21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur

Nr. 146 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2010

Met betrekking tot de Onderwijs-, Jeugd-, en Cultuurraad, stuur ik u:

  • Het verslag van de Informele OJC-Raad van 10 en 11 mei jl.

  • De schriftelijke afhandeling van het Algemeen Overleg van 6 mei jl. Hiermee worden de vragen die tijdens het schriftelijk overleg door de leden van de fracties van de PvdA, de VVD en de SP zijn gesteld, afgedaan (zie 21 501-34, nr. 147).

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

VERSLAG OJC-RAAD – 10 EN 11 MEI 2010

CULTUUR

Europees Erfgoedlabel

Tijdens de gedachtewisseling over het Europees Erfgoedlabel gaf de Europese Commissie een korte toelichting op de lopende onderhandelingen over de instelling van een actie voor een Europees erfgoedlabel. Doel van het label is om erfgoed dat verwijst naar de gezamenlijke Europese geschiedenis breder voor het publiek toegankelijk te maken. Daarbij gaat speciale aandacht uit naar de aansluiting bij de belevingswereld van jongeren. De Europese Commissie geeft aan een akkoord te willen bereiken onder Belgisch voorzitterschap. Besprekingen met het Europees Parlement bevinden zich in een gevorderd stadium.

Culturele Hoofdstad voor Europa

De OJC-Raad heeft besloten tot aanwijzing van Umea (Zweden) en Riga (Letland) tot culturele hoofdsteden voor het jaar 2014.

De bijdrage van cultuur aan regionale en lokale ontwikkeling

De OJC-Raad heeft zonder verdere discussie de raadsconclusies over de bijdrage van cultuur aan regionale en lokale ontwikkeling aangenomen. Commissaris Vassiliou wees in dat verband de belangrijke bijdrage die creatieve bedrijfstakken kunnen leveren aan lokale en regionale ontwikkeling en benadrukte dat onlangs binnen de Europese Commissie een discussie is opgestart over mogelijk gebruik hierbij van de Cohesiefondsen ná 2013.

Een concurrerend, inclusief en duurzaam Europa: bijdrage van cultuur en creativiteit

Het voorzitterschap opende de besprekingen over dit onderwerp met een korte terugkoppeling van de informele Cultuurraad van Barcelona (31 maart 2010). Deze kende als voornaamste uitkomst een brede overeenstemming over de rol van cultuur en creativiteit voor duurzame en inclusieve sociale en economische ontwikkeling en de breed gevoelde noodzaak dat hiervoor voldoende aandacht dient te zijn in het kader van de EU-2020-strategie.

De Europese Commissie presenteerde vervolgens het lang verwachte Groenboek «Unlocking the potential of cultural and creative industries». De Europese Commissie geeft aan dat er nog veel onbenut creatief potentieel is in Europa. Veel van onze toekomstige welvaart en welzijn hangt echter af van hoe we ons potentieel aanwenden om innovatie te bereiken.

Culturele diversiteit, de omschakeling naar een «digitale samenleving» (snelle technologische ontwikkelingen en de uitrol van breedband-internet) en globalisering bieden de randvoorwaarden voor een verdere ontwikkeling van culturele en creatieve industrieën (CCI's). Europese beleidsinitiatieven die een rol spelen voor de verdere ontwikkeling van CCI's zijn de Digitale Agenda, de Innovatie Unie en de Europese Strategie met betrekking tot intellectueel eigendom. In het genoemde Groenboek benoemde de Europese Commissie drie centrale thema's, die ieder om een aantal oplossingen vragen. De thema's betreffen het creëren van «the right enablers» (ontmoetingsplaatsen en laboratoria voor creatieven, skills needs of CCI's, toegang tot financiering), locale en regionale ontwikkeling als springplank naar wereldwijd succes (waaronder ook de circulatie van werken) en het optimaal benutten van de spillover effects van CCI's. Eurocommissaris Vassiliou nodigde tenslotte de lidstaten uit om te reageren op het Groenboek.

Nederland bracht in dat de zogenaamde culturele en creatieve industrieën (CCI’s) een voorwaarde voor innovatie zijn. Europa moet een holistische benadering kiezen en optimaal gebruik zien te maken van de spillover effects van CCI's. Cultuur heeft een eigen, intrinsieke waarde. Dit neemt echter niet weg dat de tijd rijp is om sterker te kijken naar de sociale en economische betekenis van CCI's. In Nederland is dit al lang geleden onderkend en erkend met het inrichten van een gezamenlijk beleidsprogramma van de ministeries van Economische Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Nederland herhaalde dat het essentieel is dat in de EU2020-strategie op diverse manieren aandacht wordt besteed aan de rol van de CCI’s.

In een afsluitende reactie gaf de Europese Commissie aan dat het nu aan de lidstaten is om ervoor te zorgen dat de rol van CCI’s in de EU2020-strategie erkend wordt tijdens de Europese Raad van juni 2010. Het voorzitterschap concludeerde vervolgens dat er consensus bestaat dat CCI’s een rol moeten spelen bij de EU2020-strategie.

AUDIOVISUEEL

Eurocommissaris Kroes dankte de OJC-Raad voor conclusies en zijn eerdere conclusies over Europeana. Zij ging vervolgens kort in op de Digitale Agenda van de CIE, die binnenkort uitkomt. Commissaris Kroes gaf aan dat de Digitale Agenda een van de voornaamste pilaren voor de EU-2020-strategie vormt. Enkele belangrijke thema's zijn: een digitale interne markt, het verbeteren van het vertrouwen van consumenten en aanbieders en de noodzaak dat «networks» nieuwe diensten aanbieden en investeren in «high speed internet».

Vervolgens ging Kroes kort in op Europeana. Zij stelde dat Europeana een essentieel onderdeel vormt van de Digitale Agenda. Het doel is dat eind 2010 meer dan 10 mln. objecten gedigitaliseerd zijn. Ze riep de lidstaten en de Europese Commissie op in actie te komen: «Als we zelf niet digitaliseren zullen anderen het overnemen».

Kroes gaf aan dat snel een rechtskader voor auteursrecht in een digitale omgeving moet worden gecreëerd. Met name de problematiek rond verweesde werken vraagt om een snelle oplossing. Ook moet op korte termijn worden gekeken naar de verschillende financieringsmogelijkheden voor digitalisering, alsmede hoe de private sector hierbij betrokken kan worden. In dit verband wees zij op het comité van wijzen, dat onlangs door de CIE in het leven is geroepen. Kroes benadrukte dat de drie leden van de groep op persoonlijke titel deelnemen en onafhankelijk van de Europese Commissie of OJC-Raad zullen werken. Het comité van wijzen zal tijdens de eerstvolgende OJC-Raad een toelichting op zijn werkzaamheden geven.

Nederland gaf aan te hechten aan een duurzame oplossing voor de financiering van Europeana na 2013. Ook pleitte Nederland voor een gecoördineerde aanpak van vragen omtrent de auteursrechten.

De Raad nam daarop de raadsconclusies aan.

ONDERWIJS

Sociale dimensie van onderwijs

Het Spaans voorzitterschap onderstreepte het belang van deze conclusies. Toegankelijkheid en excellentie van het onderwijs sluiten elkaar niet uit maar moeten elkaar aanvullen. Onderhavige conclusies bieden daarvoor handvatten.

Eurocommissaris Vassiliou gaf aan verheugd te zijn dat de OJC-Raad zich voor de eerste keer buigt over de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. Men name van belang is te voorkomen dat teveel mensen de school te vroeg verlaten. De conclusies zouden een goed referentiepunt voor toekomstige initiatieven bieden.

De Raad keurde vervolgens zonder verdere discussie de conclusies goed.

Competenties ten behoeve van een leven lang leren en het initiatief «nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen»

Het voorzitterschap benadrukte dat deze conclusies moeten helpen om betere aanpassingen tussen de vaardigheden van werknemers en de behoeften op de arbeidsmarkt mogelijk te maken.

Commissaris Vassiliou wenste de raad geluk met dit initiatief. Het is van belang voor zowel de persoonlijke ontwikkeling als voor de positie van het individu op de arbeidsmarkt. Vaardigheden worden steeds meer van belang geacht en dat verdient verdere ondersteuning met bijv. het Europees Kwalificatiekader. De aanpak ten aanzien van sleutelcompetenties is van wezenlijk belang. De Europese Commissie zal haar rol volledig vervullen bij het opvolgen van deze conclusies.

Hierop werden de raadsconclusies aangenomen.

De internationalisering van het hoger onderwijs

Het voorzitterschap wees op het grote belang van meer uitwisseling van kennis, personeel, studenten en onderzoek op het gebied van hoger onderwijs. Hoewel er hier steeds meer belangstelling voor is, wordt het ook steeds moeilijker voor onderwijsinstellingen vanwege de hoeveelheid aan verschillende initiatieven. De lidstaten moeten nadenken over maatregelen die ons hoger onderwijs aantrekkelijker kunnen maken.

De Commissaris onderstreepte dat de hoger onderwijsinstellingen een actieve rol kunnen vervullen om meer internationalisering mogelijk te maken. De successen van Europa (dankzij Tempus, Erasmus Mundus) leiden tot grote meerwaarde. Daarnaast kan verder worden gebouwd aan de aantrekkelijkheid van ons onderwijs. Dat sluit ook aan bij het EU2020-initiatief «Youth on the Move», dat onze jeugd wil aanzetten om meer in het buitenland te studeren. Bovendien willen we de grootste talenten aantrekken. Het gaat niet alleen om mobiliteit en het aantrekken van studenten. Vaardigheden moeten worden verbeterd binnen en buiten Europa, door onderzoeksprojecten en gemeenschappelijke onderwijstitels. Bovendien zal de Europese Commissie steun bieden bij de oprichting van internationale thematische netwerken.

De Raad keurde hierop de conclusies goed.

Bijdrage aan de voorbereiding van de Europese Raad op 17 juni 2010

Het voorzitterschap leidde het belangrijkste deel van de vergadering in. De Europese Raad van juni zal de doelstellingen van de EU2020-strategie vaststellen. Voortbouwend op de informele Onderwijsraad van april poogde het voorzitterschap tot conclusies te komen. Deze conclusies luidden als volgt:

The Council agreed to propose to the European Council in June 2010 the numerical rates of the EU headline targets to improve education levels of the new strategy Europe 2020, building on the two corresponding levels of European average performance («European benchmarks») approved in the strategic framework for European cooperation in Education and Training (ET2020), that is by 2020, the school-drop out rate should be less than 10% and the share of population having completed tertiary or equivalent education should be at least 40%.

In line with their responsibility for their education and training systems, the competence of the Member States regarding the setting and implementation of quantitative national targets in the area of education and training is fully maintained. The principles and working methods agreed under the strategic framework for European cooperation in this field play their full role in monitoring progress towards the EU headline target for education.

De Europese Commissie benadrukte het belang van de beide elementen van het debat: de vaststelling van de percentages van de hoofdlijndoelstellingen en de rol van de onderwijsministers en de OJC-Raad bij de opvolging.

De rol van de OJC-Raad in dit verband moeten worden behouden. De EU2020-strategie verandert niets aan de positie van onderwijs in het EU-Verdrag. De kwaliteit van onze onderwijssystemen moet worden verbeterd en de kwantitatieve doelstellingen moeten daarbij ondersteuning bieden.

Nederland bracht in dat de benchmarks uit werkprogramma Onderwijs en Opleiding 2020 overgenomen moeten worden in de EU2020-strategie. In Nederland waren er al ambitieuze nationale doelstellingen op de twee betreffende terreinen vastgesteld, deze kunnen pas na de verkiezingen door een nieuwe regering worden herbevestigd. In de governance-structuur moeten de onderwijsministers een grotere betrokkenheid krijgen, aangezien de samenwerking een intergouvernementeel karakter draagt.

Het Verenigd Koninkrijk onderstreepte het belang van onderwijs in de EU2020-strategie. In afwachting van een nieuwe regering kon het Verenigd Koninkrijk echter geen instemming verlenen aan het vastleggen van numerieke percentages.

Eurocommissaris Vassiliou sprak enerzijds haar teleurstelling uit over het feit dat er geen akkoord kon worden bereikt, en anderzijds haar dankbaarheid voor alle 26 lidstaten die wel hun instemming hebben betoond. Het voorzitterschap werd bedankt voor de zeer constructieve en efficiënte wijze waarop naar deze discussie en mogelijke conclusies is toegewerkt.

Het voorzitterschap stelde vast dat voorzitterschapsconclusies zeer brede steun genieten en sprak de hoop uit dat de Europese Raad dit in juni zal overnemen. Deze conclusies hebben volledig respect voor de nationale situaties.

PRIORITEITEN VAN HET BELGISCH VOORZITTERSCHAP

Het komende Belgisch voorzitterschap benoemde de volgende thema’s als zijn prioriteiten voor de tweede helft van 2010:

Cultuur:

  • Het verder kwantificeren van de toegevoegde waarde van culturele en creatieve industrieën en het inzichtelijk maken van het verband tussen cultuur en innovatie. Dit in het kader van de EU2020-strategie.

  • De rol van cultuur ten aanzien van het Europees Jaar tegen armoede en sociale uitsluiting.

  • Evaluatie van het Werkplan Cultuur 2008–2010 met het oog op de ontwikkeling van een nieuw Werkplan na 2010.

  • Bereiken van een besluit over een Europees Erfgoedlabel.

Audiovisueel:

  • Steun voor digitale cinema.

  • Conservering digitaal erfgoed en cinema.

  • Ontwikkeling van de openbare bibliotheek in het digitale tijdperk.

Onderwijs:

  • Het Kopenhagenproces voor beroepsonderwijs.

  • Scholen voor de 21e eeuw.

  • De rol van onderwijs bij het werken naar een duurzame samenleving.

  • Mobiliteit.

Naar boven