nr. 24
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 januari 2010
Tijdens de behandeling van de Justitiebegroting op 5 november 2009
(Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2009–2010, nr. 21, blz. 1755–1785)
heb ik toegezegd de Kamer per brief te informeren over de reikwijdte van het
aangenomen EU regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector («telecompakket»)
in relatie tot de aanpak van downloaden uit illegale bron.
Het EU regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector bestaat
uit een aantal richtlijnen. De recente wijzigingen van het kader zijn ondermeer
neergelegd in richtlijn 2009/140/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 25 november 2009 (Pb EU L 337/37). Artikel 1 van deze richtlijn voegt
een nieuw lid 3bis toe aan de Kaderrichtlijn (2002/21/EG).
Artikel 1 lid 3bis heeft betrekking op maatregelen van de lidstaten betreffende
de toegang tot of gebruik van diensten en toepassingen door de eindgebruikers
via elektronische communicatienetwerken.
Uit de bepaling volgt dat áls lidstaten maatregelen treffen die
de toegang of het gebruik voor eindgebruikers beperken, de fundamentele rechten
en vrijheden van natuurlijke personen zoals die door het Europees Verdrag
tot bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden worden
beschermd, moeten worden geëerbiedigd. Dit betekent onder andere dat
de maatregelen passend, evenredig en noodzakelijk moeten zijn in een democratische
samenleving, dat er een voorafgaande, eerlijke en onpartijdige procedure moet
bestaan en dat het recht op een daadwerkelijke en tijdige beroepsmogelijkheid
bij een rechterlijke instantie moet worden gegarandeerd. Met deze voorwaarden,
die mede op aandringen van het Europees Parlement zijn opgenomen, wordt tot
uitdrukking gebracht dat internet van wezenlijk belang is voor het onderwijs
en de praktische uitoefening van het recht op vrijheid van meningsuiting en
de toegang tot informatie (overweging 4 van richtlijn 2009/140/EG).
Als een lidstaat het downloaden van auteursrechtelijk beschermd materiaal
wil sanctioneren met afsluiting van internet, zal dus aan de in artikel 1
lid 3bis van richtlijn 2002/21/EG gestelde voorwaarden moeten worden voldaan.
Dit speelt bijvoorbeeld in het kader van de recente wetgeving ten aanzien
van downloaden in Frankrijk, zoals beschreven in het WODC-onderzoek «Auteursrechtinbreuk
door P2P filesharing – Regelgeving in Duitsland, Engeland en Frankrijk
nader onderzocht»1.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin