21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 398 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2012

Bijgaand doe ik u het verslag toekomen van de Energieraad van 3 december 2012.

Het voorzitterschap heeft de Raad geïnformeerd over het bereikte akkoord in eerste lezing over de verordening energie-infrastructuur dat gedurende de laatste informele triloog op 27 november 2012 tussen Raad, Commissie en Europees Parlement tot stand is gekomen. Daarnaast heeft de Raad conclusies aangenomen over de mededeling hernieuwbare energie. In deze raadsconclusies verzoeken de lidstaten de Commissie om het huidige duurzame energieraamwerk in 2014 te evalueren, alvorens voorstellen te doen voor de periode na 2020 binnen de context van het bredere klimaat en energiebeleid.

De Raad heeft een eerste gedachtewisseling gehouden over de nieuwe Commissiemededeling over de interne energiemarkt. De drie belangrijkste boodschappen die uit de discussie naar voren kwamen en waar Nederland het mee eens is zijn: (kwetsbare) consumenten moeten een centrale rol innemen; (nationale) capaciteitsmechanismen moeten zo veel mogelijk worden voorkomen; en instrumenten voor hernieuwbare energie die marktverstorend werken moeten worden voorkomen.

Onder het punt diversen gaf de Commissie informatie over de internationale energiebetrekkingen en presenteerde het aankomende Ierse voorzitterschap haar programma voor de eerste helft van 2013.

De eerstvolgende Energieraad vindt plaats op 22 februari 2013 te Brussel.

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

VERSLAG ENERGIERAAD 3 DECEMBER 2012

Veiligheid gas- en olieactiviteiten op zee

De Raad nam nota van de terugkoppeling van het voorzitterschap van de eerste triloog tussen Raad, Commissie en het Europees Parlement over het wetsvoorstel over de veiligheid van gas- en olieactiviteiten op zee (Kamerstuk 22 112 nr. 1281). Alle partijen streven naar een akkoord in eerste lezing in het voorjaar van 2013.

Het voorzitterschap gaf aan dat het Europees Parlement een krachtige richtlijn wil waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen lidstaten. Dat geldt in het bijzonder voor activiteiten die lidstaten ontplooien in derde landen.

De Commissie heeft nog geen definitieve keuze gemaakt ten aanzien van de rechtsgrondslag, maar gaf tijdens de Raad aan te kunnen leven met een richtlijn als daarbij de hoge veiligheidseisen met de hoogst mogelijke veiligheidsnormen niet in het gedrang raken. De Commissie ziet voor de EU een voortrekkersrol weggelegd en is voorstander van een wereldwijde toepassingen van de richtlijn. Europese bedrijven zijn immers over de hele wereld actief. De Commissie vindt een structurele scheiding van de economische en controle activiteiten van de bevoegde autoriteit niet noodzakelijk, een functionele scheiding (interne firewall) is voldoende waarborg voor de onafhankelijkheid van de bevoegde autoriteit.

Hernieuwbare energie

De Raad nam conclusies aan over de mededeling hernieuwbare energie (Kamerstuk 22 112 nr. 1441). In de raadsconclusies verzoeken de lidstaten de Commissie om het huidige duurzame energieraamwerk in 2014 te evalueren en vervolgens voorstellen te doen voor de periode na 2020 binnen de context van het bredere klimaat en energiebeleid. De Commissie kondigt in haar werkprogramma voor 2013 aan met een lange termijn perspectief te komen.

De Commissie gaf aan dat de EU op dit moment goed op koers ligt om het Europese doel van 20% hernieuwbare energie in 2020 te halen, maar dat verdere actie nodig is om te voorkomen dat het aandeel hernieuwbare energie na 2020 weer terugvalt. De kosten van hernieuwbare energie moeten omlaag, ongewenste concurrentie tussen subsidiesystemen moet worden voorkomen en hernieuwbare energie moet uiteindelijk zonder financiële ondersteuning van overheden onderdeel worden van de interne energiemarkt.

Interne energiemarkt

De Commissie presenteerde haar mededeling over de interne energiemarkt, die op 15 november 2012 is uitgebracht. Op basis van deze presentatie vond een eerste gedachtewisseling plaats. Het aankomende Ierse voorzitterschap gaf aan tijdens de Energieraad van 7 juni 2013 raadsconclusies te willen aannemen.

Commissaris Oettinger gaf aan dat de EU de grootste interne markt ter wereld is en dat deze interne markt de basis vormt voor het economische en sociale succes van de EU. Volgens Commissaris Oettinger is de Europese oliemarkt reeds volledig functioneel en zal de Europese kolenmarkt dat ook zijn na het aflopen van de subsidies in 2018. De Europese gas- en elektriciteitsmarkt moet in 2014 functioneel zijn, maar volgens de Commissaris moet daarvoor nog veel werk worden verzet. Het derde energiepakket moest 20 maanden geleden worden geïmplementeerd, maar veel lidstaten hebben nog niet aan die verplichting voldaan. De Commissie gaf aan 38 infractieprocedures te zijn gestart. In Nederland is de wet ter implementatie van het derde energiepakket in juli 2012 in werking getreden. Daarnaast gaf Commissaris Oettinger aan dat bij veel regeringen prijsregulering nog populair is. Voor veel lidstaten liggen de landenspecifieke aanbevelingen, die bindend zijn middels eerder aangenomen wetgeving, dan ook op het terrein van het afschaffen van prijsregulering en volledige implementatie van het tweede en derde energiepakket. Voor Nederland zijn er twee aanbevelingen gedaan waaraan in Nederland reeds hard wordt gewerkt: een tijdige verzwaring en uitbreiding van de energienetwerken en volledige implementatie van de Europese richtsnoeren voor congestiemanagement.

De mededeling besteedt speciale aandacht aan consumenten, capaciteitsmarkten en hernieuwbare energie. Volgens de Commissie heeft de liberalisering van de interne energiemarkt de consument de afgelopen 10–15 jaar veel voordelen opgeleverd, zoals meer keuzevrijheid en een neerwaartse druk op de energieprijzen. Ten aanzien van capaciteitsmarkten is de Commissie voornemens om medio volgend jaar en op basis van consultaties met gemeenschappelijke richtsnoeren voor de vormgeving van capaciteitsmechanismen te komen. Deze richtsnoeren moeten stroken met de EU-regels over staatssteun en het gebruik van subsidies in een goed werkende interne markt. Ten aanzien van hernieuwbare energie verwees de Commissaris naar zijn interventie bij het vorige agendapunt.

Nederland gaf aan de mededeling in algemene zin te kunnen verwelkomen, mede in het licht van de versterking van de interne markt. Nederland verwelkomt de centrale positie van de consument, maar is tegen een eventuele Europese verplichting voor een specifiek energie armoede beleid in de toekomst. Nederland hanteert een algemeen sociaal beleid en wil dit blijven doen. De bepalingen van het derde energiepakket bieden daartoe voldoende ruimte. Daarnaast deelt Nederland de zorgen van de Commissie over de voornemens in verschillende EU-landen om over te gaan tot capaciteitsmechanismen. Nederland is sterk voorstander van Europese en/of regionale afstemming van leveringszekerheidvraagstukken en verwelkomt in dat licht de door de Commissie gestarte consultaties. Nederland deelt de constatering van de Commissie dat wij moeten streven naar marktoplossingen waarbij de juiste prijssignalen worden afgegeven. Ten slotte, steunt Nederland het principe dat hernieuwbare energie deel moet gaan uitmaken van een goed functionerende interne markt, reageert op prijsprikkels en zo snel mogelijk gaat concurreren met fossiele energie. Nederland onderschrijft daarbij het belang van het beter op elkaar afstemmen van nationale stimuleringsregimes om concurrentie tussen de verschillende nationale regimes te voorkomen. De prioriteit na 2020 ligt bij het verminderen van de kosten van hernieuwbare energie. Innovatie speelt hierbij een belangrijke rol.

Het voorzitterschap destilleerde drie belangrijke boodschappen uit de discussie. Ten eerste, (kwetsbare) consumenten moeten een centrale rol innemen. Ten tweede, capaciteitsmechanismen moeten zo veel mogelijk worden voorkomen. Een gecoördineerde aanpak van leveringszekerheidvraagstukken binnen Europa is daarbij van groot belang. Ten derde, instrumenten voor hernieuwbare energie die marktverstorend werken moeten worden voorkomen.

Uw Kamer zal over de nieuwe mededeling worden geïnformeerd middels een BNC-fiche.

Diversen

Energie-infrastructuur

Het voorzitterschap informeerde de Raad over het bereikte akkoord in eerste lezing over de verordening energie-infrastructuur dat gedurende de laatste informele triloog op 27 november 2012 tussen Raad, Commissie en Europees Parlement tot stand is gekomen. Het Europees Parlement stemt naar verwachting medio maart in de plenaire bijeenkomst over het bereikte akkoord.

De Nederlandse inzet is in het laatst voorliggende compromis goed verwerkt:

  • In de verordening is opgenomen dat publieke financiering van energie-infrastructuur slechts kan worden overwogen wanneer alternatieven voor publieke financiering, zoals het opheffen van regelgevende belemmeringen en het verbeteren van het investeringsklimaat, zijn uitgeput.

  • De lidstaten hebben een belangrijke rol gekregen bij het vaststellen van de gemeenschappelijke lijst van projecten van Europees belang.

  • De kosten-batenanalyse heeft een centrale rol gekregen, zowel bij het aanwijzen van projecten als het toewijzen van financiering.

  • In de laatste onderhandelingsronde is de overkoepelende termijn van de vergunningprocedure met drie maanden verlengd naar 3 jaar en 6 maanden. De Nederlandse ervaring leert dat dit een realistischere termijn is.

  • Daarnaast biedt de verordening voldoende flexibiliteit in de vergunningverleningprocedure voor het in stand houden van nationale praktijken. Hoewel één van de twee deelfases van de procedure bindend is geworden in het laatste compromis, biedt de verordening de mogelijkheid om op een case by case basis vergunningprocedures te verlengen met 9 maanden.

  • Over het voorstel van het Europees Parlement om Europese netbeheerders te verplichten tot meer operationele samenwerking om grootschalige stroomonderbrekingen te voorkomen is voor Nederland een acceptabel compromis bereikt. Mede naar aanleiding van kritiek van Nederland worden de bepalingen nu uitsluitend van toepassing op de elektriciteitsector (en niet langer de gassector). Daarnaast zijn de verplichtingen voor netbeheerders afgezwakt vergeleken met het originele voorstel en is de tekst meer in lijn gebracht met het derde interne markt pakket.

  • Ten slotte, is gewaarborgd dat de rekening voor projecten die zijn gericht op het opheffen van bestaande nationale transportbeperkingen niet deels bij buurlanden wordt neergelegd.

Internationale energiebetrekkingen

De Commissie informeerde de Raad over haar lopende contacten met China, de Verenigde Staten, Rusland en een aantal internationale fora. De internationale contacten van de Commissie hebben tot doel de gedeelde EU belangen met betrekking tot interne markt, voorzieningzekerheid en duurzaamheid over te brengen en waar mogelijk te exporteren naar derde landen (bijvoorbeeld door invoering van EU wetgeving op het terrein van de interne markt of samenwerking op het terrein van onderzoek). Deze contacten doorkruisen geen bilaterale belangen.

Programma Iers voorzitterschap

Het aankomende Ierse voorzitterschap presenteerde haar programma voor de eerste helft van 2013. De prioriteiten van het Ierse voorzitterschap zijn: veiligheid van gas- en olieactiviteiten op zee (afronding eerste lezing), de interne energiemarkt (raadsconclusies over de mededeling) en duurzaamheidscriteria voor vaste biomassa (voorstel verwacht eerste kwartaal 2013). Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de mededeling energietechnologie en innovatie die naar verwachting dit voorjaar zal verschijnen en aan het lange termijn perspectief richting 2 030 over het post-2020 klimaat en energie raamwerk. Ten slotte, gaf het Ierse voorzitterschap aan dat de Europese Raad van eind mei voor een groot deel aan energie zal worden gewijd.

Naar boven