21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 782 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 mei 2014

Met deze brief informeer ik u over de onderwerpen op de agenda van Landbouw- en Visserijraad die op 19 mei a.s. in Brussel gehouden wordt.

Tevens informeer ik u over de vaststelling van de financiële verordening aangaande het plant- en diergezondheidspakket. Tot slot beantwoord ik een vraag van het lid Graus over een mogelijk «zoek geraakt» meervalbedrijf.

Agenda Landbouw- en Visserijraad 19 mei 2014

In de Raad wordt gesproken over het rapport van de Europese Commissie over kleine toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen («minor uses»).

Onder «diversen» heeft Nederland, samen met Zweden, verzocht te spreken over het thema «voedselverspilling». Daarnaast heeft Ierland verzocht te spreken over het EU Klimaat en Energie raamwerk 2020–2030. Denemarken heeft gevraagd om bespreking van het onderwerp «transport van slachtdieren». Tot slot zal namens Nederland het onderwerp «Alliance for Climate-Smart Agriculture» geagendeerd worden.

Kleine toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen

(presentatie Europese Commissie en debat)

Kleine toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen zijn toepassingen in met name kleine (gespecialiseerde) teelten. Ook voor deze middelen en toepassingen is een toelating van middelen noodzakelijk, conform EU Verordening 1107/2009. Toelatinghouders doen echter vanwege het relatief kleine commerciële belang vaak geen aanvraag voor een toelating.

De Europese Commissie is ingevolge de verordening verplicht om een rapportage over de kleine toepassingen aan het Europees Parlement en de Raad te presenteren en heeft daartoe onderzoek laten uitvoeren. Het onderzoek laat zien dat een grote meerderheid van lidstaten en belanghebbenden voorstander is van het instellen van een fonds met als taak alle activiteiten rondom de kleine toepassingen in de EU te coördineren, waarbij ook de betrokkenheid van de Europese Commissie noodzakelijk is. De Europese Commissie heeft in februari 2014 haar rapport gepubliceerd, dat deze Raad wordt besproken.

Het voorstel van de Europese Commissie omvat de oprichting van een «coordination facility» die de ontwikkelingen rond de kleine toepassingen gaat harmoniseren en coördineren. Naast een eigen inzet van de Europese Commissie van € 350.000 per jaar gedurende voorlopig vier jaren, rekent de Europese Commissie ook op nationale cofinanciering door de lidstaten. Voor sommige lidstaten zal dit laatste een discussiepunt zijn.

Ik ben verheugd dat op dit dossier goede vooruitgang is geboekt. Een effectief middelen- en maatregelenpakket is van groot belang om de kleinere gespecialiseerde teelten in Nederland en de EU mogelijk te blijven maken. Daarvoor is samenwerking tussen de lidstaten, en vooral ook een Europees gecoördineerde aanpak, uiterst zinvol. Nederland is, samen met Frankrijk en Duitsland, nauw betrokken geweest bij het maken van een voorstel tot het inrichten van een coördinatiepunt kleine toepassingen.

Ik sta positief tegenover de bevindingen in het rapport en wil me ook verder inzetten om het coördinatiepunt verder in te richten en inhoudelijke te ondersteunen. Ook ben ik bereid daarvoor nationaal financiële middelen beschikbaar te stellen. De omvang daarvan zal pas bepaald kunnen worden na de discussie in de Raad.

Voedselverliezen en voedselverspilling in Europa en Europese regelgeving

(verzoek Nederland en Zweden)

Nederland wil samen met Zweden het onderwerp voedselverliezen en voedselverspilling in Europa en in Europese regelgeving, in het bijzonder met betrekking tot houdbaarheidsdata op verpakkingen, bespreken in de Raad. Nederland en Zweden willen de Europese Commissie aanmoedigen in haar acties ter preventie en vermindering van de voedselverspilling in Europa.

Eén van de oorzaken van voedselverspilling is verwarring bij consumenten over houdbaarheidsdata op verpakkingen van voedsel1. Europese regelgeving schrijft voor hoe en wanneer data op verpakkingen vermeld moeten worden.

Nederland en Zweden vragen in dit verband expliciet aan de Commissie om te overwegen:

  • de lijst met producten in Verordening 1169/2011 waarvoor geen verplichting geldt om een datum op de verpakking te vermelden uit te breiden;

  • samen met de lidstaten nader te onderzoeken welke mogelijkheden er nog meer zijn om een goede omgang met houdbaarheidsdata door consumenten te stimuleren.

Daarnaast wordt de Commissie meer ten algemene gevraagd te onderzoeken of er nog meer Europese regelgeving is die belemmerend werkt in relatie tot voedselverspilling.

Hiermee wil ik het onderwerp voedselverspilling ook op Europees niveau op de agenda zetten. De nationale doelstelling van het kabinet is te streven naar een vermindering van de verspilling van met 20% in 2015 vergeleken met 2009 (Kamerstuk 31 532, nr. 118). De eerste Monitor Voedselverspilling laat zien dat er stappen zijn gezet, maar de weg nog lang is. Maar ook op Europees niveau zijn stappen nodig.

EU Klimaat en Energie raamwerk 2020–2030

(verzoek Ierland)

Over het EU Klimaat en Energie raamwerk 2020–2030 is besluitvorming in de Europese Raad van oktober 2014 voorzien. Ierland vindt het belangrijk dat in de aanloop naar deze besluitvorming ook de Landbouw- en Visserijraad zich beraadt op welke manier een coherente en kosteneffectieve aanpak mogelijk is om de twee uitdagingen van duurzame voedselzekerheid én klimaatinzet (zowel mitigatie als adaptatie) te realiseren.

Ik sta positief tegenover het voorstel van Ierland om ook in de Landbouw- en Visserijraad over deze thematiek te spreken, aangezien Nederland zelf grote waarde hecht aan het belang van Climate Smart Agriculture. Ik vind het wel van belang dat deze discussie binnen de kaders van de discussie van het Raamwerk blijft en onder regie van de Milieu- en Energieraad blijft plaatsvinden.

Transport slachtdieren

(verzoek Denemarken)

Op verzoek van Denemarken is een diversenpunt geagendeerd over de bescherming van slachtdieren tijdens transporten. Hiermee willen de Denen de Europese Commissie oproepen om tot verbetering van de regelgeving bij het transport van dieren te komen, in het licht van de Raadsconclusies die de Landbouw- en Visserijraad van juni 2012 onder Deens voorzitterschap aannam. Bij deze oproep wordt er onder meer op gewezen dat rekening gehouden zou moeten worden met wetenschappelijk advies, zoals de opinies van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). Ook wordt aandacht gevraagd voor een verklaring van het Europees Parlement uit maart 2012 waarin wordt gepleit voor een maximum transportduur voor slachtdieren van acht uur.

In dit kader wordt de Commissie gevraagd wanneer zij in actie zal komen om de verordening voor de bescherming van dieren tijdens transport te herzien en wanneer zij zal komen met nieuwe kaderwetgeving voor dierenwelzijn. Ik steun het Deense initiatief tot deze oproep.

Alliance for Climate-Smart Agriculture

(verzoek Nederland)

Het realiseren van «klimaatslimme» landbouw is vanuit het oogpunt van verhoging van de duurzame voedselproductie een speerpunt van de Nederlandse regering. Klimaatslimme landbouw is nodig om voedselzekerheid voor 9 miljard mensen in 2050 te bewerkstelligen. Sinds 2010 heeft Nederland aan de wieg gestaan van de ontwikkeling van het concept van klimaatslimme landbouw, onder andere door het organiseren, met verschillende partners, van drie «Global Conferences on Agriculture, Food Security and Climate Change».

De volgende stap in de ontwikkeling van klimaatslimme landbouw is de Alliance for Climate-Smart Agriculture. Nederland is een drijvende kracht achter deze alliantie, waarin we met een grote groep internationale partners samenwerken om lopende en toekomstige klimaatslimme acties te bundelen en om partnerschappen te stimuleren. De formele lancering van de alliantie is voorzien in september dit jaar tijdens de Klimaattop van de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties in New York.

In de aanloop naar deze klimaattop heeft op 4 en 5 mei jl. de Abu Dhabi Ascent plaatsgevonden. Tijdens deze internationale bijeenkomst heb ik de opzet van de Alliantie gepresenteerd en zijn stappen gezet om de alliantie verder tot bloei te laten komen en nieuwe partners te enthousiasmeren zich bij de alliantie aan te sluiten. Ik zal in de Raad aandacht vragen voor de stappen die de Alliance de laatste maanden heeft gezet en de Ministers uitnodigen actief deel te nemen aan de alliantie.

Overig

Plant- en diergezondheidspakket – Financiële Verordening

De Raad en het Europees Parlement hebben eind december 2013 een akkoord bereikt over de financiële verordening. Ter afronding van de besluitvorming is het voorstel op 6 mei jongstleden formeel als A-punt vastgesteld in de Raad van Ministers voor Economische en Financiële zaken (ECOFIN). Ook Nederland was akkoord met het voorstel.

De verordening is onderdeel van het Europese wetgevingspakket over gezondere dieren en planten voor een veiliger voedselketen. De verordening bepaalt welke maatregelen en kosten voor monitoring en bestrijding van planten- en dierziekten en zoönosen van lidstaten voor Europese cofinanciering in aanmerking komen.

Ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel zijn in de aangenomen verordening zorgpunten van Nederland weggenomen en wensen gehonoreerd. Een voor Nederland belangrijk punt is dat de cofinanciering van de waarde van vernietigd plantmateriaal bij uitroeiing van plantenziekten in de verordening is opgenomen. Cofinanciering van de waarde van vernietigd plantmateriaal wordt daarmee mogelijk met ingang van 1 januari 2017.

Voor Nederland is het ook belangrijk dat lidstaten hun invloed behouden op de besluitvorming bij noodmaatregelen. Bij de bestrijding van een uitbraak van een besmettelijke dierziekte gaat het vaak om grote bedragen. In de aangenomen verordening vindt besluitvorming over de cofinanciering van noodmaatregelen plaats via uitvoeringshandelingen die volgens de onderzoeksprocedure worden vastgesteld. Dat betekent dat lidstaten goed betrokken blijven bij de besluitvorming over genoemde cofinanciering.

«Vermist» visserijkweekbedrijf

In het Algemeen Overleg Visserij van 28 november 2013 is mij door het lid Graus gevraagd naar een meervalbedrijf dat «zoek geraakt» zou zijn. Ik heb toegezegd u hierover te informeren.

Over deze zaak heb ik u eerder geïnformeerd in de brief van 7 juli 2011 (kenmerk 2011D37403). Het betreft hier een zaak waarbij een aantal meervalkwekers heeft verzocht om terugvordering van de subsidie die het ministerie heeft verleend aan Stichting Aquacultuur Zuid-Oost Nederland (SAZON) voor de kweek van tilapia, omdat in strijd met de voorschriften te vroeg zou zijn omgeschakeld naar de kweek van meerval (claresse). Hierdoor zouden de meervalkwekers in hun concurrentiebelang worden geraakt.

De verzoeken zijn afgewezen. Hiertegen zijn verschillende juridische procedures gevoerd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) heeft op 20 november 2013 uitspraak gedaan in deze zaak. Naar het oordeel van de ABRS heeft SAZON op 31 januari 2012 opgehouden te bestaan na ontbinding en vereffening van het vermogen. Er is geen rechtsopvolger. De subsidie kan dan ook niet worden teruggevorderd. Met het oordeel van de hoogste bestuursrechter staat de afwijzing van de verzoeken onherroepelijk vast.

Uit het subsidiedossier van SAZON blijkt dat binnen het project drie kwekerijen zouden worden gerealiseerd. De eerste en tweede kwekerij zijn gerealiseerd en in gebruik genomen. Uit het vaststellingsbesluit van 26 september 2008, dat is openbaar gemaakt op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, blijkt al dat de derde kwekerij weliswaar is gerealiseerd, maar binnen de projectperiode niet in gebruik is genomen om tilapia te kweken. Omdat de derde kwekerij nooit in gebruik is genomen, is daar geen subsidie voor verstrekt.

Er is dus geen sprake van een zoekgeraakte kwekerij. Slechts van het opheffen van SAZON en van het realiseren van een kwekerij waarvoor geen subsidie is verstrekt.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Schattingen geven aan dat ongeveer 15% van de voedselverspilling bij consumenten wordt veroorzaakt door houdbaarheidsdata op verpakkingen.

Naar boven