21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 353 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2011

Hierbij reageer ik op uw brief van 7 december jl. waarin u mededeling doet van de uitkomst van de procedurevergadering van uw vaste commissie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van die dag.

Ik betreur het zeer te vernemen dat u aangeeft dat u openbaarheid van (vertrouwelijke) onderhandelingsdocumenten als voorwaarde stelt voor mandatering door de Kamer ten aanzien van de Nederlandse inzet tijdens de Raad. In mijn brief van 2 december jl. (Kamerstuk 21 501-33, nr. 352) heb ik uitgebreid uiteengezet dat ik, ondanks de forse inzet van dit kabinet ten aanzien van transparantie van ACTA-documenten, niet bij machte ben de ACTA-onderhandelingsdocumenten openbaar te maken. Uw Kamer vraagt mij nu mijn beslissing te heroverwegen.

Vertrouwelijkheid en informatiebehoefte

Nogmaals wil ik aangeven dat het gebruikelijk is dat internationale onderhandelingen ten behoeve van een handelsovereenkomst vertrouwelijk zijn. Dit is bovendien functioneel: dergelijke onderhandelingen hebben tot doel om een gedeeld resultaat te bereiken en vereisen enige mate van vertrouwelijkheid, opdat iedere partij zich vrij voelt om toezeggingen te doen en/of opties uit te proberen alvorens definitief met een overeenkomst in te stemmen.

Dat neemt niet weg dat ik van mening ben dat uw Kamer adequaat geïnformeerd moet worden. Nederland en de Europese Commissie hebben hun uiterste best hiervoor gedaan. Als gevolg hiervan zijn tijdens de onderhandelingen twee maal documenten openbaar gemaakt. In mijn brief van 2 december jl. (Kamerstuk 21 501-33, nr. 352) heb ik ook andere inspanningen uitgebreid uiteengezet. Via meerdere brieven heb ik uw Kamer over de hoofdlijnen van de voorliggende overeenkomst geïnformeerd. Recent heb ik de onderhandelingsdocumenten vertrouwelijk aan uw Kamer ter beschikking gesteld. Al met al ben ik van mening dat ik – binnen de mogelijkheden die er zijn – maximaal aan uw informatiebehoefte heb voldaan.

Gevolgen van uw verzoek

De onderhandelingsdocumenten beschrijven de onderhandelingspositie van de EU en de lidstaten ten opzichte van de andere ACTA-deelnemers, en posities van de andere ACTA-deelnemers. Met het verzoek tot openbaarmaking vraagt u mij een afspraak tussen 38 «landen» (inclusief de Europese Unie) te schenden en daarbij ook Communautaire regelgeving te overtreden. De ACTA-deelnemers hebben immers afgesproken dat onderhandelingsdocumenten alleen openbaar gemaakt kunnen worden indien men het daar unaniem over eens is. Ik kan deze afspraak niet eenzijdig verbreken aangezien ik daarmee de geloofwaardigheid van Nederland als deelnemer aan ACTA op het spel zou zetten.

Het openbaar maken van de documenten zou ook afbreuk doen aan de goede reputatie en imago van Nederland als internationale onderhandelaar en zou de huidige internationale (economische) betrekkingen met derde landen, waaronder de andere ACTA-deelnemers, ondermijnen. Ook zal het zonder twijfel een nadelig effect hebben op het wederzijdse vertrouwen en het vooruitzicht op toekomstige samenwerking, onder andere op het gebied van handelsbetrekkingen. Dit klemt te meer aangezien het geen Nederlandse, maar Europese en van andere ACTA-deelnemers afkomstige documenten zijn. Nederland heeft als gevolg van het door de Raad afgegeven mandaat niet zelf aan de onderhandelingstafel gezeten, maar zijn inzet ingebracht bij de daadwerkelijke onderhandelaars, te weten de Europese Commissie en het Voorzitterschap.

Als u vasthoudt aan uw inzet dat Nederland geen standpunt mag innemen tijdens de Raad, dan kan de EU vooralsnog het ACTA-verdrag niet ondertekenen, aangezien voor de beslissing tot ondertekening unanimiteit vereist is. Dat vind ik ongewenst. Het doel van ACTA is het bestrijden van grootschalige inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten die aanzienlijke commerciële gevolgen hebben. De omvang van dergelijke grootschalige inbreuken wordt, zoals ik ook mijn brief van 2 december jl. heb aangegeven, door de OESO in 2009 geschat op 250 miljard dollar, wat neerkomt op meer dan het individuele BNP van 150 landen. Met ACTA willen wij dit tegengaan, maar duidelijk moet zijn dat het hier alleen gaat over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten.

Afsluitend

Voor de helderheid, ACTA heeft geen betrekking op de inperking van burgerlijke vrijheden of het belemmeren van consumenten. ACTA heeft alleen betrekking op de manier waarop bedrijven en burgers hun rechten kunnen afdwingen in de rechtszaal, bij de buitengrenzen of via het internet. Er wordt niet via een achterdeur Nederlandse en EU-wetgeving gewijzigd of met betrekking tot laatstgenoemde geharmoniseerd. ACTA heeft als zodanig dus geen invloed op Nederlandse en Europese bedrijven en burgers; het creëert geen nieuwe verplichtingen of verwijdert waarborgen als voorzien in reeds bestaande wetgeving en de TRIPS/Doha-verklaring, maar zal meer bescherming op de markten van de andere ACTA-deelnemers brengen. ACTA creëert geen nieuwe intellectuele-eigendomsrechten, noch bepaalt het de duur, de reikwijdte van de bescherming, de wijze van verkrijging of overname hiervan; de aangesloten landen zullen de intellectuele-eigendomsrechten handhaven overeenkomstig de nationale definities hiervan.

Omdat ACTA een gemengde overeenkomst is, dat wil zeggen een overeenkomst die zowel de bevoegdheden van de EU als van de lidstaten betreft, moet dit verdrag ook door alle nationale parlementen worden goedgekeurd. Voor Nederland betekent dit dat aan de Tweede en Eerste Kamer een goedkeuringswet wordt voorgelegd om ACTA te ratificeren. Wij streven er naar om dit proces in het eerste kwartaal van 2012 in gang te zetten.

Met alle begrip voor het standpunt van uw Kamer hoop ik u hiermee te hebben overtuigd van mijn onmogelijkheid de door u gevraagde documenten publiek openbaar te maken en hoop ik aanstaande dinsdag hierover met u te kunnen spreken in het Algemeen Overleg.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Naar boven