Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2020
Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk
22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de
drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen
naar € 2.000.000,– (Kamerstuk 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning
ter waarde van € 114.038.400,– voor uitvoer van militair materieel naar Egypte.
Een Nederlands bedrijf heeft in juli 2020 een exportvergunning verkregen voor de uitvoer
naar Egypte van radar- en C3-systemen met inbegrip van software, gereedschap, test-
en meetapparatuur en overige bijhorende diensten.
De ontvanger en eindgebruiker van deze radar- en C3-systemen is de Egyptische marine.
De systemen zullen worden geïnstalleerd aan boord van een Egyptisch fregat. Het desbetreffende
schip kent meerdere toepassingen en zal o.a. worden ingezet bij patrouilles, search and rescue-operaties, onderzeebootdetectie en humanitaire operaties.
De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt
inzake wapenexport1. Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van het meest relevante criterium
hieronder wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van
de volgende argumenten:
Handhaving regionale stabiliteit (criterium 4)
Toetsing aan criterium 4 is negatief indien er een duidelijk risico bestaat dat de
te leveren militaire goederen ingezet zullen worden voor agressie jegens een ander
land of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken.
Het fregat waarvoor de systemen in de huidige aanvraag voor zijn bestemd zal voor
meerdere taken worden ingezet, waaronder voor maritieme patrouilles en onderzeebootdetectie,
alsook voor andere legitieme maritieme veiligheids- en ordehandhavingstaken.
Openbare bronnen maken melding van Egyptische wapenleveranties aan de strijdende partijen
in Libië. Deze leveranties, indien die plaatsvinden, zijn in strijd met het wapenembargo
op Libië. Egypte verleent daarnaast politieke, maar geen militaire steun aan de coalitie
die onder leiding van Saoedi-Arabië deelneemt aan het conflict in Jemen.
De Egyptische marine is voor zover bekend niet betrokken bij het faciliteren van deze
steun. Uit de praktijk blijkt dat inzet van de Egyptische marine in de regionale wateren
met name dient ter de bevordering van de veilige scheepvaart en het beschermen van
economische belangen binnen de Exclusieve Economische Zone van Egypte. De maritieme
economische belangen van Egypte komen overeen met de Europese belangen.
Gelet op het bovenstaande bestaat er geen duidelijk risico dat de huidige transactie
bijdraagt aan agressie of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken. Toetsing
aan criterium 4 is positief.
Ten aanzien van de overige zeven criteria gelden geen bijzonderheden, ook deze zijn
als positief getoetst.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok