22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1046 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 augustus 2010

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 11 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • 1. Richtlijn betreffende Europees onderzoeksbevel in strafzaken (22 112, nr. 1044)

  • 2. Besluit over financiële wijziging ten behoeve van ITER (22 112, nr. 1045)

  • 3. Mededeling inzake het gebruik van beveiligingsscanners in EU-luchthavens

  • 4. Mededeling inzake algemeen Europees internationaal investeringsbeleid (22 112, nr. 1047)

  • 5. Mededeling Europa als nr. 1 toeristische bestemming (22 112, nr. 1048)

  • 6. Mededeling overdraagbare spongiforme encefalopathieën, TSE’s (22 112, nr. 1049)

  • 7. Mededeling Europese Verkeersveiligheidsruimte voor de periode 2011–2020 (22 112, nr. 1050)

  • 8. Verordening tot wijziging verordening inzake kredietbeoordelaars (22 112, nr. 1051)

  • 9. Verordening EU octrooi vertaalregelingen (22 112, nr. 1052)

  • 10. Verordening overgangsregeling bilaterale investeringsovereenkomsten (22 112, nr. 1053)

  • 11. Mogelijkheid tot verbieden of beperken van teelt van ggo’s op eigen grondgebied (32 472 / 22 112, nr. 2)

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Fiche : Mededeling inzake het gebruik van beveiligingsscanners in EU-luchthavens

1. Algemene gegevens

Titel mededeling: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over het gebruik van beveiligingsscanners in EU-luchthavens.

Datum Commissiedocument: 15 juni 2010

Nr. Commissiedocument: COM(2010)311

Pre-lex: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2010:0311:FIN:NL:PDF

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: n.v.t.

Behandelingstraject Raad: n.v.t (De mededeling is door de Commissie op 5 juli aan de Raad kort toegelicht in de Werkgroep Transport)

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Justitie

2. Essentie mededeling:

De mededeling behelst de analyse van de Commissie van een mogelijke geharmoniseerde benadering van het gebruik van securityscanners. Nagegaan is hoe de grondrechten en de bescherming van de gezondheid kunnen worden meegenomen in die benadering. Daarmee vormt de mededeling een reactie op EP-resolutie (2008)0521 waarin de Commissie wordt verzocht om nader onderzoek te doen naar de gevolgen van de inzet van securityscanners voor de mensenrechten, privacy, persoonlijke waardigheid en gegevensbescherming.

De mededeling van de Commissie is versneld tot stand gekomen als gevolg van de toenemende inzet van securityscanners op EU-luchthavens naar aanleiding van de mislukte aanslag op vlucht NW253 van Amsterdam naar Detroit op 25 december 2009.

De Commissie constateert dat securityscanners de kwaliteit van de beveiligingscontroles kunnen verbeteren, met name voor wat betreft de detectiecapaciteit van vloeibare en plastic explosieven. Tevens constateert de Commissie dat er scannertechnologie bestaat die geen schadelijke gevolgen voor de gezondheid heeft en die geen data van gecontroleerde personen bewaart.

De Commissie concludeert dat gemeenschappelijke technische normen en gebruiksvoorwaarden voor securityscanners, vastgelegd in EU-regelgeving, kunnen zorgen voor een uniform niveau van bescherming van de grondrechten en de volksgezondheid in de hele Unie.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

De Commissie start deze zomer met het opstellen van een effectbeoordeling en komt naar verwachting in het najaar met een juridisch voorstel dat de inzet van securityscanners als standaard beveiligingscontrolemethode op EU-luchthavens mogelijk maakt. Nederland steunt actie op Europees niveau op het onderhavige terrein en daarmee een dergelijk voorstel aangezien de securityscanner de kwaliteit van de beveiligingscontroles verhoogt en daarmee het niveau van de beveiliging van de burgerluchtvaart in de EU aanmerkelijk verbetert.

Maatregelen op Europees niveau zijn daarnaast nodig om de grondrechten en de bescherming van de volksgezondheid in de hele EU te kunnen waarborgen. De lidstaten die gebruikmaken van securityscanners doen dat namelijk niet op uniforme wijze en de voorwaarden voor het gebruik zijn neergelegd in nationale regelgeving. De subsidiariteit van een juridisch voorstel wordt dan ook positief beoordeeld.

Nederland acht regelgeving op Europees niveau proportioneel mede dankzij de technische mogelijkheden die zorgen ten aanzien van gezondheid en mensenrechten, waaronder privacy, gegevensbescherming en persoonlijke waardigheid, kunnen wegnemen. Ook is het van belang dat gestreefd wordt naar behoud van een efficiënt passagiersproces. Er is aangetoond dat dit mogelijk is.

In Nederland zijn de luchthavens verantwoordelijk voor de kosten van de beveiliging van de burgerluchtvaart, zo ook de kosten van securityscanners. Deze kosten worden via de Security Service Charge (SSC) op de passagier verhaald. Het tarief van de SSC mag op twee vaste momenten per jaar worden gewijzigd (1 april en 1 november).

Slechts bij uitzondering draagt de overheid bij aan de kosten van de beveiliging van de burgerluchtvaart. De Minister van Justitie kan, conform art. 37ac tweede lid van de Luchtvaartwet, naar aanleiding van onvoorziene omstandigheden aanwijzingen geven en bepaalt in dat geval dat de kosten worden vergoed die redelijkerwijs zijn gemaakt om de aanwijzing uit te voeren. Deze vergoeding dient ter overbrugging van de periode totdat de eerstvolgende mogelijkheid zich aandient waarop de kosten in het tarief van de SSC kunnen worden verdisconteerd. Een recent voorbeeld betreft de aanwijzing van de Minister van Justitie om extra beveiligingsmaatregelen te treffen naar aanleiding van het Detroitincident.

4. Nederlandse positie over de mededeling

De mislukte aanslag op vlucht NW253 van Amsterdam naar Detroit heeft opnieuw duidelijk gemaakt dat de beveiliging van de burgerluchtvaart een internationale aangelegenheid is. Nederland steunt derhalve initiatieven om de beveiliging van de burgerluchtvaart op een hoger niveau te krijgen.

Nederland steunt de mededeling van de Commissie en ziet graag op korte termijn een juridisch voorstel tegemoet dat het mogelijk maakt om de securityscanner als standaard beveiligingscontrolemethode in te zetten op luchthavens. Nederland stelt zich hierbij op het standpunt dat bescherming van de volksgezondheid alsmede het garanderen van mensenrechten, waaronder privacy, gegevensbescherming en persoonlijke waardigheid, randvoorwaarden zijn bij het juridische verankeren van deze beveiligingscontrolemethode.

Aan deze aspecten is reeds veel aandacht geschonken bij de inzet op de luchthaven Schiphol, waar sinds 2006, met toestemming van de Commissie, een pilot loopt waarbij de securityscanner wordt getest en doorontwikkeld. Hierbij is bewust gekozen voor apparatuur:

  • die niet schadelijk is voor de gezondheid van passagiers en van personeel, hetgeen bevestigd wordt in de conclusies van een studie van TNO;

  • die automatisch detecteert zodat door medewerkers geen beelden worden uitgelezen (privacy by design);

  • waarmee het niet mogelijk is om data te bewaren;

  • die voor passagiers niet verplicht is; het is altijd mogelijk een alternatieve beveiligingscontrole te ondergaan.

Uit de pilot is ook naar voren gekomen dat de securityscanner bedrijfseconomisch en operationeel inpasbaar is en dat de luchthaven de inzet als verbetering ziet van bestaande maatregelen en de inzet breed wordt geaccepteerd door passagiers.

Met de opgedane ervaring en de technologische verbeteringen loopt Nederland wereldwijd voorop in het gebruik van de securityscanner. Nederland is verheugd dat deze expertise haar weerslag heeft gekregen in de mededeling van de Commissie.

Naar boven