21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 503 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 september 2014

Bijgaand doe ik u de geannoteerde agenda toekomen van de informele energieraad die op 6 oktober plaatsvindt in Milaan (Italië). Het informele karakter van deze Raad impliceert een vrije gedachtewisseling zonder besluitvorming. Tegelijkertijd vormt deze informele energieraad de enige gelegenheid voor de lidstaten om plenair te discussiëren over de verschillende dossiers die een rol zullen spelen op de Europese Raad van 23 en 24 oktober 2014: energievoorzieningszekerheid, interne energiemarkt en met name het klimaat- en energiepakket 2030. Het Italiaanse voorzitterschap is voornemens om verslag te doen van de beraadslagingen van de informele energieraad en deze aan te bieden aan Herman van Rompuy, de voorzitter van de Europese Raad.

Tijdens de ochtendsessie zal worden gesproken over energievoorzieningszekerheid. Het verbeteren van de energievoorzieningszekerheid is door de huidige situatie in de Oekraïne zeer actueel. Op de Europese Raad van juni 2014 heeft de Europese Commissie een uitgebreid plan voor het verminderen van de energieafhankelijkheid van de EU gepresenteerd. Op basis hiervan zal aan de informele energieraad mogelijk een aantal middellange tot lange termijn maatregelen voorliggen om de energievoorzieningszekerheid van de EU nog verder te vergroten. Daarnaast zal de Commissie mogelijk ingaan op haar eerste bevindingen naar aanleiding van het uitvoeren van de stress tests in de lidstaten. Deze stress tests gaan in op de kwetsbaarheid van lidstaten voor onderbrekingen in de gasaanvoer uit Rusland.

Daarnaast zal tijdens de ochtendsessie van de informele energieraad van gedachten worden gewisseld over de voltooiing van de interne energiemarkt.

De Europese Raad heeft gesteld dat de interne energiemarkt uiterlijk in 2014 volledig functioneel, verbonden en geïntegreerd moet zijn. Eind september komt de Commissie met een nieuwe mededeling over de stand van zaken met betrekking tot de voltooiing van de interne energiemarkt. Deze mededeling zal naar verwachting op tijd uit worden gebracht om te worden besproken op de informele energieraad.

De middagsessie betreft een gezamenlijke sessie van de informele energieraad en de informele milieuraad. Er zal worden gesproken over het klimaat- en energiepakket 2030. Op de Europese Raad van 23 en 24 oktober moet een besluit worden genomen over het klimaat- en energiepakket voor 2030 in het bijzonder over (de hoogte van) het CO2-reductiedoel. De discussie in de EU spitst zich momenteel toe op de verdeling van het non-ETS-gedeelte van de CO2-reductiedoelstelling over de lidstaten. Een aantal lidstaten wil eerst duidelijkheid over de individuele reductieopgave in de non-ETS sectoren en bijbehorende lasten alvorens in te kunnen stemmen met de door de Europese Commissie voorgestelde algehele CO2-reductiedoelstelling van 40% in 2030. Uw Kamer zal middels een kabinetsreactie op het klimaat- en energiepakket 2030 en de bijbehorende analyse van ECN en PBL separaat worden geïnformeerd over het Nederlandse standpunt.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

BIJLAGE: GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE ENERGIERAAD 6 OKTOBER 2014

Energievoorzieningszekerheid

De informele energieraad zal spreken over energievoorzieningszekerheid. Het verbeteren van de energievoorzieningszekerheid is door de huidige situatie in de Oekraïne zeer actueel. Aan de Europese Raad van juni heeft de Europese Commissie een mededeling met daarin een uitgebreid plan voor het verminderen van de energieafhankelijkheid van de EU gepresenteerd (Kamerstuk 21 501-33, nr. 491). De Commissie zal op basis van haar mededeling en ter voorbereiding op de Europese Raad van oktober, aan de informele energieraad mogelijk een aantal middellange tot lange termijn maatregelen voorleggen om de energievoorzieningszekerheid van de EU nog verder te vergroten.

In bovengenoemde mededeling doet de Commissie zowel voorstellen voor de korte als voor de middellange en lange termijn om de energievoorzieningszekerheid in de EU te vergroten. Voor de korte termijn richt de Commissie zich op het voorkomen van problemen voor aankomende winter. Vanuit dit oogpunt hebben de lidstaten n de afgelopen maanden stress tests uitgevoerd en de resultaten daarvan aangeleverd aan de Commissie. De uitkomsten van de stress tests moeten een beeld geven van de kwetsbaarheid van de afzonderlijke lidstaten voor onderbrekingen in de gasaanvoer. Tevens moeten de stress tests in beeld brengen waar en onder welke condities lidstaten elkaar kunnen bijstaan in geval van onderbrekingen in de gasaanvoer. De Commissie zal mogelijk tijdens de informele energieraad ingaan op de uitkomsten van de stress tests. In Nederland zal de markt de gevolgen van zo’n onderbreking op kunnen lossen, maar in sommige Oost-Europese lidstaten zullen waarschijnlijk gastekorten ontstaan die de markt niet op kan lossen, waardoor overheidsmaatregelen (zoals bijvoorbeeld vraagbeperking) noodzakelijk zijn.

Voor de middellange en lange termijn zal de Commissie naar verwachting voorstellen om de energievoorziening verder te verduurzamen, de netwerken en interconnecties verder te versterken, de interne energiemarkt te voltooien en externe energierelaties en samenwerking met mogelijke nieuwe leveranciers te vergroten. De Commissie werkt genoemde voorstellen op dit moment uit en zal mogelijk aan de informele energieraad een aantal middellange tot lange termijn maatregelen voorleggen om de energievoorzieningszekerheid van de EU verder te vergroten.

Nederland vindt het belangrijk dat energievoorzieningszekerheid hoog op de Europese agenda blijft. Een betaalbare, betrouwbare en duurzame energievoorziening is van groot belang voor een sterk en concurrerend Europa. Zoals uiteengezet in boven genoemde kabinetsreactie op de mededeling van de Commissie inzake voorzieningszekerheid is Nederland van mening dat een integrale aanpak van een goed functionerende interne energiemarkt, een goede Europese infrastructuur met voldoende mogelijkheden om van buiten (via havens, pijpleidingen en met LNG) energie te importeren en een ambitieus klimaat- en energiebeleid de beste verzekering tegen aanvoerverstoringen. Daarbij is het van belang dat de Commissie haar diplomatieke rol stevig invult om zo de energiebelangen van de EU als geheel te dienen.

Interne energiemarkt

De informele energieraad zal tevens van gedachten wisselen over de voltooiing van de interne energiemarkt. De Europese Raad heeft gesteld dat de interne energiemarkt uiterlijk in 2014 volledig functioneel, verbonden en geïntegreerd moet zijn. Eind september komt de Commissie met een nieuwe mededeling over de stand van zaken met betrekking tot de voltooiing van de interne energiemarkt. Deze mededeling zal naar verwachting op tijd uit worden gebracht om te worden besproken op de informele energieraad.

In november 2012 is de Commissie met een mededeling over de interne energiemarkt gekomen, inclusief landen specifieke aanbevelingen. De Commissie stelde daarin vast dat verdere stappen noodzakelijk waren om de mogelijkheden van de interne energiemarkt volledig te benutten. Van belang daarbij waren met name de versterking van investeringen in productiecapaciteit, netwerken en opslagmogelijkheden, de versterking van de concurrentiekracht, extra energiebesparingen en een actievere houding van consumenten. De Commissie pleitte voor verdere integratie van Europese energiesystemen en verdere marktopening als cruciale voorwaarden voor een succesvolle transitie naar een betaalbare, schone en betrouwbare energiehuishouding. Daaropvolgend heeft de Commissie nog twee mededelingen in relatie tot de interne energiemarkt uitgebracht. Het betreft de mededeling over publieke interventies op de elektriciteitsmarkt van 5 november 2013 (Kamerstuk 22 112, nr. 1753) en de mededeling over de ontwikkeling van energieprijzen en kosten in de Europese Unie van 22 januari 2014 (Kamerstuk 33 858, nr. 3).

In haar nieuwe mededeling over de interne energiemarkt zal de Commissie naar verwachting enerzijds aangeven welke vooruitgang in de afgelopen jaren is geboekt, en anderzijds ingaan op de stappen die nog gezet moeten worden om de interne energiemarkt te voltooien. Daarbij zal de Commissie vermoedelijk opnieuw ingaan op het belang van verdere marktintegratie, de afronding van het Europese netcodeproces, de versterking van grensoverschrijdende verbindingen en de versterking van concurrentie op de energiemarkt. Ook zal de Commissie net als in 2012 komen met landen specifieke aanbevelingen.

Nederland pleit voor de volledige implementatie van EU wetgeving in alle lidstaten alsmede een voortvarende afronding van het Europese netwerkcodeproces. Verder richt de Nederlandse inzet zich op verdere versterking van de positie van de consument, volledige integratie van hernieuwbare energie in de energiemarkt, een betere coördinatie van steunregelingen voor hernieuwbare energie en het vinden van regionale oplossingen voor leveringszekerheid vraagstukken. Daarnaast ziet Nederland de voltooiing van de interne markt als belangrijke randvoorwaarde om de importafhankelijkheid en daarmee de kwetsbaarheid van lidstaten en van de Unie als geheel te verminderen.

Klimaat- en energiepakket 2030

De informele energieraad zal, in een gezamenlijke sessie met de milieuministers, spreken over het klimaat- en energiepakket 2030 ter voorbereiding op de Europese Raad van 23 en 24 oktober. Op de Europese Raad van oktober moet een besluit worden genomen over het klimaat- en energiepakket voor 2030 in het bijzonder over de hoogte van het CO2-reductiedoel. Dit is een belangrijke stap in het proces richting de internationale onderhandelingen over het mondiale klimaatakkoord in december 2015 in Parijs.

De discussie in de Raad spitst zich momenteel toe op de verdeling van het non-ETS-gedeelte van de CO2-reductiedoelstelling over de lidstaten. De Commissie stelt een bindend CO2-reductiedoel van ten minste 40% in 2030 (onderverdeeld naar 43% reductie voor de Emission Trading System (ETS)-sectoren en 30% reductie voor non-ETS sectoren) voor. Voor de sectoren die niet onder het ETS vallen (transport, landbouw, gebouwde omgeving en kleine industrie) moeten voor de vertaling naar nationale doelen een of meerdere verdelingsprincipes worden vastgesteld.

Een aantal lidstaten wil dit eerst nader uitgewerkt zien alvorens in te stemmen met een CO2-reductiedoelstelling van 40% in 2030. Centraal- en Oost-Europese lidstaten nemen een sleutelrol in bij de onderhandelingen. Zij willen niet beslissen over een Europees CO2-reductiedoel voordat de internationale klimaatonderhandelingen in Parijs eind 2015 hebben plaatsgevonden. Om in te kunnen stemmen met een Europees CO2-reductiedoel van 40% zullen zij (financiële) compensatie willen. De hoogte daarvan zal mede afhangen van de hoogte van de lasten van het non-ETS gedeelte van de CO2-reductiedoelstelling voor deze Oost-Europese lidstaten. Daarnaast zullen de Oost-Europese lidstaten mogelijk eisen stellen op het gebied van de energievoorzieningszekerheid. Nederland ziet de vervolmaking van de interne energiemarkt als het belangrijkste instrument om de leveringszekerheid te verbeteren. Voorkomen moet worden dat stappen terug worden gezet op de interne energiemarkt vanuit het oogpunt van solidariteit.

Uw Kamer wordt over de Nederlandse positie op het klimaat- en energiepakket 2030 separaat geïnformeerd. Met deze brief wordt uw Kamer dan ook het toegezegde onderzoeksrapport van ECN/PBL aangeboden.

Naar boven