21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 483 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2014

Met deze brief geef ik, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, invulling aan het verzoek van uw Kamer om een reactie van het kabinet op de brief van president Poetin aan de regeringsleiders van de EU over de gastoevoer vanuit Rusland. Ik ga daarbij tevens in op de tweede brief die president Poetin op 14 mei jl. over dit onderwerp heeft gezonden.

Op 10 april jl. heeft president Poetin van de Russische Federatie een brief gestuurd aan een aantal Europese landen die Russisch gas ontvangen via Oekraïne (waaronder enkele kandidaat-lidstaten en landen van het Oostelijk Partnerschap). Nederland heeft deze brief niet ontvangen. In de brief benadrukt Rusland dat het de stabiliteit van de Oekraïense economie altijd gesteund heeft, maar dat, nu de betalingsachterstand van het Oekraïense Naftogaz is opgelopen, Gazprom zich gedwongen voelt vooruitbetaling te verlangen voor gaslevering aan Oekraïne. Enerzijds zet president Poetin met deze brief Oekraïne onder druk en formuleert hij enkele oncontroleerbare claims. Het kabinet meent dat dit niet bijdraagt aan de oplossing van de bestaande problemen. Anderzijds doet Rusland in de brief het aanbod om op ministerieel niveau in gesprek te gaan om tot een oplossing te komen om de Oekraïense economie te stabiliseren en de gaslevering en -transit te garanderen. De Russische unilaterale verhoging van de energieprijzen voor Oekraïne die voorafging aan deze brief is in dit verband echter zorgwekkend. Op 14 mei jl. heeft president Poetin opnieuw een brief gezonden aan Europese landen die via Oekraïne Russisch gas importeren. Ook deze brief is niet aan Nederland geadresseerd. In de brief wordt kenbaar gemaakt dat de betalingsachterstand over het aan Oekraïne geleverde gas verder is opgelopen (tot $ 3,5 miljard dollar), dat Gazprom inmiddels is overgegaan tot facturering voor vooruitbetaling en dat per 1 juni 2014 de gaslevering aan Oekraïne beperkt wordt tot hetgeen is vooruitbetaald. Rusland herhaalt de bereidheid om in dialoog met de Europese landen tot normalisering van de situatie te komen.

Daarbij wordt specifiek aan de Europese Commissie verzocht om actiever de dialoog aan te gaan, teneinde de Oekraïense economie te stabiliseren.

Na de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1370) en overleg met de Europese energieministers heeft voorzitter Barroso van de Europese Commissie op 17 april jl., namens de EU en al haar lidstaten, een reactie gezonden aan president Poetin. In deze brief stemt de Europese Unie in met het voorstel van de Russische president Poetin om consultaties aan te gaan met Oekraïne en Rusland over de gasvoorzieningszekerheid. Het gaat dan zowel over het nakomen van de contractuele verplichtingen als om de hervorming van het Oekraïense energiesysteem.

Op 21 mei jl. heeft de Europese Commissie ook de tweede brief van president Poetin namens de EU-lidstaten beantwoord. Daarbij onderstreept de Commissie de afspraak dat zolang de trilaterale gesprekken lopen de gastoevoer naar Oekraïne niet onderbroken zou worden. Ook is herhaald dat de EU bereid is de triloog intensief door te zetten teneinde spoedig tot oplossingen te komen voor de korte en lange termijn. Hoewel Nederland zelf niet afhankelijk is van de gasstroom door Oekraïne, steunt het kabinet de brieven van Commissievoorzitter Barroso van 17 april en 21 mei jl. en de daaruit volgende inspanningen van de Europese Commissie onverkort.

In navolging van de eerste brief van Commissievoorzitter Barroso zijn trilaterale besprekingen gestart. Daarbij zijn in de maand mei drie gesprekken voorzien, waarvan het eerste gesprek op 2 mei jl. heeft plaatsgevonden. Dit werd gevoerd door Energiecommissaris Oettinger namens de Europese Unie, energieminister Novak van de Russische Federatie, energieminister Prodan van Oekraïne en vertegenwoordigers van de betrokken Russische en Oekraïense energiebedrijven. Het eerste gesprek is te zien als de start van een belangrijk proces waarbij de gedeelde inzet is om tot een oplossing te komen die de gasleveringszekerheid voor de EU en Oekraïne garandeert en onderbreking van de gaslevering aan Oekraïne voorkomt. Deze maand vinden nog twee gesprekken plaats waarin de gezamenlijk vastgestelde vraagstukken worden besproken, waaronder die van de betalingsachterstand van Oekraïne, de hoogte van de gasprijs voor Oekraïne, gasopslag voor de komende winter en modernisering van het Oekraïense transitsysteem. Ook het door Nederland benadrukte belang van transparantie van de energiestromen door Oekraïne, om beschuldigingen als in 2009 over energiediefstal te voorkomen, maakt onderdeel uit van de besprekingen. Het kabinet is positief over de door Oekraïne en Rusland getoonde wil om te zorgen voor ononderbroken gasleveranties via Oekraïne aan Europa. Niettemin blijft, zolang nog niet in een oplossing voorzien is, het onderwerp de aandacht van het kabinet houden.

Vooralsnog heeft de situatie er niet toe geleid om het zogenoemde EU-Rusland Early Warning Mechanism te activeren. Kern van dit mechanisme is dat Rusland en de Commissie, namens de EU, elkaar tijdig informeren en in overleg gaan over gevolgen en oplossingen, als zij van mening zijn dat zich een ernstig probleem met de energievoorziening kan voordoen. Tot op heden is het mechanisme niet geactiveerd. Het kabinet moedigt de Russische regering, de Oekraïense regering en de Europese Commissie aan om op regelmatige basis contact te blijven onderhouden over een onverstoorde energietoevoer.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven