22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1011 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 april 2010

Hierbij zenden wij u de reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken over het Vrijhandelsverdrag EU-Korea dat werd toegezonden per brief van 8 april 2010, met kenmerk 22112-1000/2010D17575.

Het verzoek behelst een toelichting op het vrijhandelsakkoord en de daaraan verbonden onderdelen, een kabinetsappreciatie en een tijdpad voor goedkeuring en ratificatie. Volledigheidshalve verwijzen wij ook naar onze brieven van 5 november 2009 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 932) en 11 maart 2010 (Kamerstuk 25 074, nr. 167).

Achtergrond en toelichting

Het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Zuid-Korea is het eerste afgeronde handelsakkoord van de Global Europe-agenda van de EU. Inzet van deze agenda is om met economisch interessante landen (zoals India en Zuid-Korea) brede en diepe handelsakkoorden af te sluiten. Breed door het scala aan onderwerpen waarover afspraken worden gemaakt, diep door het hoge ambitieniveau en de kwaliteit van die afspraken. Daarmee zullen deze bilaterale handelsakkoorden aanvullend zijn aan de multilaterale regels in WTO-kader.

De onderhandelingen met Zuid-Korea gingen in mei 2007 van start en werden in oktober 2009 afgerond. De ambitieuze inzet van zowel de EU als Zuid-Korea heeft geresulteerd in een hoogwaardig handelsakkoord.

De EU en Zuid-Korea spreken af om binnen vijf jaar ruim 98% van de douaneheffingen op de bilaterale handelsstromen af te schaffen. De resterende tarieven zullen over een langere periode grotendeels worden uitgefaseerd. Daarnaast hebben de EU en Zuid-Korea afspraken gemaakt over het wegnemen van non-tarifaire handelsbelemmeringen. Hiervoor zijn specifieke bepalingen opgenomen voor producten van de auto-industrie, elektronica-industrie, farmaceutische industrie en de chemische industrie. Het handelsakkoord schept een regelgevend kader voor handelsdefensieve maatregelen (inclusief vrijwaring), technische handelsbelemmeringen, sanitaire en fytosanitaire maatregelen, transparantie in regelgeving, douaneprocedures en handelsfacilitatie. Het handelsakkoord bevat uitgebreide afspraken over de handel in diensten, investeringen, e-commerce en kapitaalverkeer. Ook legt het handelsakkoord regels vast over mededinging, de bescherming en handhaving van intellectuele eigendomsrechten en de mogelijkheden om mee te dingen naar overheidsaanbestedingen. Vermeldenswaardig is verder het protocol over culturele samenwerking, dat een raamwerk vormt voor de bevordering van culturele uitwisselingen. Ten slotte bevat het handelsakkoord een hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling. Hierin verbinden partijen zich aan de naleving van hoge arbeids- en milieustandaarden. Dit hoofdstuk voorziet ook in een monitoringsmechanisme waarin een belangrijke rol is weggelegd voor civil society partijen. De in het handelsakkoord vastgelegde afspraken worden ondersteund door een mechanisme voor het beslechten van geschillen.

De in het handelsakkoord opgenomen bilaterale vrijwaringsclausule zal voor de EU verder worden uitgewerkt in een verordening. Deze clausule voorziet in de mogelijkheid voor de Europese industrie om aan de noodrem te trekken als de invoer uit Zuid-Korea dermate stijgt (als gevolg van de overeengekomen verlaging of afschaffing van de douanerechten) dat hierdoor schade wordt toegebracht aan de hiermee concurrerende Europese producenten. Het Europees Parlement is als medewetgever betrokken bij de vormgeving van de vrijwaringsverordening. Over het voorstel voor deze verordening verwijs wij naar het BNC-fiche van 23 maart jl. (Kamerstuk 22 112, nr. 1000).

Naast het vrijhandelsakkoord zijn de EU en Zuid-Korea ook een nieuw politiek raamwerkakkoord overeengekomen, waarin zij de gemeenschappelijke waarden hebben vastgesteld. Tussen dit raamwerkakkoord en het vrijhandelsakkoord is een juridische en institutionele koppeling gelegd. Het raamwerkakkoord bevat afspraken over versterkte samenwerking op terreinen zoals milieu en klimaat, cultuur, toerisme, gezondheid, wetenschap en de bestrijding van criminaliteit. Dit verdrag bevat ook de zogeheten essentiële politieke clausules over mensenrechten en non-proliferatie van massavernietigingswapens. Bij schending van deze clausules kan als uiterste maatregel het raamwerkakkoord of het daaraan gekoppelde handelsakkoord worden opgeschort.

Beoordeling

Het kabinet is nadrukkelijk voorstander van de totstandkoming en inwerkingtreding van het handelsakkoord tussen de EU en Zuid-Korea. Dit akkoord is het meest ambitieuze en veelomvattende bilaterale handelsverdrag dat de EU ooit heeft onderhandeld. Voor Nederlandse bedrijven is Zuid-Korea een interessante markt. Niettemin is door de huidige marktbelemmeringen nog sprake van onbenut potentieel. Dit handelsakkoord zal belangrijke belemmeringen wegnemen. Enkel het afschaffen van de Zuid-Koreaanse invoertarieven op Europese producten levert Europese bedrijven een jaarlijkse besparing van € 1,6 miljard op. Geschat wordt dat het handelsakkoord ruim €19 miljard aan nieuwe handelsmogelijkheden zal creëren voor Europese bedrijven, waar Nederlandse bedrijven voor een aanzienlijk deel van zullen profiteren. De verruimde toegang tot de Zuid-Koreaanse markt zal de marktpositie van Nederlandse bedrijven verbeteren. Dit is van belang omdat ook andere belangrijke spelers op de Zuid-Koreaanse markt (zoals VS, Chili, EFTA-landen) een handelsakkoord met Zuid-Korea hebben of nastreven. Uiteraard zullen ook Zuid-Koreaanse bedrijven een betere toegang krijgen tot de Europese markt. Het kabinet steunt die ontwikkeling en is van mening dat het handelsakkoord op adequate wijze tegemoet komt aan sectoren die zorgen hebben over een mogelijk verlies van marktpositie.

Het kabinet is van oordeel dat het handelsakkoord in overeenstemming is met de door de Raad aan de Europese Commissie verstrekte onderhandelingsrichtsnoeren. Uit het handelsakkoord vloeien dan ook geen ingrijpende aanpassingen van EU of nationale wet- en regelgeving voort. Het onderhandelingsresultaat is een veelomvattend en evenwichtig handelsakkoord dat consistent is met WTO-regels.

Bovendien is de totstandkoming van dit handelsakkoord een belangrijk politiek signaal: de EU sluit zich, ondanks protectionistische neigingen van anderen, niet af voor open en duurzame handel. Het ondersteunt de visie van het kabinet dat handel een uitweg is uit de economische crisis is en dat actief beleid nodig is om markttoegang te verkrijgen en te behouden.

Tijdpad

Naar verwachting zal de Europese Commissie nog deze maand voorstellen doen voor een Raadsbesluit voor de ondertekening en voorlopige toepassing van het handelsakkoord en voor een Raadsbesluit voor de goedkeuring van het handelsakkoord. Wanneer de ondertekening van het handelsakkoord kan plaatsvinden is op dit moment nog niet duidelijk.

Het handelsakkoord kan pas formeel van kracht worden nadat de nationale parlementen en het Europees Parlement goedkeuring hebben verleend. Uiteraard zal het kabinet de Kamer ten behoeve van de parlementaire goedkeuringsprocedures nader inhoudelijk informeren over het handelsakkoord. Met de voorbereiding daarvan zal worden begonnen zodra de Europese Commissie de voorstellen gepresenteerd heeft.

Het kabinet zet in op een spoedige voorlopige toepassing door de EU van de onderdelen van het akkoord waarvoor de EU bevoegd is, zodat Nederlandse bedrijven en consumenten snel kunnen profiteren van de voordelen van het akkoord.

De ondertekening door Lidstaten van het politieke raamwerkakkoord is voorzien op 10 mei aanstaande, en marge van de Raad Buitenlandse Zaken.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Naar boven