21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 777 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2014

Met deze brief informeer ik u over de onderwerpen op de agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 14 april a.s. alsmede over mijn inzet tijdens die bijeenkomst. Tevens informeer ik u over een onderhandelingsmandaat voor een nieuw protocol in het kader van de visserijpartnerschapsovereenkomst met Madagascar.

Agenda Landbouw- en Visserijraad 14 april 2014

In de Raad zal gesproken worden over het verslag van de Europese Commissie over de tenuitvoerlegging van de bepalingen betreffende producentenorganisaties, actiefondsen en operationele programma’s in de sector groenten en fruit sinds de hervorming van 2007 (Europese regeling voor de groenten- en fruitsector). Mogelijk zal het onderwerp gedelegeerde handelingen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) ook worden besproken. Er vindt nog overleg met het Griekse EU-voorzitterschap en het Europees Parlement plaats over de gedelegeerde handelingen. Tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer op 9 april a.s. zal ik u informeren over de laatste stand van zaken.

Verslag Europese Commissie over de Europese regeling voor de groenten- en fruitsector sinds 2007

De Europese Commissie heeft haar verslag in de Raad van 24 maart jl. gepresenteerd. In de Raad van 14 april zal een uitwisseling van standpunten plaatsvinden. In het licht van de dalende consumptie van groenten en fruit en de toenemende concurrentie in de sector, vraagt de Europese Commissie aan de lidstaten of de huidige Europese regeling voor de groenten- en fruitsector voldoet en hoe deze eventueel kan worden gewijzigd om een bijdrage te leveren aan versterking van de sector op langere termijn. De Europese Commissie wil over deze vragen zowel met de lidstaten als met het Europees Parlement in gesprek gaan. De uitkomsten van de discussies neemt de Europese Commissie mee in nieuwe wetgevingsvoorstellen voor de herziening van deze regeling die zij later dit jaar tijdens het Griekse of eventueel Italiaanse voorzitterschap zal presenteren.

Ik zal benadrukken dat de huidige Europese regeling voor de groenten- en fruitsector niet voldoet met het oog op de problemen die zijn ontstaan bij opeenvolgende audits. Dit als gevolg van onduidelijke eisen in de regelgeving en het feit dat de regeling onvoldoende is toegesneden op de marktrealiteit. Om in deze situatie verbetering te brengen is het van groot belang dat de regelgeving duidelijker en eenvoudiger wordt. Opgave daarbij is dat dit niet ten koste gaat van de flexibiliteit om recht te doen aan de diverse marktstructuren in de Europese Unie.

Om de sector in Noord-Europa op de lange termijn te versterken, zal Nederland benadrukken dat de Europese regeling voor de groenten- en fruitsector beter moet aansluiten bij de Noord-Europese markt voor wat betreft innovatie, internationale samenwerking en marketing van producten.

Protocol Madagascar

De Europese Commissie heeft de Raad een mandaat gevraagd om te onderhandelen over een nieuw protocol in kader van de visserijpartnerschapovereenkomst met Madagascar. Het huidige protocol loopt 31 december 2014 af. Het protocol geeft tonijnvaartuigen van de Europese Unie toegang tot de wateren van Madagascar. Zoals aangegeven in een brief aan uw Kamer van 2 november 2012 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 653) heeft Nederland zich bij het huidige protocol onthouden van stemming vanwege de politiek situatie in Madagascar. Na de staatsgreep in maart 2009 heeft de Europese Unie maatregelen genomen tegen Madagascar op basis van artikel 96 van het Verdrag van Cotonou. Deze maatregelen zijn in september 2012 nog verlengd en tegen deze achtergrond was het naar het oordeel van het kabinet niet passend om het toen ter tafel liggende nieuwe visserijprotocol in werking te stellen. Na de verkiezingen in december 2013 heeft de Afrikaanse Unie Madagascar weer toegelaten als lid en is de Europese Unie de procedure gestart om de artikel 96 sancties op te heffen. Daarom zie ik vanuit politiek oogpunt geen bezwaar om te onderhandelen over een nieuw protocol. De Europese Commissie wil de onderhandelingen starten zodra de nieuwe regering is geïnstalleerd.

Het voorliggende mandaat is in overeenstemming met de principes van het nieuwe gemeenschappelijke visserijbeleid. De vangstmogelijkheden moeten zijn gebaseerd op de best beschikbare wetenschappelijke adviezen en in lijn zijn met de beheerplannen van de regionale visserijmanagementorganisatie. Europese vaartuigen mogen alleen het surplus opvissen, dat wil zeggen dat deel van het bestand dat niet door de lokale bevolking kan worden opgevist. Op dit moment zijn de gerealiseerde vangsthoeveelheden van de belangrijkste tropische tonijnsoorten en de zwaardvis in de Indische Oceaan in lijn met het principe van de maximale duurzame opbrengst. Dit is echter niet zo zeer te danken aan de beheerafspraken van de Indian Ocean Tuna Commission (IOTC) maar dit komt vooral door aanzienlijk minder vangstactiviteiten in de betrokken regio vanwege het risico van piraterij. In IOTC-verband wordt gesproken over het vaststellen van vangstbeperkende maatregelen om overbevissing in de toekomst te voorkomen. De Europese Unie steunt het totstandkomen van beheermaatregelen.

Wel maak ik me zorgen over de bijvangsten van haaien in de Indische Oceaan. De Europese Unie spant zich in IOTC-verband in voor het instellen van een vangstverbod voor de meest kwetsbare soorten en een verbod op het aan boord ontvinnen van haaien. Ook zouden betere rapportages over de vangsten gedaan moeten worden, zodat er voldoende data beschikbaar komen voor bestandsschattingen. In het bestaande protocol heeft de Europese Unie met Madagascar afspraken gemaakt over het beperken van de vangsten van haaien. Er is een vangstverbod voor de meest kwetsbare haaiensoorten en een vangstlimiet voor vaartuigen die vissen met beuglijnen. Europese vaartuigen zijn overigens al verplicht haaien aan te landen mét de vinnen er nog aan vast, ook in de Indische Oceaan. De Europese Unie heeft een ex post/ex ante evaluatierapport laten opstellen. De evaluatoren komen tot de conclusie dat een nieuw protocol zowel in het voordeel van de Europese Unie als Madagascar is. Verder concluderen de evaluatoren dat het protocol heeft bijgedragen aan de verduurzaming van de visserij in de wateren van Madagascar. Enerzijds door het implementeren van resoluties en aanbevelingen van de IOTC, maar ook door de steun voor de visserijsector in Madagascar. De sectorale steun is besteed aan het ontwikkelen van een kwaliteitscontrole systeem voor visserijproducten en aan het uitvoeren van controles op zee. Ik ben voornemens in te stemmen met het protocol.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven