22 054 Wapenexportbeleid

36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 364 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2022

Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking informeer ik u in bijgaande vertrouwelijke bijlage over de laatste stand van zaken omtrent de levering van militaire goederen aan Oekraïne. De vertrouwelijke bijlage bevat een totaaloverzicht van de laatste stand van zaken van de goederen die tot en met 12 mei 2022 door Defensie zijn geleverd1.

Voor deze leveringen is, net als bij de eerdere leveringen, een zorgvuldige, maar gezien de uitzonderlijke omstandigheden versnelde, toetsing aan de EU wapenexportcriteria verricht door de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.2 Ook bij eventuele nieuwe leveringen zal deze zorgvuldige en versnelde toetsing plaatsvinden.

De geconstateerde effecten van de al geleverde materiële steun op de gereedheid van de Nederlandse strijdkrachten zijn, gezien de huidige omstandigheden, door Defensie als acceptabel beoordeeld. Het kabinet houdt ook bij toekomstige verzoeken aandacht voor de effecten op de gereedheid. Naar aanleiding van het verzoek van de Vaste Commissie Defensie (VCD) ontvangt uw Kamer binnenkort een nadere toelichting op het effect van de leveringen op de operationele gereedheid van de krijgsmacht. De leveringen worden via het Budget Internationale Veiligheid (BIV) bekostigd.

Nederland heeft voor ruim 102 miljoen euro aan materiële steun geleverd. Dit bedrag betreft de boekwaarde van het geleverde materieel. Zoals aangegeven in de vorige brieven aan uw Kamer over deze leveringen, heeft het kabinet declaraties ingediend bij de Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility, EPF). De uitkomsten van een eerste tranche declaraties (declaraties tot en met 10 maart 2022) zijn inmiddels berekend. Het budget voor deze tranche betrof de eerste 500 miljoen euro van de EPF steunmaatregel en is hiermee uitgeput. Nederland ontvangt uit deze tranche ongeveer 12,8 miljoen euro. Dit betreft een vergoeding voor zowel geleverde letale als voor niet-letale middelen. De uitkomsten van de overige declaraties volgen op een later moment. Nederland zal waar mogelijk ook voor nieuwe leveringen declaraties bij de EPF indienen.

Het kabinet heeft uw Kamer recentelijk geïnformeerd over de voorgenomen levering van Pantserhouwitsers.3 Per levering wordt afgewogen of hiervan in het openbaar melding kan worden gemaakt. Bij dit geavanceerde wapensysteem dat in samenwerking met Duitsland wordt geleverd, heeft het kabinet geoordeeld dat openbaarmaking dienstig is.

Het gaat in totaal om twaalf Pantserhouwitsers, Nederland levert vijf en Duitsland zeven stuks. De training wordt verzorgd door Nederlandse en Duitse trainers en is deze week gestart in Duitsland. Duitsland levert de munitie voor de Pantserhouwitsers. Dit is een van de voorbeelden van de intensieve samenwerking die de Nederlandse krijgsmacht al jarenlang heeft met de Duitse krijgsmacht, zowel in vredestijd als in missies, in Afghanistan, Irak, Litouwen, Slowakije en bij deze levering aan Oekraïne.

Het besluit om deze zware wapensystemen te leveren, is genomen in het licht van de ontwikkelingen in Oekraïne en het Russische offensief in de Donbas-regio. Het kabinet acht het onverminderd van belang om bij te blijven dragen aan de Oekraïense zelfverdediging en afschrikking van de Russische Federatie.4

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

De toetsing van specifieke transacties aan de EU wapenexportcriteria kan op verzoek vertrouwelijk worden ingezien.

X Noot
3

Kamerstukken 22 054 en 36 045, nr. 363

X Noot
4

Zie ook: Kamerstukken 22 054 en 36 045, nr. 362

Naar boven