22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

NR. 1100 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2010

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij zes fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • Fiche 1: Mededeling strategie implementatie handvest grondrechten (kamerstuk 22 112, nr. 1097)

  • Fiche 2: Klonen van dieren voor voedselproductie (kamerstuk 22 112, nr.1098)

  • Fiche 3: Mededeling routekaart voor informatiedeling in het maritieme domein (kamerstuk 22 112, nr. 1099)

  • Fiche 4: Mededeling strategie voor energie 2020

  • Fiche 5: Mededeling crisisbeheersing in de financiële sector (kamerstuk 22 112, nr. 1101)

  • Fiche 6: Verkort fiche mededeling energie-infrastructuur (kamerstuk 22 112, nr. 1102)

Tevens bied ik u een gecorrigeerde versie van het fiche «besluit tot vaststelling van het eerste programma voor het radiospectrumbeleid» aan (kamerstuk 22 112, nr. 1096). Abusievelijk ontbrak er een alinea bij punt 9 in de versie van het fiche die uw Kamer toeging op 19 oktober jl. (kamerstuk 22 112, nr. 1094).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Mededeling strategie voor energie 2020

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economische en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s «Energie 2020, een strategie voor een concurrerende, duurzame en veilige energie»

Datum Commissiedocument

10 november 2010

Nr. Commissiedocument

COM (2010) 639 final

Prelex

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=199842

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld.

Behandelingstraject Raad

De mededeling wordt behandeld in de Raadswerkgroep Energie, de Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie van 2 en 3 december 2010 en de Europese Raad van 4 februari 2011.

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie

2. Essentie voorstel

a) Inhoud voorstel

In de mededeling schetst de Commissie de contouren van een energiestrategie tot 2020 die gericht is op het behalen van de energie- en klimaatdoelen en moet zorgen voor een veilige, duurzame en concurrerende energievoorziening voor alle burgers. Hierbij stelt zij vijf prioriteiten vast:

  • energie-efficiëntie;

  • een geïntegreerde Europese energiemarkt;

  • versterking van belangen van consumenten;

  • energietechnologie en innovatie; en

  • het versterken van de externe dimensie van de Europese energiemarkt.

Op het terrein van energie-efficiëntie zal nadruk liggen op bestaande bouw (investeringsprikkels, gebruik van energiediensten en innovatieve financiële instrumenten) en transport (aankondiging witboek). Hier is het besparingspotentieel het grootst. Overheden moeten een voorbeeldrol vervullen. De Commissie zal de minimum efficiencynormen van de Ecodesignrichtlijn voor energiegerelateerde producten uitbreiden en aanvullen met systeemeisen. De Commissie zal de voortgang van de nationale doelen en maatregelen nauwlettend volgen.

Ten aanzien van de energiemarkt wordt de nadruk gelegd op de implementatie van de bestaande regelgeving. Grote uitdaging zal zijn het bereiken van een onderling verbonden infrastructuur gericht op de toekomst en onderlinge solidariteit. Ook hier zal sprake zijn van innovatieve financiële instrumenten.

Voor de versterking van de consumentenbelangen zal de Commissie bevorderen dat consumenten beter gebruik maken van mogelijkheden van het derde pakket voor de interne energiemarkt. Er zullen maatregelen daartoe ontwikkeld worden. Het juridische kader voor de nucleaire veiligheid zal worden doorgelicht en zo nodig versterkt. Er komt een voorstel voor een Europese benadering voor aansprakelijkheidsregimes. Meer harmonisatie op het gebied van ontwerp van centrales en certificering op internationaal niveau wordt nagestreefd.

Bij energietechnologie stelt de Commissie het Strategisch plan voor Energietechnologie centraal (SET-plan) en kondigt vier grootschalige Europese projecten aan: slimme netten, die hernieuwbare energie kunnen faciliteren, opslag van elektriciteit, duurzame productie van tweede generatie biobrandstoffen en als vierde innovatie energiebesparing op lokaal niveau en het creëren van «smart cities», waarbij door een combinatie van technieken energie bespaard wordt.

Bij het versterken van de externe dimensie van de energiemarkt wil de Commissie onder andere gezamenlijk EU-optreden bevorderen (ook op het gebied van kernenergie) en in samenwerkingsverbanden schone en duurzame energie betrekken. Daarnaast staat het nabuurschapsbeleid centraal: het overnemen van de Europese energieregelgeving (acquis) door de buurlanden van de EU. De Commissie wil verder werken aan betere coördinatie van het externe energiebeleid van diverse lidstaten.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

Het betreft een mededeling op hoofdlijnen. De mededeling heeft met name een agenderende functie. Wel kondigt de Commissie op diverse prioritaire gebieden aan met een nadere uitwerking en voorstellen te zullen komen.

Op het terrein van energie heeft de EU een gedeelde bevoegdheid (art. 4, lid 2 VWEU). In de mededeling zelf worden geen nieuwe (financiële) instrumenten concreet uitgewerkt. De mededeling kondigt wel een nadere uitwerking aan voor energiebesparing (actieplan energiebesparing begin 2011 en een concrete uitwerking in een richtlijn later dat jaar), voor infrastructuur (in november 2010 een infrastructuurpakket) en voor de externe relaties (een mededeling in zomer 2011).

De subsidiariteit wordt op onderdelen positief beoordeeld. Nederland ziet op onderdelen meerwaarde in een (aanvullende) aanpak op EU-niveau, vanwege het grensoverschrijdende karakter van energie. Op diverse onderwerpen bestaat daarbij al regelgeving op EU-niveau. Nederland staat echter onder meer kritisch tegenover het innovatief gebruik van belastingen en beprijzing. Belastingen zijn nationale aangelegenheden. Voor het proportionaliteitsoordeel zal veel afhangen van de concrete invulling in de nadere voorstellen. Vooral op het gebied van energiebesparing zullen nadere voorstellen kritisch worden getoetst aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit.

4. Nederlandse positie

Nederland vindt het goed dat de Commissie aandacht besteedt aan een energiestrategie 2010–2020. Het kan de keuze van de prioriteiten op hoofdlijnen ondersteunen, gezien het feit dat op het gebied van energie-efficiëntie het potentieel niet wordt bereikt, de interne energiemarkt nog niet is voltooid, technologieontwikkeling bevorderd moet worden, consumentenbelangen gegarandeerd moeten worden en gebruik gemaakt moet worden van de kracht van Europa als geheel in de relaties met derde landen. EU-beleid op deze terreinen kan een versterking betekenen van het nationaal beleid in deze. Voor de definitieve Nederlandse positie zal afhangen van de nadere invulling die de Commissie wil geven aan de genoemde prioritaire terreinen gebouwde omgeving en transport. Nederland ziet uit naar de voor het najaar 2011 aangekondigde routekaart voor een CO2-arme energievoorziening.

Prioriteit 1: Energie-efficiënte

Nederland voert het bestaande EU energie-efficiëntie beleid (waaronder gebouwde omgeving en transport) uit en zal de aangekondigde voorstellen kritisch maar positief benaderen. Een positief voorbeeld is de versterking van de richtlijn Ecodesign. Wel moet er rekening mee gehouden worden dat, wat de invulling van systeemeisen betreft er geen overlap ontstaat met de eisen die aan systemen in de herziene richtlijn Energieprestaties voor gebouwen gesteld worden. De Commissie moet zich primair richten op verbeteren van de interne markt, het wegnemen van onnodige belemmeringen en het uitwisselen van best practices. In dit verband dienen de ervaringen uit lidstaten meegenomen te worden in de verdere uitwerking. Nederland is geen voorstander van speciale door de EU opgelegde bindende doelstellingen, streefwaarden per land of verdergaande rapportageverplichtingen voor lidstaten inzake energiebesparing. Energiebesparing is wel een belangrijk middel om klimaat- en energiedoelen te bereiken en de economie te versterken, maar het optimale niveau daarvan dient door de lidstaten zelf bepaald te worden.

Prioriteit 2: Een geïntegreerde Europese energiemarkt

Nederland is het eens met de Commissie dat de implementatie van de richtlijnen voor de interne markt hoge prioriteit verdient. Voor de positie op het gebied van het infrastructuurpakket wordt verwezen naar het betreffende BNC-fiche. Nederland ondersteunt de gedachte in de mededeling dat nader onderzoek moet plaatsvinden naar vereisten voor een Europese markt voor hernieuwbare energie. Het valt echter op dat dit niet onder de voorgestelde acties terugkomt. Dit komt waarschijnlijk doordat de richtlijn hernieuwbare energie nog geïmplementeerd wordt, maar een langetermijnvisie zou gewenst zijn.

Prioriteit 3: Consumentenbelangen

Nederland onderschrijft het belang van een goed werkende consumentenmarkt en het waarborgen van consumentenbelangen in de Europese energiemarkt. Nederland hecht in dit verband aan implementatie van bestaande regelgeving, zoals het derde pakket, alvorens nieuwe maatregelen worden ontwikkeld voor goede voorlichting voor de consument. Nederland verwelkomt het voorstel voor een versterkte aanpak van nucleaire veiligheid en het veilig beheer van radioactief afval. Ook een Europese harmonisatie van de bestaande nucleaire aansprakelijkheidsregimes wordt door Nederland verwelkomd.

Prioriteit 4: Energietechnologie

Nederland is een voorstander van het gecoördineerd uitvoeren van onderzoek, ontwikkeling en demonstratie (R, D en D) op het gebied van technologieontwikkeling in het kader van het SET-plan. De onderwerpen van de nieuwe initiatieven lijken goed gekozen. De Commissie geeft aan dat de benodigde middelen gevonden kunnen worden binnen de bestaande Financiële Perspectieven, maar Nederland wil graag eerst de financiële onderbouwing zien voordat een inhoudelijk oordeel over de voorstellen wordt gegeven.

Prioriteit 5: Externe dimensie van de Europese energiemarkt

Nederland is een voorstander van het benutten van de kracht van de EU richting derde landen, met name daar waar het knelpunten betreft of waar er sprake is van (dreigende) crisissituaties. In dit soort situaties onderschrijft Nederland het principe van afstemming. Nederland is van oordeel dat de EU de randvoorwaarden moet scheppen waarbinnen landen en bedrijfsleven optimaal kunnen handelen in het aangaan van energierelaties met derde landen.

Nederland staat kritisch tegenover het gebruik van publieke middelen in EU-verband voor een doorlopend financieel instrumentarium. Nederland steunt daarom verder onderzoek naar de mogelijkheden van financial engineering, waar de budgettaire consequenties voor de EU-begroting en de lidstaten en de randvoorwaarden voor een financieel instrumentarium integraal onderdeel van uit moeten maken.

De financiële onderbouwing van de voorstellen en inzichtelijkheid van de consequenties voor de EU en de lidstaten is cruciaal voor de uiteindelijke Nederlandse positie. Nederland wil hierbij niet vooruitlopen op de onderhandelingen over de Financiële Perspectieven. De claim die de Europese commissie hiervoor indient acht Nederland hier dan ook niet op zijn plaats. Wat betreft het onderdeel infrastructuur wordt hier verwezen naar het bijbehorende BNC-fiche.

Naar boven