22 054 Wapenexportbeleid

Nr. 419 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2024

Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk 2010–2011, 22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen naar € 2.000.000,- (Kamerstuk 2011–2012, 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning ter waarde van € 5.972.527,- voor uitvoer van militair materieel naar Egypte.

Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer naar Egypte van twee houwitsersimulatoren en bijbehorende reserveonderdelen. De simulatoren komen in dienst van de Egyptische krijgsmacht en worden ingezet voor het opleiden van personeel.

De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport.1 Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria hieronder wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende argumenten:

Eerbiediging mensenrechten en naleving humanitair oorlogsrecht (criterium 2)

De Sinaï-woestijn was de afgelopen jaren de focus van Egyptische counterinsurgency en anti-smokkel operaties. Zo is het Egyptische leger in 2018 een groot offensief gestart tegen de terroristische groepering Wilayat, waarbij volgens een aantal bronnen ook huisuitzettingen hebben plaatsgevonden en huizen zijn vernietigd. Hierbij zouden onder andere houwitsers zijn ingezet.

Het kabinet heeft geen signalen ontvangen van recente verwoestingen of andersoortige inzet van houwitsers in de Sinaï-regio. Ook gelet op de aard van de goederen (trainingssimulatoren) bestaat er geen duidelijk risico dat deze transactie gebruikt wordt voor binnenlandse onderdrukking, dan wel bij het begaan van ernstige schendingen van mensenrechten of humanitair oorlogsrecht. Toetsing aan criterium 2 is positief.

Handhaving regionale stabiliteit (criterium 4)

Negatieve toetsing aan criterium 4 vereist het bestaan van een duidelijk risico dat de goederen gebruikt zullen worden voor agressie jegens een ander land of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken. Hoewel de situatie in de regio gespannen is, is het onduidelijk hoe dit zich verder zal ontwikkelen en ontbreekt er momenteel een duidelijk risico rondom de transactie. Toekenning van de huidige aanvraag leidt daarnaast niet tot een wezenlijk verschil in de militaire capaciteiten van Egypte aangezien Egypte reeds houwitsers bezit. Toetsing aan criterium 4 is daarmee positief.

Houding terrorisme/ grensoverschrijdende criminaliteit / eerbiediging internationaal recht/ non-proliferatie (criterium 6)

Toetsing aan criterium 6 kan negatief uitvallen indien het land van eindbestemming terrorisme en internationaal georganiseerde criminaliteit heeft gesteund of aangemoedigd; diens internationale verplichtingen, in het bijzonder wat betreft het niet-gebruiken van geweld en het humanitair recht, heeft geschonden; verdragen met als doel het tegengaan van proliferatie, wapenbeheersing en ontwapening niet heeft ondertekend, geratificeerd of geïmplementeerd.

In het geval van Egypte is toetsing aan criterium 6 altijd negatief. Egypte is niet aangesloten bij het Verdrag inzake Clustermunitie. Een andere reden is dat Egypte weliswaar partij is bij het Non-proliferatieverdrag, en het Biologische en Toxine Wapenverdrag heeft ondertekend, maar dat nog niet heeft geratificeerd. Bovendien is Egypte geen partij bij het Verdrag Chemische Wapens. Deze zaken maken de toetsing aan criterium 6 altijd negatief.

In lijn met het EU Gemeenschappelijk Standpunt hoeft een negatieve toetsing aan criterium 6 niet leidend te zijn in het eindoordeel. In dit geval is het advies de negatieve toetsing aan criterium 6 niet doorslaggevend te laten zijn in het eindoordeel, aangezien de goederen in deze aanvraag geen verband houdt met de onder dit criterium omschreven zorgen. Ook zijn er geen aanwijzingen dat Egypte beschikt over nucleaire wapens of hiernaar streeft. Tot slot hebben de goederen in deze aanvraag (simulatiesysteem) geen nucleaire taak.

Ten aanzien van de overige vijf criteria gelden geen bijzonderheden, deze zijn positief getoetst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher


X Noot
1

Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008, het meest recent aangepast middels raadsbesluit (GBVB) 2019/1560 van 16 September 2019.

Naar boven