Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2022
Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking informeer ik u in bijgaande vertrouwelijke bijlage over
de laatste stand van zaken omtrent de levering van militaire goederen aan Oekraïne.
De vertrouwelijke bijlage bevat een totaaloverzicht van de laatste stand van zaken
van de goederen die tot en met 12 mei 2022 door Defensie zijn geleverd1.
Voor deze leveringen is, net als bij de eerdere leveringen, een zorgvuldige, maar
gezien de uitzonderlijke omstandigheden versnelde, toetsing aan de EU wapenexportcriteria
verricht door de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking.2 Ook bij eventuele nieuwe leveringen zal deze zorgvuldige en versnelde toetsing plaatsvinden.
De geconstateerde effecten van de al geleverde materiële steun op de gereedheid van
de Nederlandse strijdkrachten zijn, gezien de huidige omstandigheden, door Defensie
als acceptabel beoordeeld. Het kabinet houdt ook bij toekomstige verzoeken aandacht
voor de effecten op de gereedheid. Naar aanleiding van het verzoek van de Vaste Commissie
Defensie (VCD) ontvangt uw Kamer binnenkort een nadere toelichting op het effect van
de leveringen op de operationele gereedheid van de krijgsmacht. De leveringen worden
via het Budget Internationale Veiligheid (BIV) bekostigd.
Nederland heeft voor ruim 102 miljoen euro aan materiële steun geleverd. Dit bedrag
betreft de boekwaarde van het geleverde materieel. Zoals aangegeven in de vorige brieven
aan uw Kamer over deze leveringen, heeft het kabinet declaraties ingediend bij de
Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility, EPF). De uitkomsten van een eerste tranche declaraties (declaraties tot en met 10 maart
2022) zijn inmiddels berekend. Het budget voor deze tranche betrof de eerste 500 miljoen
euro van de EPF steunmaatregel en is hiermee uitgeput. Nederland ontvangt uit deze
tranche ongeveer 12,8 miljoen euro. Dit betreft een vergoeding voor zowel geleverde
letale als voor niet-letale middelen. De uitkomsten van de overige declaraties volgen
op een later moment. Nederland zal waar mogelijk ook voor nieuwe leveringen declaraties
bij de EPF indienen.
Het kabinet heeft uw Kamer recentelijk geïnformeerd over de voorgenomen levering van
Pantserhouwitsers.3 Per levering wordt afgewogen of hiervan in het openbaar melding kan worden gemaakt.
Bij dit geavanceerde wapensysteem dat in samenwerking met Duitsland wordt geleverd,
heeft het kabinet geoordeeld dat openbaarmaking dienstig is.
Het gaat in totaal om twaalf Pantserhouwitsers, Nederland levert vijf en Duitsland
zeven stuks. De training wordt verzorgd door Nederlandse en Duitse trainers en is
deze week gestart in Duitsland. Duitsland levert de munitie voor de Pantserhouwitsers.
Dit is een van de voorbeelden van de intensieve samenwerking die de Nederlandse krijgsmacht
al jarenlang heeft met de Duitse krijgsmacht, zowel in vredestijd als in missies,
in Afghanistan, Irak, Litouwen, Slowakije en bij deze levering aan Oekraïne.
Het besluit om deze zware wapensystemen te leveren, is genomen in het licht van de
ontwikkelingen in Oekraïne en het Russische offensief in de Donbas-regio. Het kabinet
acht het onverminderd van belang om bij te blijven dragen aan de Oekraïense zelfverdediging
en afschrikking van de Russische Federatie.4
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren