21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 352 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2011

In de brief van 23 november jl. doet uw vaste commissie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie mij de volgende drie verzoeken.

  • De onderhandelingsdocumenten inzake ACTA openbaar te maken, en als dit niet wenselijk of mogelijk is, dit met redenen te omkleden.

  • Uw Kamer nader te informeren over zowel de huidige stand van zaken van het Europese besluitvormingstraject met betrekking tot ACTA, als over het tijdspad voor de ratificatie van het ACTA-verdrag door Nederland en andere lidstaten.

  • Geen onomkeerbare stappen te zetten inzake ACTA totdat zij in de gelegenheid zijn geweest om met u in openbaarheid van gedachten te wisselen over de onderhandelingsdocumenten en andere relevante documenten inzake ACTA.

In deze brief ga ik op deze verzoeken in.

1. Openbaarmaking van de onderhandelingsdocumenten

Afspraken omtrent openbaarmaking

De ACTA-deelnemers, waaronder de Europese Unie en de 27 lidstaten, hebben in december 2007 afgesproken alle ACTA-documenten vertrouwelijk te behandelen en hebben daartoe bij consensus de verklaring «Maintaining confidentiality of documents» afgegeven. Zoals vaker het geval is bij onderhandelingen van multilaterale handelsovereenkomsten, hebben de ACTA-deelnemers afgesproken dat de onderhandelingsdocumenten alleen openbaar gemaakt worden als daar unaniem toe wordt besloten. Internationale onderhandelingen vereisen nu eenmaal meer vertrouwelijkheid omdat de partijen alleen bij een minimum aan vertrouwelijkheid bereid zijn concessies te doen of verschillende opties uit te proberen. Ook het feit dat ACTA niet kon worden onderhandeld bij de World Trade Organisation (WTO) of de World Intellectual Property Organization (WIPO), omdat er onder de leden hiervan geen bereidheid was om problemen op het gebied van de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten op te pakken, betekende dat de ACTA-deelnemers geen beschikking hadden over de kennis en ervaring van deze instellingen en daarom jegens elkaar expliciet de verwachting hebben kenbaar gemaakt dat met betrekking tot de onderhandelingen een atmosfeer van wederzijds vertrouwen diende te worden gerespecteerd.

Daarnaast heeft de Europese Commissie, zoals ik ook heb aangegeven in mijn brief van 11 november jl., de onderhandelingen ten aanzien van de onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallende aangelegenheden gevoerd. Dat heeft tot gevolg dat een groot aantal documenten van de EU afkomstig is en de classificatie «limite» of «restreint» heeft en derhalve de veiligheidsregels van de Raad in acht genomen dienen te worden. Communautaire regelgeving kan geheimhoudingsplichten bevatten. Afhankelijk van de formulering daarvan, kan het verstrekken van informatie aan het parlement, ook vertrouwelijk, in strijd zijn met de internationale regel.

Een extra reden om ons terughoudend op te stellen is dat een soortgelijk verzoek als door uw Kamer gedaan thans onder de Europese rechter is. Dat geldt des te meer nu, zoals ik hiervoor ook heb aangegeven, het geen «eigen» Nederlandse documenten betreffen. Deze procedure, die aanhangig is bij het Gerecht van de Europese Unie, betreft een verzoek van mevrouw S. in ’t Veld, lid van het Europees Parlement en lid van de Raad van Advies van de stichting Bits of Freedom, tot nietigverklaring van een besluit van de Europese Commissie waarin deze heeft geweigerd ACTA-documenten openbaar te maken1. Naar ik heb vernomen staat de zaak thans voor mondelinge behandeling, waarna normaal gesproken het arrest zal worden gewezen.

Als ACTA-deelnemer is Nederland daarmee gebonden aan de gemaakte afspraak en Europese regels. Dit noopt mij er toe dat ik, zolang de ACTA-deelnemers gezamenlijk geen overeenstemming hebben over vrijgave van de onderhandelingsdocumenten, niet tot openbaarmaking hiervan over kan gaan. De afspraak en regels kan ik niet eenzijdig schenden en hierdoor ben ik dan ook niet bij machte aan het verzoek van uw Kamer tot volledige openbaarmaking van deze documenten te voldoen. Ik acht dit ook in overeenstemming met artikel 68 van de Grondwet en de notitie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 21 januari 20022. Indien openbare verstrekking niet verantwoord is met het oog op de bescherming van het belang van de staat, zal bij het verschaffen van inlichtingen naar een modaliteit kunnen worden gezocht die zoveel mogelijk recht doet aan het belang het parlement te informeren. Die modaliteit heeft zich vertaald in het vertrouwelijk ter beschikking stellen van de stukken betreffende de ACTA-onderhandelingen aan uw Kamer.

Transparantie van het proces

Met uw Kamer ben ik, net als mijn voorganger, voorstander van een zo groot mogelijke mate van openheid en transparantie ten aanzien van (het proces van) de Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA). Wij hebben de afgelopen jaren ook het nodige ondernomen om dit te realiseren. Sinds de aanvang van de onderhandelingen in juni 2008 hebben de toenmalige ministers van Economische Zaken respectievelijk Justitie en ik uw Kamer regelmatig geïnformeerd over de doelstellingen en het algemene verloop van de onderhandelingen. Ik wijs op diverse brieven3 over ACTA aan uw Kamer, gegeven informatie tijdens Algemeen Overleg4 en antwoorden op Kamervragen en in het vragenuurtje5. Ook zijn er nieuwsberichten over ACTA gepubliceerd op de website van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, en het publiek is in de gelegenheid gesteld via www.internetconsultatie.nl een reactie te geven op (de concepttekst van) ACTA. Ik heb 62 reacties ontvangen. Een verslag hiervan is opgenomen in mijn brief aan uw Kamer van 8 juli jl.

Na stelselmatig aandringen van Nederland, andere lidstaten en de Europese Commissie in de Trade Policy Committee, Raad van Concurrentievermogen etc. zijn de onderhandelingsteksten in april respectievelijk oktober 2010 vrijgegeven. Vanzelfsprekend is na afronding van de onderhandelingen begin december 2010 ook de definitieve tekst gepubliceerd. Daarnaast heeft ook de Europese Commissie (ook ten behoeve van alle lidstaten) conferenties over ACTA georganiseerd waaraan iedereen kon deelnemen, een website met veel informatie over ACTA gerealiseerd en het Europese Parlement tijdens plenaire vergaderingen en in de Commissie internationale handel (INTA) vertrouwelijk geïnformeerd.

Ook al heeft Nederland van aanvang af en waar maar mogelijk gehamerd op meer transparantie en openheid, blijft daarmee staan dat er sprake is van een internationale geheimhoudingsafspraak over de behandeling van de door u gevraagde gegevens. Daarom is naar aanleiding van uw vorige verzoek besloten om uw Kamer de gegevens vertrouwelijk te verstrekken, zoals ik u heb aangegeven in mijn brief van 11 november jl. Op deze wijze wordt de afspraak niet geschonden, maar kan uw Kamer wel van de documenten kennis nemen.

2. Stand van zaken

Proces

In mijn brief van 8 juli jl. ben ik uitgebreid ingegaan op de ACTA-onderhandelingen, de inhoud van ACTA en de afronding hiervan. Hierin heb ik ook aangegeven dat de onderhandelingen over ACTA eind 2010 succesvol zijn afgerond en dat de definitieve tekst sinds 6 december 2010 openbaar is.

Sinds 1 mei jl. staat het verdrag open ter ondertekening. Inmiddels hebben acht van de 11 ACTA-deelnemers het verdrag ondertekend en zullen nu – elk voor zich – tot ratificatie over gaan. De Europese Unie (en haar 27 lidstaten), Mexico en Zwitserland hebben ACTA nog niet ondertekend. ACTA treedt in werking na toetreding van het zesde land. Wanneer dat zal zijn, is nog niet bekend.

Het feit dat ACTA onder artikel 207 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) valt, betekent dat de standaardregels inzake ratificatie van toepassing zijn oftewel de Europese Commissie moet formeel beslissen of ze zal voorstellen de overeenkomst te ratificeren, de Raad moet beslissen de overeenkomst al dan niet te ondertekenen en het Parlement moet zijn toestemming geven.

Omdat het om een gemengde overeenkomst gaat (dat wil zeggen een overeenkomst die zowel de bevoegdheden van de EU als van de lidstaten betreft), zullen zowel de lidstaten als de Europese Unie partij bij ACTA zijn. Dit betekent dat het verdrag ook door alle nationale parlementen zal moeten worden goedgekeurd.

Voor Nederland betekent dit dat aan de Tweede en Eerste Kamer een goedkeuringswet wordt voorgelegd om ACTA te ratificeren. Wij streven er naar om hiertoe in het eerste kwartaal van 2012 over te gaan. Voor wat betreft de andere 26 lidstaten beschik ik niet over concrete informatie over de stand van zaken met betrekking tot de ratificatie in die landen. Van een aantal heb ik begrepen dat zij ook doende zijn met de voorbereiding hiervan dan wel dit verdrag al aan hun parlement hebben voorgelegd. Het is mij niet bekend dat lidstaten deze procedure al hebben afgerond. Voor wat betreft het «EU-traject» heb ik gisteren van de Europese Commissie begrepen dat men de intentie heeft ACTA nog deze maand in Coreper te brengen en daarna aan de Raad voor te leggen. Het spreekt voor zich dat ik de Europese Commissie al op de hoogte heb gesteld van uw brief van 23 november jl. en dat ik voorafgaand aan deze activiteiten bereid ben dit met uw Kamer te bespreken.

Inhoud

Inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten in het algemeen en namaak en piraterij in het bijzonder zijn uitgegroeid tot een fenomeen met internationale dimensies, dat ernstige economische en sociale gevolgen heeft, de goede werking van de (interne) markt verstoort en de consumentenbescherming in het gedrang brengt, met name op het gebied van volksgezondheid en openbare veiligheid. Dit leidt tot ondermijning van de economie, een verlegging van handelsstromen en een verstoring van de concurrentie, waardoor bedrijven hun vertrouwen in de (interne) markt verliezen en minder investeren en innoveren. Hoewel het lastig is om eenduidige cijfers te verkrijgen, kan wel worden gesteld dat het een probleem is van grote en groeiende omvang. Volgens de laatste cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) wordt de waarde van de internationale handel in nagemaakte en door piraterij verkregen goederen in 2007 op 250 miljard USD geraamd6. In 2009 heeft de EU-douane aan de buitengrenzen van de Unie bij 43 500 controles 118 miljoen goederen tegengehouden waarvan zij vermoedde dat ze waren nagemaakt of door piraterij waren verkregen7. Het is niet bekend hoe deze handelscijfers zich verhouden tot de waarde van de namaakgoederen die voor de Europese markt bestemd zijn, maar het is aannemelijk dat het bij namaakgoederen om honderden miljoenen, zo niet miljarden euro’s gaat.

Inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten houden niet op bij de grenzen van de lidstaten en van de EU. Daarom zijn internationale verdragen als ACTA van groot belang, ook als zij zoals ACTA niet alleen voorzien in regelgeving voor diverse wijzen van handhavend optreden in geval van (dreigende) inbreuken, maar ook in internationale samenwerking en uitwisseling van informatie en «best practices». Nederland en de EU hebben in de onderhandelingen steeds het standpunt verdedigd dat ACTA niet tot wijziging van de huidige Nederlandse wetgeving en het EU-acquis mocht leiden en de Commissie en Nederland hebben dat standpunt met succes gerealiseerd. Ik heb het diverse malen eerder kenbaar gemaakt, maar ik wil hierbij graag nogmaals aangeven dat ACTA geen wijzigingen van de Nederlandse en EU-wetgeving/wettelijke uitvoeringsmaatregelen vereist omdat de standaarden op het gebied van handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de Nederlandse wetgeving en het EU-acquis hoger zijn dan de normen die nu zijn overeengekomen. Daarnaast is ACTA in overeenstemming met en bouwt voort op de belangrijkste internationale normen, namelijk die van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPS-agreement, bijlage 1c bij het Wereldhandelsverdrag).

Voor wat betreft bepaalde onderdelen van ACTA waarover misverstanden lijken te bestaan, het volgende:

  • ACTA gaat over de aanpak van grootschalige commerciële en criminele inbreukmakende activiteiten. Het gaat niet om het beperken van de civiele vrijheden of het intimideren van consumenten.

  • ACTA zal geen negatieve impact hebben op de fundamentele rechten omdat het niet rechtstreeks van toepassing is in de EU-lidstaten en het niet verder gaat dan de bestaande EU-regels voor handhaving die sinds 2004 bestaan.

  • ACTA dwingt niet tot het invoeren van een «three strikes you’re out» systeem omdat de inhoud van ACTA niet verder gaat dan de nu al in EU-richtlijnen bestaande regels. Er komt in Nederland geen «three strikes you’re out»-systeem of afsluiting van andersoortige internetverbindingen. Er doen veel geruchten de ronde over dit onderwerp en andere maatregelen ter beperking van de toegang tot internet. ACTA bevat wel een aantal gemeenschappelijke regels met betrekking tot het internet, maar die zijn nog steeds onder het niveau van de EU-regelgeving en respecteren het evenwicht tussen de rechten van internetgebruikers (vrijheid van meningsuiting, het recht op privacy) en hun verplichtingen (eerbiediging van dezelfde wetten die op hen van toepassing zijn in de fysieke wereld).

  • ACTA heeft geen invloed op de toegang tot geneesmiddelen voor ontwikkelingslanden. Ten eerste bevat ACTA een verwijzing naar de Doha-verklaring voor TRIPS en volksgezondheid en artikel 7 en 8 TRIPS, die betrekking hebben op onder meer de bescherming van de openbare gezondheid. Daarnaast zijn de douanemaatregelen, met inbegrip van doorvoer, niet van toepassing op octrooien, en ten slotte is de civiele handhaving ten opzichte van octrooien optioneel, oftewel de ACTA-deelnemers zijn niet verplicht deze bepalingen van toepassing te verklaren op octrooien.

3. Verzoek tot geen onomkeerbare stappen

In deze brief heb ik uw Kamer aangegeven:

  • Dat dit kabinet hecht aan transparantie rond ACTA en zich hiervoor ook altijd heeft ingezet en resultaten heeft geboekt.

  • Internationale afspraken mij echter niet in staat stellen om eenzijdig uw Kamer openheid van onderhandelingsdocumenten te kunnen geven.

  • Ik u met deze brief openheid geef over stand van zaken van het proces en de inhoud van de belangrijkste afspraken.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over uw verzoeken. Als u desondanks nog steeds van mening bent dat dit kabinet geen onomkeerbare stappen mag zetten voordat ik met uw Kamer van gedachten gewisseld heb, ben ik graag bereid met uw Kamer over ACTA te spreken. Vanwege mogelijke besluitvorming hierover medio december zal het overleg op korte termijn moeten plaatsvinden.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen


X Noot
1

Gerecht van de Europese Unie, zaak T-301/10, Sophie in ’t Veld tegen de Europese Commissie.

X Noot
2

TK, 28 362, nr. 2.

X Noot
3

Brieven van 4 september 2009 (TK, 29 838, nr. 24), 15 maart 2010 (TK, 21 501-33, nr. 266), 20 juli 2010 (TK, 21 501-33, nr. 285), 8 juli 2011 (TK, 21 501-33, nr. 332).

X Noot
4

VTE-Raad van 16 december 2009, AO over voortgangsrapportage ICT-agenda van 17 maart 2010, EU-Raad Buitenlandse zaken van 8 september 2010, VTE-Raad van 1 december 2010.

X Noot
5

Kamervragen van 11 augustus 2008 (TK, 21 501-30, nr. 189), 28 januari 2009 (TK, 2008–2009, nr. 1365, p. 2869–2871), 18 maart 2010 (TK 2009–2010, nr. 1951, blz. 1–2, 9 september 2010 (TK, 2009–2010, 33 054, blz. 1–5); vragenuurtje van 23 juni 2009 (TK, 2008–2009, nr. 98, blz. 7730–7732).

X Noot
6

OECD: Magnitude of counterfeiting and piracy of tangible products: an update, november 2009.

X Noot
7

European Commission: Report on EU Customs enforcement of intellectual property right result at EU border 2009.

Naar boven