Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 maart 2022
De afgelopen periode is uw Kamer meermaals in detail geïnformeerd over de levering
van militaire goederen aan Oekraïne.1 Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking informeer ik u hierbij over de laatste stand van zaken
omtrent de leveringen.
Naar aanleiding van het kabinetsbesluit om niet meer in detail te communiceren over
leveringen aan Oekraïne met het oog op de (operationele) veiligheid, zal het kabinet
de Kamer vanaf heden middels een vertrouwelijke bijlage informeren over de leveringen.
Graag doe ik daarmee mijn toezegging gestand om uw Kamer periodiek te informeren over
de militaire goederen die aan Oekraïne geleverd zijn.
Het kabinet heeft voor deze leveringen, net als bij de eerdere leveringen, een zorgvuldige,
maar gezien de uitzonderlijke omstandigheden versnelde, toetsing aan de EU wapenexportcriteria
verricht door de ministers van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.2 Ook bij eventuele nieuwe leveringen zal deze zorgvuldige en versnelde toetsing plaatsvinden.
De geconstateerde effecten van de al geleverde materiële steun op de gereedheid van
de Nederlandse strijdkrachten zijn, gezien de huidige omstandigheden, door Defensie
als acceptabel beoordeeld. Het kabinet houdt ook bij toekomstige verzoeken aandacht
voor de effecten op de gereedheid. De leveringen zijn uit het Budget Internationale
Veiligheid (BIV) bekostigd. Op de financiële vulling van het BIV zal het kabinet nader
terugkomen.
Bijgaand vindt u in een vertrouwelijke bijlage een overzicht van de goederen die tot
op heden door Defensie zijn geleverd3.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren