21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 294 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 maart 2018

Met de gewijzigde motie van de leden Kwint (SP) en Yesilgöz-Zegerius (VVD) (Kamerstuk 21 501-34, nr. 290), aangenomen tijdens de stemmingen van 6 maart 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 57, Stemmingen over moties, ingediend bij het VSO OJCS-raad van 15 februari 2018), wordt het kabinet verzocht zich in Europees verband stevig uit te spreken voor de bescherming van de journalistieke onafhankelijkheid en zich hard te maken voor het opheffen van de website EUvsDisinfo. Naar aanleiding van de stemmingen heeft het lid Kwint het kabinet verzocht om een brief waarin wordt toegelicht hoe deze motie wordt uitgevoerd. Met deze brief geef ik mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken gevolg aan dat verzoek.

De gewijzigde motie van de leden Kwint en Yesilgöz-Zegerius sluit qua overwegingen aan bij die van het kabinet en het kabinet zal de aangenomen motie daarom uitvoeren. Het kabinet zal in de gepaste gremia van de Europese Unie draagvlak proberen te vinden voor hetgeen de Kamer vraagt. Daarbij staat voor het kabinet zoals ook in mijn brief van 6 maart is weergegeven (Kamerstukken 21 501-34 en 26 643, nr. 291), het uitgangspunt voorop dat de onafhankelijkheid van de journalistiek te allen tijde moet worden gerespecteerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven