrag van Lissabon (artikel 214, lid 5 VWEU) wordt de oprichting aangekondigd van een Europees Vrijwilligerskorps voor Humanitaire Hulpverlening (EVHAC European Voluntary Humanitarian Aid Corps). Het betreffende artikel luidt: «Er wordt een Europees vrijwilligerscorps voor humanitaire hulpverlening opgericht, als kader voor gemeenschappelijke bijdragen van Europese jongeren aan de humanitaire hulpacties van de Unie. Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen het statuut en de regels voor de activiteiten van het korps vast.»

In deze mededeling schetst de Commissie de uitgangspunten en voorwaarden voor invulling hiervan en gaat de mededeling tevens in op de huidige situatie op het vlak van vrijwilligerswerk in de EU.

Aanleiding voor de mededeling is de wens om Europese burgers een betere mogelijkheid te geven solidariteit te tonen met mensen in nood. Gezien de toename van het aantal actieve vrijwilligers in Europa kan het EVHAC volgens de Commissie een instrument zijn om Europa dichter bij de burgers te brengen. De mededeling zet de algemene beginselen uiteen die bij de oprichting van EVHAC leidend moeten zijn, alsmede de behoeften waarin het EVHAC moet voorzien en de randvoorwaarden waaronder het korps zijn activiteiten zou gaan ontwikkelen. Deze randvoorwaarden corresponderen met de uitgangspunten voor humanitaire hulp zoals vermeld in de EU-Consensus voor humanitaire hulp uit 2007, die afspraken omvat voor de Europese Commissie en de Europese lidstaten over de opzet en aanpak van de humanitaire hulp van de EU, waaraan Nederland zich gecommitteerd heeft.

De Commissie noemt drie opties voor de inrichting van het EVHAC:

  • 1. vaststelling van gemeenschappelijke selectie- en trainingscriteria door vrijwilligersorganisaties. Dit zou kunnen uitmonden in een EU- certificeringsmechanisme voor organisaties die de overeengekomen normen in acht nemen;

  • 2. naast optie 1 ook training van vrijwilligers en opstelling van schema’s voor inzet; 3. het opstellen van een pool van inzetbare vrijwilligers en het opzetten van een uitvoeringsorganisatie voor zowel werving, training, selectie als inzet van vrijwilligers.

De mededeling schetst tenslotte ook het tijdpad voor de realisatie van het vrijwilligerskorps: na nadere consultatie met alle belanghebbenden, een pilotfase en verdere analyse van onder andere de financieringsmogelijkheden in 2011, is in 2012 een concreet voorstel voor wetgeving van de Commissie voorzien.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

De mededeling schetst de uitgangspunten en randvoorwaarden van het op te richten EVHAC. In 2012 zal de Commissie met voorstellen voor wetgeving/operationele uitwerking van dit initiatief komen. In 2011 is een pilot voorzien.

Bevoegdheidsvaststelling

a. Bevoegdheid

Op grond van artikel 214 lid 5 VWEU heeft de EU de bevoegdheid om een Europees vrijwilligerskorps op te richten.

b. Functionele toets

  • Subsidiariteit: niet van toepassing; aangezien de oprichting van het vrijwilligerskorps verplicht gesteld wordt in artikel 214, lid 5 VWEU is de vraag naar de subsidiariteit hier niet aan de orde.

  • Proportionaliteit: op dit moment kan er geen oordeel gegeven worden over de proportionaliteit, omdat er geen concreet wetgevingsvoorstel van de Commissie voor handen is.

c. Financiële consequenties

Nederland zal de Commissie vragen precies aan te geven wat het financieel beslag van de toekomstige voorstellen zal zijn. De huidige mededeling geeft nog geen inzicht in de financiële consequenties. Eventuele financiële gevolgen voor de EU- begroting dienen binnen de financiële kaders te worden opgevangen en mogen niet leiden tot additionele afdrachten. Eventuele budgettaire gevolgen voor de rijksbegroting dienen opgevangen te worden door het beleidsverantwoordelijke departement.

Nederlandse positie over de mededeling

Nederland zet zich in voor een gecoördineerde en professionele invulling van humanitaire hulpverlening. Het nog op te richten EVHAC moet aanvullend zijn op bestaande bijdragen en inzet en toegevoegde waarde hebben.

Zowel in het geval van natuurrampen als bij complexe noodsituaties is het niet wenselijk om jonge vrijwilligers zonder relevante ervaring in te zetten, ook vanwege de vaak lastige veiligheidssituatie. Daarom wenst Nederland duidelijkheid over de inzetbaarheid van het vrijwilligerskorps.

Nederland is voorstander van een lichte structuur en daarmee ook van een beperkt budget. Het is positief dat de Commissie aansluiting zoekt bij ervaringen van bestaande structuren en vrijwilligersorganisaties zoals de European Voluntary Service (inzet van vrijwilligers op o.a. de terreinen cultuur, sport, cultureel erfgoed, milieu en ontwikkelingssamenwerking) en bij het vrijwilligersprogramma van de Verenigde Naties (United Nations Volunteers). Tevens blijft het voorstel binnen de kaders zoals vastgelegd in relevante Europese documenten zoals de EU Consensus voor humanitaire hulp.

Van de drie opties die genoemd worden in de mededeling is voor Nederland optie 1 (het nader onderzoeken van selectie- en trainingscriteria) de meest logische eerste stap. Op basis daarvan kan besloten worden of uitwerking van optie 2 zinvol is. Optie 3, opzet van een compleet vrijwilligersschema waarbij de EU – hetzij binnen, hetzij buiten de Commissie – zowel selectie, training, matching en uitzending van vrijwilligers op zich neemt, is voor Nederland het minst verkieslijk, gezien de voorkeur voor een (beheersmatig) lichte structuur. Wat het verdere proces betreft,stelt Nederland vraagtekens bij de pilot die is voorzien in 2011. Hoe wordt deze opgezet, wat is het doel ervan, is deze gebaseerd op één van de drie opties?

Naar boven