22 054 Wapenexportbeleid

Nr. 361 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2022

De afgelopen periode is uw Kamer meermaals in detail geïnformeerd over de levering van militaire goederen aan Oekraïne.1 Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking informeer ik u middels bijgaande vertrouwelijke bijlage over de laatste stand van zaken omtrent de leveringen.

Het kabinet heeft voor deze leveringen, net als bij de eerdere leveringen, een zorgvuldige, maar gezien de uitzonderlijke omstandigheden versnelde, toetsing aan de EU wapenexportcriteria verricht door de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.2 Ook bij eventuele nieuwe leveringen zal deze zorgvuldige en versnelde toetsing plaatsvinden.

De geconstateerde effecten van de al geleverde materiële steun op de gereedheid van de Nederlandse strijdkrachten zijn, gezien de huidige omstandigheden, door Defensie als acceptabel beoordeeld. Het kabinet houdt ook bij toekomstige verzoeken aandacht voor de effecten op de gereedheid. De leveringen zijn uit het Budget Internationale Veiligheid (BIV) bekostigd.

In de bijgaande vertrouwelijke bijlage vindt u een overzicht van de goederen die tot en met 20 maart 2022 door Defensie zijn geleverd3.

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstukken 22 054 en 36 045, nrs. 357, 358, 359 en 360; Kamerstuk 36 045, nr. 2

X Noot
2

De toetsing van specifieke transacties aan de EU wapenexportcriteria kan op verzoek vertrouwelijk worden ingezien.

X Noot
3

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven