21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 278 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2010

Onderstaand doe ik u een aanvullende geannoteerde agenda toekomen voor de VTE-Raad (Telecom) van 31 mei a.s.

Bij brief van 3 mei jl. bent u al geïnformeerd over de Nederlandse inzet voor de Raad (TK 21 501-33, nr 274), waar zal worden gesproken over de digitale agenda. Ten tijde van het versturen van deze brief was echter de mededeling van de Europese Commissie over de digitale agenda nog niet uit, en was nog niets bekend over de raadsconclusies. Inmiddels is de mededeling van de Europese Commissie verschenen en liggen er concept raadsconclusies voor aan de Raad. In deze brief stuur ik u daarom een korte update van de eerdere geannoteerde agenda voor de VTE-Raad (Telecom).

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

AANVULLENDE GEANNOTEERDE AGENDA VTE-RAAD (TELECOM) 31 MEI 2010

De digitale agenda

De Raad zal naar verwachting conclusies aannemen over de nieuwe digitale agenda voor Europa, op basis van een mededeling van de Commissie van 19 mei jl. en bijbehorend actieplan.

Mededeling Commissie Digitale Agenda

De mededeling van de Commissie schetst een visie op hoofdlijnen voor het telecom- en ICT beleid van de EU de komende jaren, met daaraan gekoppeld een actieplan met concrete initiatieven op diverse terreinen. De digitale agenda is ook een van de prioriteiten binnen de Europa2020 strategie. In de mededeling worden 7 prioriteiten benoemd, waaronder vele acties op EU-niveau vallen, evenals een aantal oproepen aan de lidstaten:

  • 1. Een digitale interne markt (o.a. een kaderrichtlijn voor collectief beheer; aanvullende maatregelen voor het promoten voor EU-brede licenties; een EU-code voor online rechten, een herziening van EU dataprotectie regelgeving)

  • 2. Interoperabiliteit en standaarden (o.a. moderniseren regelgeving ICT-standaardisatie met als doel gebruik in regelgeving en aanbesteding mogelijk te maken; promoten van regels voor gebruik van intellectuele eigendomsrechten in standaardisering; promoten van interoperabiliteit door middel van een Europese interoperabiliteit strategie en raamwerk)

  • 3. Veiligheid en vertrouwen (o.a. een betere EU-coördinatie ten aanzien van aanvallen op informatiesystemen en moderniseren van ENISA (European Network and Information Security Policy))

  • 4. Snel en supersnel internet (o.a. een breedbandstrategie om de breedbanddoelstellingen te halen, en oproep aan lidstaten om nationale breedbandstrategieën hiertoe te ontwikkelen)

  • 5. Onderzoek en innovatie (o.a. uitlokken van meer private investeringen door gebruik van pre-commercial procurement en PPP’s, en het gebruik van structuurfondsen voor R&D; een oproep aan lidstaten om uitgaven aan ICT R&D te verdubbelen)

  • 6. Digitale vaardigheden en inclusie (o.a. het verheffen van digitale vaardigheden als prioriteit voor het Europees Sociaal Fonds; ontwikkelen Europees raamwerk voor competenties en mobiliteit van ICT-ers)

  • 7. Bijdrage ICT aan de EU maatschappij (milieu, zorg, cultuur, e-government, transport)

De raadsconclusies

De conceptconclusies zijn kort en bondig, en bevestigen de hoofdlijnen van de conclusies van de VTE-Telecom van 18 december jl., en van de informele VTE-Telecom van 18-20 april in Granada. De Raad benadrukt dat een meer effectief gebruik van digitale technologieën de productiviteit kan verbeteren, de economie kan versterken en de kwaliteit van leven van burgers kan verbeteren. Voorts sluit de Raad sluit zich aan bij de zeven prioriteiten die de Commissie benoemt.

Nederlandse inzet

Nederland verwelkomt de mededeling en het actieplan met concrete voorstellen. De prioriteiten van de Commissie komen in grote lijnen overeen met de Nederlandse inzet. Nederland kan ook instemmen met de conclusies, waarin de prioriteiten die de Commissie benoemt in de mededeling worden gesteund. De specifieke acties die volgen uit het actieplan zullen te zijner tijd op hun merites worden beoordeeld. In de uitwerking van de strategie zal Nederland op de zeven prioriteiten ondermeer de volgende punten benadrukken:

1. De digitale interne markt

Nederland steunt de aandacht die in het actieplan wordt gegeven aan de beschikbaarheid van een breed en aantrekkelijk aanbod van legale digitale content. Nederland blijft er op aandringen om bedrijven de ruimte te geven en te stimuleren nieuwe businessmodellen via internet te ontwikkelen, alvorens wordt ingezet op maatregelen om het downloaden uit illegale bron tegen te gaan. Alleen met een volwaardig alternatief legaal aanbod via nieuwe businessmodellen kan de strijd tegen illegaal aanbod succesvol worden aangegaan, zoals ook aangegeven in de reactie van het kabinet op het rapport van de parlementaire werkgroep Gerkens.

Nederland steunt ook de aangekondigde richtlijnen voor het management van collectieve rechten en voor verweesde werken. Nederland verwelkomt daarnaast het aangekondigde Groenboek dat de kansen en uitdagingen rond de digitale distributie van audiovisuele werken en andere creatieve inhoud in kaart zal brengen. Nederland zou onder andere graag zien dat in dit Groenboek aandacht wordt besteed aan het vergroten van de flexibiliteit in het auteursrecht voor niet-commerciële uitingen, zoals «user-generated-content» op internet. Nederland zal in EU-verband een discussie starten over mogelijkheden om een open en flexibele norm als «fair use» voor «user-generated-content» te introduceren.

Nederland verwelkomt de doelstelling van het actieplan om het consumentenvertrouwen in de interne digitale markt te versterken. Dit sluit goed aan bij die doelstellingen van het richtlijnvoorstel consumentenrechten. Door te streven naar één set duidelijke regels voor consumentenrechten voor de hele EU, inclusief voor de online situatie, kan de huidige versnippering van markten worden tegengegaan. Nederland verwacht dat de complementaire acties die worden genoemd in het actieplan (zoals een Europese Code van Digitale Rechten) de interne markt voor consumenten verder kan versterken. Tegelijkertijd moet ervoor gewaakt worden dat deze parallelle trajecten elkaar niet gaan bijten.

2. Open standaarden

Nederland wil het gebruik van open standaarden stimuleren. Op dit punt schiet het actieplan nog tekort. Open standaarden bevorderen de digitale uitwisseling en verwerking van informatie, oftewel interoperabiliteit. Dit vereenvoudigt o.a. de publieke dienstverlening voor bedrijven en burgers en bevordert concurrentie en innovatie in de softwaremarkt. Nederland zal zich in de verdere uitwerking van de strategie inzetten voor een eenduidige omschrijving van een open standaard en de transitie van gesloten naar open standaarden.

3. Vertrouwen en veiligheid

Nederland ziet het garanderen van veilige en betrouwbare netwerken als een belangrijke basisvoorwaarde voor een optimale benutting van de digitale mogelijkheden. Nederland steunt de voorgestelde acties van de Commissie om netwerken informatiebeveiliging en bescherming van privacy te versterken, zoals de herziening van de dataprivacy richtlijn en het tot stand komen van een goede Europese samenwerking van Computer Emergency Response Teams.

4. Nieuwe en snelle breedbandnetwerken

Nederland steunt de ambitieuze inzet van de Commissie ten aanzien van breedband internet. Zo is Nederland voorstander van het onderbrengen van functioneel toegang tot internet als aparte dienst onder de Universele Dienstenrichtlijn, omdat dit essentieel is voor het dagelijks functioneren. Daarnaast hecht Nederland aan het stimuleren van open en concurrerende snelle breedbandnetwerken, met aandacht voor de toegang van derden tot die netwerken. Tegelijk is Nederland terughoudend ten aanzien van het voorstel voor een doelstelling dat alle burgers in de EU tegen 2020 toegang moeten hebben tot snel internet van 30 Mbs. Nederland pleit ervoor om ruimte te geven aan lidstaten om zelf op flexibele wijze een breedbandcapaciteit te realiseren, waarbij rekening gehouden kan worden met bestaande infrastructuren, zowel mobiel als vast, en met aanwezige marktpartijen. Als voldoende concurrentie en flexibiliteit is gegarandeerd, zal de markt de beste mix van infrastructuren en technologieën tot stand brengen om iedereen toegang tot breedband te verschaffen. Nederland is geen voorstander van een verplichting op het gebruik van het digitaal dividend voor draadloos breedband vanaf een bepaalde datum, maar wel van gecoördineerd gebruik.

5. Europese onderzoeksbudgetten voor ICT-innovatie

Nederland verwelkomt de voorgestelde acties om de inspanningen van de EU op ICT-terrein te versterken. De EU loopt momenteel achter bij mogendheden als de VS, Japan en landen in Zuidoost Azië als het gaat om ICT-onderzoek en de productie van innovatieve ICT-producten en diensten. Nederland is vooral tevreden met de aandacht voor het gebruik van «precommercial procurement» en de meer vraag en gebruiker gestuurde benadering die de Commissie voorstaat. Ten aanzien van de oproep aan lidstaten voor een verdubbeling van de jaarlijkse uitgaven aan ICT onderzoek, is Nederland van mening dat de lidstaten zelf gaan over de hoogte van de eigen middelen die zij voor ICT onderzoek inzetten.

6. Vergroten digitale vaardigheden

Digitale vaardigheden zijn zowel vanuit maatschappelijk als economisch oogpunt onontbeerlijk geworden. Het gaat hierbij wat Nederland betreft om zowel digitale vaardigheden, als hoogwaardige eSkills, of ook wel genoemd e-business skills (ICT- vaardigheden van professionals en de businessvaardigheden van ICT'ers). Nederland is verheugd dat de Commissie in haar actieplan oog heeft voor beide aspecten.

7. ICT en maatschappelijke uitdagingen

Nederland verwelkomt de aandacht in het actieplan voor de inzet van ICT voor maatschappelijke doeleinden. ICT kan een belangrijke bijdrage leveren aan uitdagingen op het terrein van milieu, transport, gezondheidszorg etc.

Naar boven