22 054 Wapenexportbeleid

Nr. 422 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 september 2024

Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk 2010–2011, 22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen naar € 2.000.000,– (Kamerstuk 2011–2012, 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning ter waarde van circa € 23.000.000,– voor uitvoer van militair materieel naar Singapore.

Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer naar Singapore van radar- en vuurgeleidingssystemen.

De eindgebruiker van de goederen is de marine van Singapore en het beoogde eindgebruik integratie in marineschepen.

De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport.1 Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria hieronder wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende argumenten:

Eerbiediging van mensenrechten en naleving humanitair oorlogsrecht (criterium 2)

Er bestaan zorgen t.a.v. de mensenrechtensituatie in Singapore. De vrijheid van meningsuiting – met name waar het kritiek op de overheid betreft – is beperkt. De doodstraf is van kracht in Singapore en is de afgelopen jaren meermaals voltrokken, veelal voor druggerelateerde misdrijven. Daarnaast bestaan lijfstraffen, zoals stokslagen.

Gezien de aard van de goederen (radar- en vuurgeleidingssystemen) is het niet aannemelijk dat deze een bijdrage zullen leveren aan bovengenoemde punten van zorg. Daarnaast is de eindgebruiker (marine van Singapore) voor zover bekend niet betrokken bij het begaan van mensenrechtenschendingen. Er bestaan dus geen duidelijke risico’s dat de goederen gebruikt zullen worden voor binnenlandse onderdrukking, of bij het begaan van andere ernstige schendingen van de mensenrechten

Singapore is niet betrokken bij enig internationaal- of niet-internationaal gewapend conflict. In dat licht bestaat er geen duidelijk risico dat de goederen gebruikt zullen worden bij ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht.

Toetsing aan criterium 2 is positief.

Regionale stabiliteit (CR4)

Singapore is één van de meest stabiele landen in de regio en is niet betrokken bij regionale conflicten. Singapore heeft geen claim in de Zuid-Chinese Zee. Het heeft als klein land met een open economie alle belang bij stabiliteit, handhaving van de internationale rechtsorde en vrije doorgang van scheepvaartroutes.

Hoewel het land nog steeds op zijn hoede is voor externe inmenging in interne aangelegenheden, zet Singapore zich actief in voor regionale samenwerking, o.a. in ASEAN-verband. Singapore is binnen ASEAN ook betrokken bij de onderhandelingen over een Code of Conduct over de Zuid-Chinese Zee.

Gelet op het voorgaande en gelet op de aard van de goederen (radar- en vuurgeleidingssystemen) en de eindgebruiker (marine van Singapore) bestaat er in dit geval geen duidelijk risico dat de te leveren militaire goederen ingezet zullen worden voor agressie jegens een ander land of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken. Toetsing aan criterium 4 is positief.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever

De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp


X Noot
1

8 GS 2008/944 van 8 december 2008

Naar boven